Geheugenvervorming en emotie: Het effect van stemming, opwinding en affectieve valentie op het ontstaan van valse herinneringen.

Valse herinneringen ontstaan wanneer mensen zich dingen herinneren die in werkelijkheid niet plaatsvonden, en kunnen worden uitgelokt aan de hand van het DRM-paradigma: de kans op een valse herinnering aan een kritisch niet-gepresenteerd woord, dat associatief gerelateerd is aan een reeks woorden die wel gepresenteerd werden, is even groot als de kans op een correcte herinnering. Recent werd aangetoond dat zowel blije als boze personen méér valse herinneringen vertonen dan mensen in een eerder serene of trieste stemming, met een vermodelijk mediërend effect van 'arousal'. Daarnaast blijken emotionele woordenlijsten ook meer valse herinneringen uit te lokken dan neutrale woordenlijsten. Het huidige project is bedoeld om beide bevindingen verder te onderzoeken. In een eerste reeks experimenten zal het effect van stemming nagegaan worden door zowel deelnemers bij wie een bepaalde gemoedstoestand geïnduceerd werd als patiënten met een stemmingsstoornis te testen met het DRM-paradigma. In een tweede reeks experimenten zal onderzocht worden of er een wisselwerking optreedt tussen stemming en emotie door ook de inhoud van de woordenlijsten te manipuleren. Meer klaarheid betreffende de invloed van deze natuurlijk voorkomende variabelen zal zowel de maatschappelijke relevantie als e informatieve waarde van het onderzoek naar valse herinneringen sterk doen toenemen.

Trefwoorden:Episodic memory, Mood, False memories, Emotion, DRM paradigm

Disciplines:Biologische en fysiologische psychologie, Menselijke experimentele psychologie, Experimentele psychologie met dieren en vergelijkende psychologie, Toegepaste psychologie