< Terug naar vorige pagina

Project

Geïntegreerde beheersing van de preimineervlieg Phytomyza gymnostoma Loew in prei (IWT-PREIMINEERVLIEG)

Centrale onderzoeksvraag/doel
Dit onderzoeksproject focust op een voor het preigewas erg schadelijk insect, de preimineervlieg. Doel is om een werkzame, geïntegreerde beheersingsstrategie voor de preimineervlieg in prei op te stellen. De preimineervlieg Phytomyza gymnostoma rukt op vanuit Zuid- en Centraal Europa naar onze contreien en zorgt voor aanzienlijke schade in de preiteelt in Vlaanderen. De schade wordt pas vastgesteld bij het schonen van de prei; meestal is de prei hierdoor onverkoopbaar. Door het recente karakter van deze plaag (op praktijkpercelen voor het eerst vastgesteld in 2012) is er momenteel geen adequate beheersingsstrategie voor handen.

Onderzoeksaanpak
Volgende onderzoekspakketten zijn succesvol aangepakt: (1) de morfologische en moleculaire herkenning van mineervliegen op punt stellen, (2) een eenduidige determinatie en een directe en gebruiksvriendelijke identificatie van de plaagin het veld mogelijk maken, (3) een goede monitoringsmethodiek uitwerken, (4) het bepalen van de levenscyclus en de fenologie en het opstellen van een daggradenmodel, (5) het monitoren van natuurlijke vijanden in het veld en integratie van de kennis over de populatieopbouw van de natuurlijke vijanden in de beheersstrategie en (6) het uittesten van verschillende cultuurtechnische teeltmethoden en het bepalen van de efficiëntie van diverse insecticiden.

Relevantie/Valorisatie

Dit zijn de meest opvallende realisaties en ontdekkingen uit het project: Tijdens het identificatiewerk is gebleken dat de preimineervlieg een boel lookalikes heeft. ILVO stelde een fiche op met zichtbare kenmerken, maar er werd er ook succesvol ingezet op genetische identificatiemethodes: via de LAMP-methode (LAMP staat voor Loop Mediated Isothermal Amplification) is het voortaan mogelijk om de soort exact te identificeren, en zelfs om eitjes en vroege leefstadia te herkennen. Via draagbare toestellen en een kleurstof is het mogelijk om de analyse uit te voeren op het veld en het DNA zichtbaar te maken. Er is een monitoringssysteem opgezet op basis van gele plakvallen en bieslook als indicatorplant. De opgedane kennis wordt opgenomen in het huidig bestaande waarnemings- en waarschuwingssysteem in prei.
In een klimaat als dat in ons land kunnen preimineervliegen twee generaties per jaar voltooien. Liefst 90% van de poppen kunnen onze winters overleven. Voor een reductie van die overleving zijn flink wat vriesdagen nodig.

De preimineervlieg heeft natuurlijke vijanden bij ons, nl. sluipwespen. Die komen echter niet in voldoende grote aantallen voor om een plaag te kunnen onderdrukken. Er zijn bij het onderzoek wel veelbelovende resultaten geboekt bij bestrijding met aaltjes, maar de larven en poppen blijken moeilijk bereikbaar. 

Voor de bestrijding zijn er verschillende pistes voor bestrijding op het veld en het verwerken van geïnfecteerde planten. Preiafval op een hoop leggen of (bij voorkeur) composteren blijkt een effectieve manier om poppen te doden. Insectengaas met fijne mazen (vb. Ornata Addu met mazen van 0.8*1mm) blijkt effectief, maar vrij duur en het doet de planten verbleken en de opbrengst dalen. De baten blijken echter nog steeds groter dan de kosten. Drie gewasbespuitingen met effectieve bestrijdingsmiddelen zijn economisch het meest voordelig. Vooral de producten Benevia (120 dagen regeling) en Mesurol (niet langer erkend) blijken een goede werking hebben tegen de larven.

De geformuleerde adviezen voor de beheersing van preimineervlieg werden opgenomen in de operationele waarnemings- en waarschuwingssystemen in de preiteelt: ‘Waarnemingen en Waarschuwingen’ (PCG, PSKW en Inagro) en de Waarschuwingsberichten Bio (Inagro). Er werden ook gezamenlijke blogberichten geschreven die op de website van de praktijkcentra verschenen. Op deze manier werden preitelers en sectorgerelateerden makkelijk bereikt. De geteste beheersmaatregelen werden via demonstratieproeven, proefveldbezoeken en artikels naar telers gecommuniceerd. 

Datum:1 mei 2016 →  30 apr 2020