< Terug naar vorige pagina

Project

Hersenstamimplantaten en taalontwikkeling

De gesproken taalverwerving van congenitaal dove kinderen met een auditief hersenstamimplantaat (ABI, Auditory Brainstam Implant) wordt onderzocht. ABI is een relatief recente techniek die kan toegepast worden bij kinderen met een ernstig gehoorverlies dat toegeschreven kan worden aan o.m. het ontbreken van een gehoorzenuw. Onderzoek van de spraakperceptie van jonge kinderen met een ABI werd intussen al spraarzaam beschreven in de internationale literatuur, maar een linguïstisch gefundeerde beschrijving van het spraakproductie ontbreekt quasi volledig.Het doel van dit project is om de fonologische en lexicale ontwikkeling van kinderen met een ABI te beschrijven, tegen de achtergrond van de spraak- en taalontwikkeling van normaal horende kinderen en ernstig gehoorgestoorde kinderen met een cochleair implantaat. De focus van het project zal liggen op de longitudinale ontwikkeling van het woordgebruik van kinderen met een ABI. Daarbij wordt de cumulatieve woordenschat in kaart gebracht, en wordt de balans tussen gesproken en woorden en gebaren onderzocht. Daarnaast zal gekeken worden naar de fonologische ontwikkeling: welke segmenten worden in welke volgorde verworven? Welke fonologische deletie en substitutiepatronen kunnen ontdekt worden in de woordproducties? Wat is de consistentie, de variabiliteit en de accuraatheid van de woordproducties?
Datum:1 okt 2017 →  30 sep 2020
Trefwoorden:SPRAAKONTWIKKELING, TAALVERWERVING, COCHLEAIRE IMPLANTATEN, GEHOORSTOORNIS
Disciplines:Linguïstiek, Theorie en methodologie van de linguïstiek, Andere linguïstiek en literatuurwetenschappen