< Terug naar vorige pagina

Project

Herstelrecht in een interculturele context: een alternatief discours van gerechtigheid en veiligheid

Het proefschrift is een kritisch onderzoek naar de mogelijkheden en grenzen van een herstelrechtelijk discours (als een alternatief discours over zowel veiligheid als rechtvaardigheid) bij het omgaan met conflicten in interculturele contexten in Europa. Dit verkennend onderzoek draait rond twee centrale vragen: 1 Hoe kan de toepassing van het herstelrecht (restorative justice) op het gebied van gemeenschapsconflicten en sociale conflicten geconceptualiseerd worden?; 2. Op welke manier biedt het herstelrecht een invraagstelling  van het huidige veiligheidsdiscours, vooral in interculturele contexten?

Het onderzoek werd uitgevoerd in het kader van een breder (actie-)onderzoeksproject (ALTERNATIVE) gefinancierd door de Europese Commissie binnen het FP7-programma en gecoördineerd door het Leuvens Instituut voor Criminologie (KU Leuven). Door de nauwe band met het ALTERNATIVE project wordt de methodologie van de dissertatie sterk bepaald door de gehanteerde benadering van actieonderzoek. Actieonderzoek bestaat uit een collectief en participatief gebeuren binnen een bepaalde tijdsspanne, waarin sociale situaties worden beschreven, geïnterpreteerd en verklaard terwijl acties worden uitgevoerd met het oog op bepaalde sociale veranderingsprocessen. In het proefschrift worden twee sites van actieonderzoek binnen het ALTERNATIVE project (Hongarije en Oostenrijk) diepgaand geanalyseerd. Bovendien wordt een analyse gemaakt van de data uit interviews met vier Europese bemiddelingsprogramma’s (België, Oostenrijk, Hongarije, Noorwegen). Het proefschrift brengt micro-sociologische analyses van sociale actie en sociale interactie in verband met bredere discursieve kaders en maatschappelijke trends.

Het proefschrift is opgebouwd uit tien hoofdstukken. Hoofdstuk 1 introduceert actieonderzoek als methodologische benadering van het hele project, met een bijzondere aandacht voor zijn epistemologische betekenis. Hoofdstuk 2 is een voorste lling van het ALTERNATIVE project, van zijn motivering en zijn opzet, en van de twee plaatsen van actieonderzoek die als case study worden geanalyseerd in het proefschrift.

Hoofdstuk 3 behandelt vragen rond de aard van het herstelrecht, zijn grenzen en beperkingen, alsook de criteria aan de hand waarvan het discours van herstelrecht wordt begrepen. Het hoofdstuk biedt een drievoudige karakterisering van herstelrecht in termen van leefwereld, participatie en reparatie. Hoofdstuk 4 vult deze drievoudige karakterisering aan met een bijkomend element, namelijk transformatie, met verwijzing naar de wijze waarop dit element verschijnt in fundamentele argumenten en debatten rond restorative justice. Hoofdstukken 5 en 6 onderzoeken verder de (on)mogelijkheidsvoorwaarden van herstelrecht in het algemeen en van de op transformatie gerichte agenda in het bijzonder. Deze hoofdstukken trachten aan te tonen dat het transformatieve element en een alternatieve visie (geworteld in zowel abolitionisme als sociale rechtvaardigheid) cruciaal is in het discours van restorative justice wil het weerstand bieden aan zijn eigen neoliberale tendensen. Daarenboven willen deze hoofdstukken tonen dat enerzijds datgene wat een mogelijkheidsvoorwaarde is van het herstelrecht ook een mogelijkheidsvoorwaarde kan zijn van precies de tegenovergestelde tendensen, terwijl anderzijds de mogelijkheidsvoorwaarden van het herstelrecht ook de voorwaarden kunnen vormen van zijn onmogelijkheid. Hoofdstuk 7 analyseert de aanwezigheid van de vier elementen van herstelrecht die werden onderscheiden (leefwereld, participatie, reparatie, transformatie) binnen de twee sites van actieonderzoek van het ALTERNATIVE project. Het doel van dit hoofdstuk is het afstemmen van het theoretische kader van het onderzoek op het actieonderzoeksgedeelte en – in de lijn van de methodologie van het actieonderzoek – het trekken van de gevolgen van deze afstemming.

Hoofdstuk 8 onderzoekt de discursieve contouren en intersecties van het veiligheidsdiscours en het idee van sociale rechtvaardigheid, alsook de manieren waarop zij vaak in culturele termen worden begrepen. Daarbij wordt gekeken naar de implicaties van deze verschillende tendensen en inzichten voor het discours van restorative justice. In hoofdstuk 9 gaat de aandacht opnieuw uit naar de sites van het actieonderzoek en wordt gefocust op de uiteenlopende verhalen en framings rond ‘cultuur’ en ‘conflict’, de interculturele vormen van ‘bestuurlijkheid’ (governmentality) waarvan gebruikt wordt gemaakt door de verschillende sociale actoren en de spanningen tussen de noties van veiligheid en rechtvaardigheid. Hoofdstuk 10 zet een stap terug ten opzichte van het actieonderzoek en formuleert algemene implicaties voor het herstelrecht, vooral in relatie tot zijn fundamentele toepassing binnen het strafrechtsysteem. Daarbij wordt getoond hoe huidige tendensen in de controle van criminaliteit in de richting gaan van een versmelting van de rechtvaardigheidsagenda met een veiligheidsdiscours. Bovendien worden, met behulp van de data uit de interviews met de mensen werkzaam in bemiddelingsprogramma’s, de ‘interculturele problematiseringen’ in het discours van restorative justice geanalyseerd.

Datum:30 mrt 2010 →  17 okt 2016
Trefwoorden:Restorative Justice, Security
Disciplines:Criminologie
Project type:PhD project