< Terug naar vorige pagina

Project

Het bewustzijn achterna: De onbewuste verwerking van causaliteit en animacy.

Het mysterie van hoe wij ons bewust worden van de wereld rondom ons, vormt voor filosofen, psychologen, en neurowetenschappers reeds decennia- zo niet eeuwenlang een bron van fascinatie. Onderzoek naar dit onderwerp heeft onder meer aangetoond dat er geen één-één relatie is tussen de fysieke input die op ons netvlies valt en de fenomenologie van onze visuele waarneming. Zo is het in specifieke gevallen bijvoorbeeld mogelijk om een visuele stimulus aan iemand te tonen zonder dat hij/zij deze effectief waarneemt. Het voorliggend doctoraatsonderzoek had als doel een beter begrip te krijgen over de representatie van een onzichtbare stimulus. Specifieker gesteld was onze overkoepelende onderzoeksvraag de volgende: “Tot op welke hoogte vindt perceptuele organisatie nog plaats in de visuele verwerking van stimuli die perceptueel onzichtbaar gemaakt zijn door middel van ‘continuous flash suppression’?”

In het kader van dit doctoraat hebben we gebruik gemaakt van de methode van “continuous flash suppression (CFS)” om de zichtbaarheid van een stimulus te manipuleren. Het doctoraatsonderzoek is opgesplitst in twee verschillende delen. Het eerste deel focust voornamelijk op de onderliggende mechanismen van perceptuele onderdrukking die ten grondslag liggen aan CFS. In het tweede deel verschuift de focus voornamelijk naar de representatie van de onzichtbare stimulus.

In de eerste twee hoofdstukken worden twee studies beschreven over de factoren van doeltreffende perceptuele onderdrukking door middel van CFS enerzijds en de temporele eigenschappen van de tijdsduur van perceptuele suppressie anderzijds. In Hoofdstuk 2 tonen we aan dat de kenmerkoverlap tussen onzichtbare stimulus en CFS mask een belangrijker factor is voor doeltreffende onderdrukking dan de dynamische eigenschappen van het CFS mask. In Hoofdstuk 3 observeren we verder dat de tijdsduren van perceptuele suppressie niet onafhankelijk zijn van elkaar, maar dat ze subtiele sequentiële afhankelijkheden vertonen, een integraal kenmerk van perceptuele multistabiliteit. Op basis van de resultaten van deze twee studies concluderen we dat de mechanismes waarop CFS berust, gelijkaardig zijn aan die van binoculaire rivaliteit, en dat CFS meer dan waarschijnlijk een sterkere vorm van binoculaire rivaliteit is.

De volgende zeven hoofdstukken, die samen het tweede deel van deze thesis vormen, omvatten zeven studies die dieper ingaan op de representatie van de onzichtbare stimulus. Hoofdstuk 4 bevat een studie waarin we nagingen of het vlak geïnduceerd door de zogenaamde Kanizsa stimulus nog steeds gepresenteerd wordt tijdens perceptuele onderdrukking van deze stimulus. In Hoofdstuk 5 gingen we na of een hoorbaar geluid een invloed had op de verwerking van een onzichtbare stimulus. Hoofstukken 6 tot 8 bevatten respectievelijk studies waarin we aantonen dat causale gebeurtenissen sneller zichtbaar worden, biologische beweging geen inversie-effect vertoont, en gezichten in gekende configuraties sneller in het bewustzijn treden. Tot slot, in Hoofdstukken 9 en 10, bestuderen we of betekenisvolle aspecten van onzichtbare stimuli verwerkt worden. In Hoofdstuk 9 slagen we er niet in om een voorheen geobserveerd scene-congruentie effect te repliceren. In Hoofdstuk 10 tonen we vervolgens aan dat woorden niet verwerkt worden wanneer ze onzichtbaar zijn, door noch een woordfrequentie-effect, noch een effect van woordtype (woord vs. pseudo-woord) te observeren.

Samenvattend kunnen we stellen dat de resultaten uit het tweede deel van deze thesis duiden op een beperkte visuele verwerking van visuele stimuli die onzichtbaar gemaakt zijn door middel van CFS. De implicaties van deze resultaten worden uitvoerig besproken in Hoofdstuk 11. 

Datum:1 okt 2012 →  30 sep 2016
Trefwoorden:Continuous flash suppression, Visual consciousness, Perceptual animacy, Perceptual causality, Visual perception
Disciplines:Experimentele psychologie met dieren en vergelijkende psychologie, Toegepaste psychologie, Menselijke experimentele psychologie
Project type:PhD project