< Terug naar vorige pagina

Project

Het thema van de vergoddelijking in de Middelnederlandse werken van de onderbelichte auteurs in Groenendaal: Jan van Leeuwen, Willem Jordaens en Godfried Wevel. Was Groenendaal een 'tekstuele gemeenschap' of een 'praktijkgemeenschap van auteurs'?

In de gemeenschap van Groenendaal, een hermitage en latere priorij in het Zoniënwoud nabij Brussel, woonde in de 14e eeuw niet alleen haar veel bestudeerde eerste prior, de beroemde mystieke auteur Jan van Ruusbroec (1293-1381), maar er verbleven ook drie minder bekende, weinig bestudeerde Middelnederlandse mystieke auteurs: Jan van Leeuwen (+1378), Willem Jordaens (+1372) en Godfried Wevel (+1396). Groenendaal vormt daarmee een unieke hotspot in de Middelnederlandse mystieke literatuur, met vier mystieke schrijvers die in dezelfde periode en op dezelfde plaats werken schreven in de volkstaal. De (onderlinge) verbanden tussen deze auteurs zijn nooit grondig onderzocht, en het type 'auteursgemeenschap' dat ze vormden is daarom ook onbekend. Waren ze een "tekstuele gemeenschap", met auteurs wier de ideeën werden gevormd en uitgedrukt in een afhankelijke, verticale relatie met Ruusbroecs geschriften, of waren ze eerder een "praktijkgemeenschap van auteurs", een onderling verbonden, transversaal netwerk van schrijvers tussen wie horizontaal leren plaatsvond en er niet noodzakelijk consensus bestond? Om deze vraag te operationaliseren, toetsen en evalueren, richt het project zich op de casus van het thema van de vergoddelijking, aangezien dit de thematische 'crux' van Ruusbroecs werken vormt. Door deze casus te onderzoeken, zullen we nagegaan of en in hoeverre de weinig bekende Middelnederlandse schrijvers uit Groenendaal dit centrale thema deelden met Ruusbroec en hoe het verwoord en geconceptualiseerd wordt in hun werken, waardoor een nieuw licht wordt geworpen op verticaal en/of horizontaal leren in Groenendaal. Door middel van een methodologie die elementen van traditionele filologie combineert met Computer Assisted Qualitative Data Analysis, zal het project de typologieën van vergoddelijking in de individuele werken en oeuvres van de auteurs identificeren. Vervolgens voeren we een vergelijkende analyse uit tussen alle vier de Middelnederlandse mystieke auteurs uit Groenendaal en visualiseren we de mate waarin zij consensus en/of divergentie vertonen in hun semantische en conceptuele articulaties van het thema in kwestie. De resultaten van dit onderzoek stellen ons in staat om de aanhoudende perceptie van Jan van Leeuwen, Willem Jordaens en Godfried Wevel als Ruusbroecs (literaire) ondergeschikten die niet transversaal met elkaar verbonden waren, te bevragen. Het onderzoek is daarmee baanbrekend op verschillende terreinen, namelijk de studie van de geschiedenis van de mystieke literatuur in de volkstaal in de Lage Landen; horizontaal leren in laatmiddeleeuwse (monastieke) gemeenschappen; de drie specifieke auteurs in kwestie; en het vergoddelijkingsonderzoek.
Datum:1 okt 2021 →  Heden
Trefwoorden:MIDDELEEUWSE SPIRITUALITEIT, NEDERLANDSE MYSTIEKE LITERATUUR, MYSTIEKE TEKSTEN
Disciplines:Nederlandse literatuur, Middeleeuwse literatuur, Geschiedenis van religies, kerken en theologie, Studie van spiritualiteit