< Terug naar vorige pagina

Project

Impact van spier carnosine oplading op de inspanningscapaciteit en spiercontractiele kenmerken bij Experimentele Autoimmune Encefalomyelitis (EAE) en Multiple Sclerosis (R-8156)

Oefentherapie vormt een belangrijk onderdeel van de behandeling van Multiple Sclerosis (MS). Immers, diverse 'exercise therapy' studies (met oefentherapie van lage tot hoge intensiteit) toonden consistent verbeterde spierkracht en inspanningscapaciteit aan. De onderliggende mechanismen hiervan zijn echter niet duidelijk en de effecten lijken lager dan in andere patiƫntenpopulaties. Wellicht kan dit verklaard worden door het feit dat de neuromusculaire disfunctie bij MS deels gelegen is in de spier zelf. Beperkingen in (I) spiercontractie en (II) energiemetabolisme lijken de effecten van een oefenprogramma af te zwakken. Interessant hierbij is dat de fysiologische rol van spiercarnosine gerelateerd is aan zowel (I) spiercontracties als (II) het energiemetabolisme en dat de spiercarnosineconcentratie verlaagd is in MS. In andere populaties werd inmiddels aangetoond dat spiercarnosineoplading (via beta-alanine inname) dit kan tegengaan. Het verhogen van de spiercarnosineconcentratie kan dus een belangrijke nieuwe toepassing zijn ter optimalisatie van 'exercise therapy' bij MS. Verder laat het manipuleren van de spiercarnosineconcentratie ook toe om het effect van MS op de spiercontractiele kenmerken te exploreren. Het huidige project onderzoekt dan ook de impact van spiercarnosineoplading op (A) de spiercarnosineconcentratie, (B) de efficiƫntie van 'exercise therapy' en (C) de spiercontractiele eigenschappen en het energiemetabolisme, in een proefdiermodel voor MS en in MS.
Datum:1 okt 2017 →  30 okt 2019
Trefwoorden:Musculoskeletaal onderzoek (humaan)
Disciplines:Orthopedie, Fysiologie