< Terug naar vorige pagina

Project

Leerkracht-leerling interacties en executieve functies bij kinderen: een cross-cultureel onderzoek

Executieve functie (EF) verwijst naar een verzameling van verschillende met elkaar samenhangende maar gescheiden processen, waaronder werkgeheugen/updating, inhibitieve controle en cognitieve flexibiliteit/shifting, die gericht zijn op doelgericht gedrag (Friedman & Miyake, 2017; Huizinga et al., 2006). EF is een hoeksteen voor het adaptief functioneren van een individu bij leren en sociale interacties. Om kinderen te helpen hun EF op de juiste manier te ontwikkelen, vooral voor de kinderen met EF problemen (bijv. kinderen met Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder, ADHD), worden interventies in de klas op grote schaal aanbevolen. Deze interventies zijn gericht op het instellen van de meest optimale leeromgeving, in het algemeen, en op het verbeteren van de kwaliteit van de leerkracht-leerling interactie (TSI), in het bijzonder (voor review, zie Evans, Owens, & Bunford, 2014; Evans, Owens, Wymbs, & Ray, 2018; Fabiano et al., 2009). Hierin is de verkenning van de bidirectionele relaties tussen TSI, de EF-prestaties van kinderen en EF-gerelateerd problematisch gedrag zoals ADHD-symptomen, met als doel beter te begrijpen hoe deze factoren met elkaar interacteren, nodig. Bovendien moet, gezien de verschillen in sociale normen en waarden tussen individualistische westerse en collectivistische oosterse culturen, voorzichtig worden omgesprongen met bewijs over de relatie tussen TSI, EF en EF-gerelateerd problematisch gedrag van kinderen, omdat onderzoek voornamelijk gebaseerd is op Noord-Amerikaanse en Europese steekproeven uit contexten van één land, waarbij verschillende affectieve betekenissen van TSI tussen culturen grotendeels over het hoofd zijn gezien (Lam & Chan, 2012). Daarom is het de moeite waard om te onderzoeken of de invloed van TSI op de ontwikkeling van EF en EF-gerelateerd problematisch gedrag zoals ADHD-symptomen kan worden gegeneraliseerd over culturen heen.
Als we de universaliteit van het effect van TSI op de ontwikkeling van EF en EF-gerelateerd problematisch gedrag willen bepalen, is een gedegen crosscultureel onderzoek naar deze relatie (d.w.z. de combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve methoden) geboden (Ewe, 2019). Deze aanpak zal enerzijds het huidige inzicht bevorderen met betrekking tot welke TSI-factoren/gedragingen bijdragen aan deze effecten in Westerse landen en anderzijds de internationale wetenschappelijke gemeenschap in het algemeen en Oosterse culturen in het bijzonder informeren over de cross-culturele validiteit van dergelijke bevindingen. Alles bij elkaar genomen, brengt dit project het bestaande onderzoek vooruit door de relatie tussen TSI, EF prestaties en EF-gerelateerd problematisch gedrag vanuit een cultureel perspectief te onderzoeken. Meer specifiek, met onze eerste studie (werkpakket 1) hebben we de eerste stap gezet om de mogelijke invloed van cultuur op de EV-prestaties van kinderen te onderzoeken. In de volgende studies, waaronder werkpakket 2 en 3, zullen we verder (1) de betekenissen van TSI in verschillende culturen bepalen en (2) het bidirectionele verband tussen TSI, EF-prestaties en EF-gerelateerd problematisch gedrag onderzoeken door een culturele lens.

Datum:1 feb 2021 →  Heden
Trefwoorden:Executive Functions, Teacher Student Interaction, ADHD
Disciplines:Speciale nodenonderwijs, Orthopedagogische interventies
Project type:PhD project