< Terug naar vorige pagina

Project

Niet-finiete supplementen in de recente geschiedenis van het Engels

Niet-finiete supplementen in de recente geschiedenis van het Engels

In deze thesis wordt een omvattende, corpus-gebaseerde analyse gebracht van onderwerpsloze ing- en ed-bepalingen (‘supplementen’ genaamd) in het Laat Modern Engels en het Hedendaags Engels. Voorbeelden van deze constructies vindt men in (1)-(4). Supplementen zijn constructies die een periferie positie opnemen in de zin en die als volgt kunnen worden gekarakteriseerd. Ten eerste vervullen zij geen syntactische kernfunctie binnen de overkoepelende zin. Ten tweede heeft hun aanwezigheid (of afwezigheid) geen invloed op de structuur of de interpretatie van de hoofdzin. Ten derde zijn supplementen meestal afgescheiden van de hoofdzin door een onderbreking in de intonatie (of een pauze). Tenslotte kunnen zijn verschillende posities innemen t.o.v. de hoofdzin: zij kunnen voorop of achteraan geplaatst worden t.o.v. de hoofdzin, of zij kunnen de hoofdzin onderbreken. Maar ondanks hun perifere status, hebben supplementen typisch ook een band met de hoofdzin. Ten eerste is het onderwerp van een supplement per definitie niet uitgedrukt, maar de referent van het niet uitgedrukte onderwerp is meestal het onderwerp van de hoofdzin. Ten tweede kunnen supplementen expliciet worden verbonden met de hoofdzin d.m.v. een verbindingswoord (augmentor). Ten derde wordt de band tussen hoofdzin en supplement vaak uitgedrukt in termen van een adverbiale relatie. Het is ook belangrijk te weten dat de notie ‘supplement’, zoals ze is gebruikt in deze dissertatie, is gemodelleerd op de definitie in Declerck (1991).

 

(1) but I was now too old for the navy, being sixteen years of age. (PPCMBE, FAYRER-1900,7.150)

(2) Written in English over the period from 1929 to 1938, Beckett's early work seems restless, nomadic. (ICE-GB:W2A-004 #009:1)

(3) They are good feed for coach or omnibus Horses, if given in small quantities and with caution, and due attention to the constitution of the Horse. (PPCMBE, SKEAVINGTON-184X,17.C1.52)

(4) In returning at Night from Snow's-fields, at the Corner of Joyner-Street, the Coach, wherein five of us were, was overturn'd (…) (PPCMBE, WESLEY-174X,17.128)

 

            Het doel van deze corpus-gebaseerde studie is tot een nauwkeurige omschrijving te komen van prototypische kenmerken van ing- en -ed-supplementen in de recente geschiedenis van het Engels (d.w.z. in de Laat-Modern Engelse periode en in het Hedendaagse Engels). Meer bepaald wordt hun diachrone variatie van de 18de eeuw tot het heden beschreven in termen van een aantal variabelen. Uit de data-analyse blijkt dat supplementen steeds meer homogeen worden. Deze homogenisering is niet beperkt tot supplementen: op basis van onderzoek van zowel supplementen als absolute constructies (zie Bouzada-Jabois & Pérez-Guerra 2016) blijkt dat Engelse niet-finiete perifere constructies meer homogeen worden doorheen de tijd.

            Deze thesis bestaat uit zes hoofdstukken. In hoofdstuk 1 wordt het onderzoeksonderwerp, nl. ing- en ed-supplementen, geïntroduceerd. Hoofdstuk 2 bespreekt de relevante literatuur en geeft een overzicht van de belangrijkste kenmerken van supplementen. In dit hoofdstuk wordt ook een terminologisch overzicht gepresenteerd van de categorie ‘supplement’ en van andere mogelijk overlappende categorieën. Het doel hiervan is een preciese definitie te geven van de notie ‘supplement’ zoals zij in deze dissertatie wordt gehanteerd en zodoende de notie ‘supplement’ af te bakenen van gelijkaardige categorieën. Hoofdstuk 3 is een methodologisch hoofdstuk, waarin een motivatie wordt gegeven van de corpus-linguïstische aanpak als een valide methodologie. In dit hoofdstuk worden ook de corpora beschreven op basis waarvan de analyse is gebeurd en hoe de data zijn geëxtraheerd. Tenslotte krijgt de lezer in dit hoofdstuk ook een schets van de gegevensbank van supplementen die is aangelegd en van  de verschillende onderzochte variabelen. Hoofdstukken 4 en 5 vormen de kern van de dissertatie, met een grondige analyse van ing- en -ed-bepalingen in het Laat Modern Engels en het Hedendaags Engels. In hoofdstuk 6 wordt tot slot een gedetailleerde samenvatting van de hoofdstukken en de resulaten geboden.  

            De analyse van de supplementen maakt gebruik van data uit twee corpora: de supplement-data uit de Laat-Modern Engelse periode komen uit het Penn Parsed Corpus of Modern British English (PPCMBE), en meer specifiek uit de subperioden P1 (1700 tot 1769) en P3 (van 1840 tot 1914). De gegevens uit het Hedendaags Engels komen uit de Britse Component van het International Corpus of English (ICE-GB). Voor het ICE-GB werd gebruik gemaakt van een gerandomiseerde selectie (25 percent). Beide corpora zijn syntactisch geparsed: meerbepaald kon voor de zoekopdracht in het PPCMBE-corpus gebruik gemaakt worden van de syntactische tag IP-PPL (‘participial clauses without subject’ = participiumzinnen zonder onderwerp); voor het ophalen van de gegevens uit het ICE-GB werden drie syntactische bomen gecreëerd. Een analyse van “precision” en “recall” van deze beide methoden om de supplement-gegevens uit de corpora te extraheren, leidde tot een grotere betrouwbaarheid van die methoden. In de gegevensbank werd aan elk van de supplementen tekstuele informatie toegevoegd (met name genre informatie over de brontekst) alsook de semantische en structurele kenmerken. De supplementen werden beschreven in termen van de volgende structurele kenmerken: het type van kern (ing- of ed-supplement, het verbindingswoord (augmentor), en de positie van het supplement in de overkoepelende matrixzin. Zij werden beschreven in termen van de volgende semantische kenmerken: het type van controlerelatie tussen het niet-uitgedrukte subject van het supplement en het subject van de hoofdzin en adverbiale interpretatie uitgedrukt door het supplement.

Algemeen gesproken zijn de prototypische kenmerken van de categorie ‘supplement’ in het Laat Modern Engels en het Hedendaagse Engels de volgende. Allereerst is de kern van een prototypisch supplement een eenvoudige ing-vorm. Hoewel supplementen in het Laat Modern Engels bij voorkeur niet werden geaugmenteerd, verhoogde het aantal geaugmenteerde supplementen van P1 naar P3 in de Laat Modern Engelse periode; die toename gebeurde vooral bij supplementen met een semantisch specifieke augmentor. In het Hedendaags Engels bleken ongeveer de helft van de supplementen geaugmenteerd. Wat betreft hun positie in de overkoepelende matrixzin, namen supplementen bij voorkeur een positie in achteraan de zin, zowel in het Laat Modern Engels als in het Hedendaags Engels, en dit relatief hogere aandeel van supplementen met achteraanplaatsing nam ook toe van Laat Modern Engels tot Hedendaags Engels. Uit de analyse bleek ook dat de voorkeur voor achteraanplaatsing niet correspondeerde met het informationele gewicht van het supplement, omdat korte supplementen ook vaak in achteraanplaatsing voorkwamen. Wat de semantiek van de supplementen betreft, werd het niet-uitgedrukt subject van het supplement veelal gecontroleerd door het subject van de hoofdzin. Doorheen de tijd kon wel een toename worden geobserveerd van gerelateerde supplementen die niet door het subject van hoofdzin werden gecontroleerd alsook van ongerelateerde supplementen; deze toename had echter geen invloed op de prototypische status van de gerelateerde supplementen gecontroleerd door het subject van de hoofdzin. Wat de adverbiale betekenis van supplementen betreft werd vastgesteld dat de meer informatieve supplementen ook het meest frequent voorkwamen in het Laat Modern Engels en in het Hedendaags Engels; toch kon ook worden vastgesteld dat de frequentie van deze meer informatieve supplementen afnam in het Hedendaags Engels ten voordele van minder informatieve supplementen, en dit vooral bij supplementen zonder augmentor. Hier kon worden uit afgeleid dat de aanwezigheid van een augmentor vaak ook een signaal was van een hogere informatieve waarde van het supplement, omdat augmentatie het meest voorkwam samen met supplementen met een hoog-informatief gewicht. Tenslotte, wat betreft de distributie van supplementen over de verschillende teksttypes bleek dat supplementen het meest productief waren in teksten met een hoog beschrijvend (depictive) gehalte (‘fictie’ in het PPCMBE en ‘romans/verhalen’ in het ICE-GB). Als we fictie buiten beschouwing laten, waren supplementen het meest productief in formele, geschreven en narratieve teksten.

 

Datum:1 okt 2012 →  4 dec 2020
Trefwoorden:non-finite supplements
Disciplines:Linguïstiek, Theorie en methodologie van de linguïstiek, Andere linguïstiek en literatuurwetenschappen
Project type:PhD project