< Terug naar vorige pagina

Project

Omgaan met stigma: Een doelgericht perspectief op zelfregulatie in sociaal identiteitsbedreigende werk- en onderwijsvelden

Dit proefschrift onderzocht de ondervertegenwoordiging van bepaalde groepen in werk- en onderwijsvelden, gefocust op vrouwen in door mannen gedomineerde velden (de politie, het leger en STEM-velden [Science, Technology, Engineering, en Mathematics]) en eerste generatiestudenten aan de universiteit. Het is al langere tijd duidelijk dat deze ondervertegenwoordiging niet volledig kan worden verklaard door inherent lagere capaciteiten of interesse bij deze groepen, en dat ook sociaal psychologische processen een rol spelen. Vanuit het perspectief van de minderheidsgroepen heb ik de volgende brede vragen onderzocht: Hoe gaan leden van ondervertegenwoordigde groepen om met de uitdagingen die zij tegenkomen in werk- en onderwijsvelden? En hoe beïnvloedt dit hun uitkomsten op het gebied van werk en onderwijs? Hoewel al een tijdje wordt erkend dat minderheidsleden actief omgaan met de uitdagingen die zij tegenkomen in plaats van deze passief te ondergaan, beginnen we pas net te begrijpen hoe deze coping-processen werken en de rol die ze spelen in het in stand houden of veranderen van ondervertegenwoordiging. Het doel van dit proefschrift was om meer inzicht te krijgen in deze coping-processen door een doelgericht perspectief te nemen op hoe minderheidsgroepen omgaan met zorgen over hun ‘belonging’ (er bij horen en je geaccepteerd en thuis voelen) en prestatie in werk- en onderwijsvelden, gefocust op twee coping-reacties.

Het eerste deel van dit proefschrift focuste op afstand nemen van het domein waarin belonging- en prestatiedoelen worden bedreigd en naar domeinen gaan waarin deze doelen meer worden bereikt. Hoofdstuk 2 toonde de sleutelrol die ervaren moeilijkheden met het verkrijgen van een gevoel van belonging spelen in de academische prestatiekloof tussen eerste en doorlopende generatiestudenten. Hoofdstuk 3 liet zien dat afstand nemen van het werkteam een manier was voor vrouwelijke politieagenten om afstand te nemen van het domein waarin ze een lage mate van belonging ervaren, en dat dit op zijn beurt gerelateerd was aan afstand nemen van het veld of domein meer algemeen. Hoofdstuk 4 toonde dat anticiperen dat belonging moeilijker te behalen zal zijn in bepaalde STEM-velden vergeleken met andere velden maakt dat middelbare scholiermeisjes meer afstand gaan nemen van deze STEM-velden en zich meer aangetrokken voelen tot STEM-velden waarin ze relatief meer verwachten er bij te zullen horen.

Het tweede deel van dit proefschrift richtte zich op afstand nemen van de eigen groep om te proberen hun gevoel van belonging en prestatie binnen het domein te vergroten. Hoofdstukken 5 en 6 toonden, gebruik makende van verschillende methoden en gericht op verschillende groepen (vrouwelijke soldaten en eerste generatie universiteitsstudenten), afstand nemen van de eigen groep in reactie op ervaren belonging- en niet prestatiezorgen. Deze bevindingen suggereren dat afstand nemen van de eigen groep optreedt als coping-reactie om er bij te horen in de organisatie. Beide hoofdstukken toonden welzijnskosten van afstand nemen van de eigen groep.

Dit proefschrift toonde dat minderheidsgroepen, in hun zoektocht naar belonging in de organisatie, afstand nemen van het domein en naar domeinen gaan waar ze meer belonging ervaren of afstand nemen van hun eigen groep binnen het domein. Deze coping-reacties hebben kosten voor de instroom, het behoud van, en de opwaartse mobiliteit van minderheidgroepen en houden op die manier de ondervertegenwoordiging van de deze groepen in werk- en onderwijsvelden in stand.

Datum:1 okt 2014 →  30 sep 2021
Trefwoorden:self-regulation of stigma, contextual support, social inequality, well-being, motivation, and performance at school and work, individual and collective mobility, social identity-threat
Disciplines:Biologische en fysiologische psychologie, Algemene psychologie, Andere psychologie en cognitieve wetenschappen
Project type:PhD project