< Terug naar vorige pagina

Project

The quest for young eyes. Aandacht voor nieuws bij jonge mensen in de Lage Landen

Dit proefschrift had als uitgangspunt de vaststelling dat aandacht voor nieuws bij jonge mensen afneemt. Meer precies, schetst recent surveyonderzoek een drievoudige shift in het nieuwsgebruik van de huidige jonge generaties: van meer naar minder nieuws, van offline naar online nieuws, en van professionele naar niet-professionele nieuwsbronnen. Onderliggend aan deze drie tendensen, was de bevinding dat nieuws geen substantieel onderdeel vormt van de dagelijkse routine van jonge mensen. Deze vaststelling is verontrustend gezien nieuws(media) een cruciale functie hebben in het stimuleren van sociale en politieke attitudes, vaardigheden, en waarden en processen die de basis vormen van een democratische samenleving.

We stelden met dit proefschrift tot doel de geobserveerde tendensen in het nieuws­mediagebruik van de huidige jonge generaties (a), in context te plaatsen, door na te gaan of en hoe nieuwsmediarepertoires van Vlaamse en Nederlandse jonge mensen (15 t.e.m. 34 jaar) variëren tussen mediasystemen op nationaal niveau, enerzijds, en tussen jonge mensen onderling, anderzijds; (b), te begrijpen, door nieuwsmediagebruik te verklaren vanuit de interagerende functies die verschillende nieuwsplatformen al dan niet vervullen voor jonge nieuwsgebruikers, en hoe nieuws(media)gebruik vorm en betekenis krijgt in hun dagelijkse leven; en (c), constructief van antwoord te dienen, door een aanbeveling aan te reiken voor het stimuleren van aandacht voor nieuws bij jonge mensen. We hebben dit gedaan aan de hand van een multimethodisch, cross-nationaal onderzoeksdesign, bestaande uit drie onderzoeksfasen.

 

Aan de hand van een cross-nationale survey toonde eerste, macro-mediasociologische fase, dat jonge Nederlandse en Vlaamse mensen een gediversifieerde groep van nieuwsgebruikers vormen, die zich onderscheiden door hun gedifferentieerd crossmediaal gebruik van nieuwsplatformen. Inzoomend op de samenstelling van de verschillende nieuwsmediarepertoires viel, ten tweede, de prominentie van traditionele media – in het bijzonder televisienieuws – binnen alle nieuwsmediarepertoires op. We vonden dat tele­visienieuws binnen alle repertoires één van de media zijn waar het meeste tijd aan werd besteed voor nieuwsgebruik. Daarnaast, bleek dat de nieuwsgebruikers die de meeste tijd uittrokken voor nieuws via online en mobiele platformen, ook veel tijd besteedden aan nieuws via offline media. Onze analyses toonden dat nieuwsmedia complementair aan elkaar gebruikt worden: jonge mensen die meer tijd spenderen aan online nieuwssites zullen ook meer televisienieuws kijken. Deze vaststelling geeft aan dat weinig Nederlandse en Vlaamse jonge nieuwsgebruikers zich beperken tot het louter gebruik van nieuws via online platformen.

 

Op basis van tien homogene focusgroepen, samengesteld aan de hand van de eerder geïdentificeerde types van jonge nieuwsgebruikers, vonden we in een tweede, macro-mediasociologische fase, dat er geen bewijs is voor selectieve nieuwsbloot­stelling online of een fragmentering van publieke aandacht voor nieuws. Integendeel, uit onze focusgroepdiscussies bleek dat jonge mensen het internet vooral gebruikten om geïnformeerd te worden over een waaier aan verschillende nieuwsonderwerpen en standpunten die de nationale nieuwsagenda aanvulden, eerder dan het louter opvolgen van persoonlijke interesses en gelijkgestemde opinies.

Ondanks deze bevinding, legden onze focusgroepen, ten tweede, grote verschillen bloot in nieuwsgebruik en nieuwsattitudes tussen jonge mensen die voornamelijk gebruik maakten van traditionele media voor nieuws, en zij die ook online gingen voor nieuws. Bijvoorbeeld, in tegenstelling tot de meer traditionele nieuwsgebruikers, werden de nieuwsgebruikers die wel online gingen gekenmerkt door een meer actief nieuwsgebruik, waarbij het internet gebruikt werd als een middel om de nationale mainstream nieuwsagenda te verrijken met internationale nieuwsonderwerpen, diverse standpunten, en achtergrond­informatie. De jonge mensen in onze traditionele nieuwsgroepen, daarentegen, voelden zich minder betrokken bij het nieuws en waren, bijgevolg, ook minder geneigd nieuws actief op te volgen. Traditionele nieuwsmedia die voor hen de belangrijkste nieuwsgebeurtenissen van de dag uitlichtten en van interpretatie en context voorzagen, werden als toegankelijker beschouwd dan online nieuwsplat­formen die meer actieve nieuwsstrategieën vergen.

Een derde vaststelling, heeft betrekking op het belang van de context waarin nieuwsfeiten worden uiteengezet. Hoewel zowat alle focusgroepdeelnemers expliciet stelden dat nieuws voor hen in de eerste plaats ging over het krijgen van feiten over een nieuwsgebeurtenis, waren het niet de nieuwsfeiten op zich, maar de context die in grote mate bepaalde of (a) het nieuws werd begrepen, (b) het nieuws als objectief werd beschouwd, en (c) het nieuws als geloofwaardig werd ervaren door de jonge mensen in onze focusgroepdiscussies.

Tot slot, gaven de bevindingen van dit hoofdstuk aan dat het nieuwsgebruik van de jonge mensen in onze focusgroepen in grote mate gedreven werd door lange-termijn nieuwsgewoonten en contextuele factoren zoals de toegankelijkheid van nieuwsplatfor­men. Een interessante vaststelling hierbij, die tevens de aanzet vormde voor de volgende onderzoeksfase, was dat het ontstaan van mobiele nieuwsgewoonten bij de meest gretige, digital savvy nieuwsgebruikers zorgde voor een tweeledige verandering in het nieuwsgebruik van deze jonge mensen: (a) een verandering in de nieuwsconsumptiepatronen, van het uitgebreid doornemen van nieuws op een beperkt aantal gezette tijdstippen, naar het continu checken van nieuwsheadlines en -updates doorheen de dag; en (b) een verandering in de nieuwsbeleving, van het ervaren van nieuwsgebeurtenissen als op zichzelf staande nieuwsfeiten, naar het beleven van nieuws als chronologische, evoluerende verhalen, waarin nieuwe elementen en ontwikkelingen continu worden geïntegreerd.

 

Op basis van de inzichten uit de voorgaande onderzoeksfases, wilden we met deze laatste, micro-cognitief-psychologische fase een brug slaan naar de praktijk door, in samenwerking met Nederlandse en Vlaamse professionele nieuwsmakers, een concrete aanbeveling aan te reiken voor het stimuleren en vasthouden van aandacht voor nieuws bij jonge mensen. We deden dit door in a.d.h.v. een meerdaags eye-tracking-experiment na te gaan hoe nieuws op een mobiel platform kan gepresenteerd worden zodat het (a) aandacht voor nieuws stimuleert, en (b) het onthouden en begrijpen van nieuws bevordert. We vergeleken hierbij twee nieuwsstructuren: een traditionele printstructuur, die artikelen lineair organiseert (e.g. printkrant), enerzijds, en een, in dit hoofdstuk nieuw geïntroduceerde, associatieve nieuwsstructuur, die gerelateerde nieuws­artikelen chronologisch organiseert binnen zogeheten developing news stories, anderzijds. We vonden dat de developing news story-structuur leidde tot een significante toename in nieuwsbegrip: gebruikers van de developing news story-structuur waren beter in het begrijpen hoe verschillende informatie met onze target story verband hield, dan gebruikers van de lineaire nieuwsstructuur. Dit is een belangrijke vaststelling, gezien de aandacht die jonge mensen geven aan nieuws in grote mate bepaald wordt door het feit of ze nieuws al dan niet begrijpen.

 

 

Datum:1 okt 2008 →  18 mei 2015
Trefwoorden:Television news, Adolescents, Young adults
Disciplines:Communicatie, Communicatietechnologie
Project type:PhD project