< Terug naar vorige pagina

Project

Tekening en tegenstem: notitieboekcultuur en de werkzaamheid van kunst tijdens de Nederlandse Opstand

Dit onderzoeksproject verkent een nauwelijks bekende schat aan informatie over de vroegmoderne beeldcultuur en samenleving: de enorme hoeveelheid afbeeldingen die in citatenboeken, dagboeken en andere autobiografische tekstvormen besloten liggen. Het houden van visuele notitieboeken sloeg aan in heel Noord-Europa en floreerde in het bijzonder in de Lage Landen tijdens de Nederlandse Opstand (1568-1648). Centraal in deze studie staan de autobiografische notitieboeken van de protestante kalligraaf, jurist en onheilsprofeet Paulus de Kempenaer (ca. 1554-1618) en de honderden ongepubliceerde tekeningen die erin verzameld zijn. Deze bijzonder rijke casus wordt gebruikt om aan te geven hoe dit besloten medium in tijden van conflict en censuur een fascinerende vrijplaats werd voor dissidente opvattingen en artistieke expressie. Het weinig bestudeerde fenomeen van de Nederlandse notitieboekcultuur werpt een heel nieuw licht op het dagelijks belang van het beeldend scheppen voor individuen die buiten de canon van de kunstgeschiedenis werkten. Dit nog niet aangeboord bronnenmateriaal levert verrassende perspectieven op de emotionele werkzaamheid van kunst en biedt daarom een unieke kijk op de complexe relaties tussen kunst, samenleving en het zelf in vroegmodern Europa. Het genre van de “domestieke” tekenkunst moedigt ons aan om de traditionele begrenzingen van de Nederlandse kunst te herdenken, evenals de omstandigheden waarin ongebreidelde creativiteit kon gedijen.
 

Datum:1 nov 2020 →  15 nov 2020
Trefwoorden:Visual thinking in early modern Europe, Post-medieval manuscript culture, Intersections among art, society and the self
Disciplines:Iconologie, Transregionale studies, Cultuurgeschiedenis, Geschiedenis van de kunsten, Visuele culturen