Landschappen van jongeren aan het werk: plaatsen, praktijken en mogelijkheden voor levensonderhoud in Zuid-Afrika

Deze doctoraatsthesis gaat over het levensonderhoud van jongeren in het hedendaagse Zuid-Afrika.

Voor een eerste verkenning van de relatie tussen jongeren en werk, ontwikkel ik een multidimensionele index rond het concept “inzetbaarheid”. Deze kwantitatieve benadering toont duidelijk aan dat de levensomstandigheden van jongeren, zowel als individu, binnen een gezin, en in de buurt waar ze wonen, sterk samenhangen met het soort werk jongeren al dan niet op de arbeidsmarkt vinden. De analyse toont tegelijk aan dat de mogelijkheden binnen de arbeidsmarkt erg beperkt zijn voor jongeren, en dat het daarom zinvol is voor het onderzoek om ook naar meer diverse en delicate manieren te kijken van hoe jongeren hun bestaan vormgeven.       

Het ethnografische gedeelte van de thesis volgt verschillende jongeren in de kleine havengemeenschap Hangberg, nabij Kaapstad. Ik beschrijf de verschillende activiteiten en dagelijkse interacties die bijdragen tot hun onmiddellijke bestaan, en tot hoe de jongeren zich hun toekomst voorstellen. Dagdagelijkse realiteiten zijn daarbij verweven met grotere sociale, politieke, ecologische en economische contexten. Jongeren bouwen een leven uit in omstandigheden die tegelijk getekend zijn door koloniale geschiedenissen, de urgentie om te overleven, en het verlangen naar welzijn en sociale ontwikkeling.   

Het assemblage denken vormt het overkoepelend theoretisch kader waarin ik de macro- en microniveaus van het levensonderhoud van jongeren analyseer. De lens van het assemblage denken brengt ook de materiële en affectieve plaatsen waar jongeren leven op de voorgrond, de manieren waarop ze hun bestaan waarmaken, en de mogelijkheden die ze voor zichzelf zien in post-apartheid Zuid-Afrika.