< Terug naar vorige pagina

Project

Toegankelijkheid en inclusiviteit van vóór- en vroegschoolse educatie in Europa: beleid en concrete ervaringen

De overkoepelende doelstelling van dit proefschrift is om licht te werpen op de relatie tussen beleidsinstrumenten op het vlak van vóórschoolse educatie (VE) en de ervaringen van gezinnen en kinderen met deze diensten in Europa, vanuit het oogpunt van toegankelijkheid en inclusiviteit. Dit werk is gebaseerd op empirisch onderzoek over de effectiviteit van het VE-beleid inzake toegankelijkheid en inclusiviteit van deze diensten. Deze kwesties worden gekaderd binnen de algemene theoretische context van de verzorgingsstaat, sociale investeringen en sociale rechtvaardigheid en mensenrechten.

Om deze concrete onderzoeksvragen te beantwoorden, worden twee conceptuele kaders toegepast op VE. Het eerste is het institutionele kader van VE dat het beleid en de beleidsinstrumenten groepeert in de drie pijlers van voorziening, regulering en financiering. Dit institutioneel kader wordt met name gebruikt voor onderzoek naar toegankelijkheid. Het tweede is de triade van gelijke kansen, gelijke behandeling en gelijke resultaten, die reeds nuttig is gebleken bij onderzoek naar inclusiviteit van het onderwijs. Deze twee conceptuele kaders zijn de instrumenten die de richting hebben gegeven aan het systematisch uitvoeren van dit onderzoek.

In landen waar VE meer tot de publieke dan tot de particuliere sector behoort, blijken zowel de gerealiseerde toegang als de gepercipieerde toegankelijkheid van VE hoger te zijn. Dit blijkt duidelijk uit de wijze waarop VE wordt verstrekt en gefinancierd. Hoe jonger de leeftijd waarop het wettelijke recht begint, hoe hoger de toegankelijkheid van VE in het land. Ook in landen waar private (commerciële) VE niet is toegestaan, is de toegankelijkheid hoger. Voorts hangen hogere overheidsuitgaven voor VE nauw samen met een betere toegankelijkheid. Naarmate het aandeel van particuliere financiering toeneemt, daalt de gerealiseerde toegankelijkheid. Daarom worden regelingen voor universele toegang aangemoedigd.

Hogere overheidsuitgaven, lagere private of ouderbijdragen en een vroege start van de gratis verstrekking leiden echter niet tot een betere toegang voor kansarme kinderen. Met andere woorden, dit onderzoek bevestigt dat er een Matteüs-effect dreigt te ontstaan door de wijze waarop VE in rijkere landen wordt gefinancierd. Om deze reden moeten universele toegangs- en financieringsregelingen gepaard gaan met gerichte extra-middelen voor kansarme kinderen. Wat betreft de regulering van VE, is de toegankelijkheid van (zowel de gepercipieerde als de gerealiseerde) VE hoger in landen met een eengemaakt systeem dan in landen met een gesplitst systeem. Bovendien is de gerealiseerde toegang hoger in landen waar structurele maatregelen gelden m.b.t. kwaliteit, zoals de vereiste minimumkwalificatie van het personeel voor kleuteronderwijs en het curriculum voor peuters.

Financiële, culturele en gedragsbarrières, een gebrek aan beschikbare plaatsen, en een gebrek aan bewustzijn en informatie worden aangewezen als belangrijke oorzaken van ongelijke kansen voor migrantengezinnen met een laag inkomen in VE, terwijl de uitdagingen met betrekking tot schoolse segregatie, taalverwerving en culturele praktijken bijdragen tot ongelijke behandeling. Dit zijn ook de belemmeringen voor de inclusiviteit van VE-systemen, met name voor kinderen met lage gezinsinkomens of een migratieachtergrond. De bevindingen suggereren dat de ongelijkheid van kansen problematischer is voor jongere kinderen, terwijl de ongelijkheid van behandeling meer betrekking heeft op oudere kinderen. Zowel jongere als oudere kinderen hebben echter behoefte aan verbetering op beide gebieden. Bovendien hebben zowel jongere als oudere kinderen extra middelen en strategieën nodig om op hetzelfde niveau te kunnen presteren als hun niet-kansarme leeftijdsgenoten.

Datum:4 feb 2014 →  6 jun 2019
Trefwoorden:pre-school, ECEC policies, childcare policies
Disciplines:Vroegschoolse educatie, Voorschoolse educatie en kleuteronderwijs, Onderwijsbeleid, Openbaar beleid, Sociaal beleid, Sociologie van het onderwijs
Project type:PhD project