< Terug naar vorige pagina

Project

Uit de klei, in verband. Bouwen met baksteen in het graafschap Vlaanderen 1200-1400

In dit proefschrift worden de introductie en de verspreiding bestudeerd van baksteenarchitectuur in het graafschap Vlaanderen in de 13de en 14de eeuw. Aan de hand van bouwhistorisch onderzoek van bestaande gebouwen, aangevuld met gegevens over verdwenen monumenten uit archeologisch onderzoek en iconografische bronnen, wordt middeleeuwse baksteenarchitectuur uit de deterministische visie gelicht van baksteen als een goedkope ersatz voor natuursteen, de courante verklaring voor de verschijning van baksteenarchitectuur in de middeleeuwen.

Op basis van een analyse van bouwtechnieken, bouwtypologieën en architecturale vormen blijkt dat baksteen moet worden opgevat als het materiële medium waarmee gotische architectuur werd geïntroduceerd in Vlaanderen. Baksteen werd niet gebruikt omdat klei overvloedig aanwezig was, maar omdat het van alle plaatselijke materialen, waartoe in Vlaanderen ook natuursteen behoort, meest geschikt was voor de realisatie van gotische architectuur. In die zin markeert de verspreiding van baksteen ook de verspreiding van het gotische denken in Vlaanderen, namelijk een modulaire benadering van architectuur en een rationalisatie van het bouwbedrijf.

 

De eerste volwaardige bakstenen gebouwen in Vlaanderen werden opgericht omstreeks 1225, door abdijen (de cisterciënzer abdijen Ten Duinen en Boudelo), seculiere kapittels (de Sint-Walburgakerk in Veurne) en ook, tekenend voor de sterk verstedelijkte regio die Vlaanderen toen was, stedelijke bouwheren (het Sint-Janshospitaal en de parochiekerk Sint-Salvator in Brugge). Tegen het einde van de 13de eeuw werd in het ganse gebied tussen Noordzee en Schelde in baksteen gebouwd, zowel in de steden als op het platteland, waar de parochiekerken van nieuwe ontginningsdorpen werden gebouwd op het initiatief van de plaatselijke adel. De 14de eeuw kan gelden als de tijd van de consolidatie van baksteen. De instelling van vaste baksteenformaten door stedelijke overheden geeft blijkt van de grootschalige omvang en het commerciële karakter die de steenbakkerij in Vlaanderen toen had aangenomen.

 

Hoewel bouwkeramiek minstens sinds de 10de eeuw bekend was in Vlaanderen, onder de vorm van daktegels en later ook vloertegels, kan deze traditie niet worden gezien als de directe voorloper van de eerste monumentale bakstenen gebouwen uit het begin van de 13de eeuw. Vermoedelijk werd de steenbakkerij in Vlaanderen geïntroduceerd vanuit Noord-Duitsland, waar al sinds de jaren 1170 grootse baksteenarchitectuur werd gebouwd. De eerste experimenten met steenbakkerij en baksteenarchitectuur in Vlaanderen vonden wellicht plaats in Brugge dat als zeehaven contacten onderhield met handelssteden in Noord-Duitsland, met name Lübeck.

 

Vlaanderen was dan niet de eerste regio in middeleeuws Vlaanderen waar met baksteen werd gebouwd, het was wel de eerste regio waar baksteen werd ingezet voor uitgesproken gotische architectuur. Dit weerspiegelt de ligging van Vlaanderen, op het snijpunt van de Noord-Europese baksteentraditie en de gotische architectuur uit Noord-Frankrijk.

Datum:6 dec 2010 →  20 aug 2015
Trefwoorden:clay
Disciplines:Bouwkunde en gebouwentechnologie, Archeologie, Theorie en methodologie van de archeologie, Andere geschiedenis en archeologie, Visuele kunsten, Geschiedenis, Kunststudies en -wetenschappen
Project type:PhD project