< Terug naar vorige pagina

Project

Universalisme vs. particularisme in de transnationale civil society van mensenrechtenorganisaties. Amnesty International USA en Human Rights Watch tussen samenwerking en concurrentie (1978-2008).

Aan het begin van de 21ste eeuw is het aantal NGO's die in de transnationale civiele samenleving opereren bijna ontelbaar. Men kan de proliferatie van mensenrechtenorganisaties (MROs) toejuichen maar men zou zich ook moeten afvragen waarom er zoveel zijn. Weerspiegelt dit een effectieve arbeidsverdeling of wijst het op particularistische belangen? Dit project, dat nauw aansluit bij de recente groei van historisch onderzoek in MROs, focust op de spanning tussen hun universalistische missie en hun particularistische tendensen. De onderliggende hypothese is dat de toegenomen participatie van MROs in een 'mensenrechtenmarkt' een competitie heeft gecreëerd dat soms botst met de universalistische logica van samenwerking en de verdediging van mensenrechten. Met andere woorden: organisatorisch eigenbelang kan het universeel ideaal van de mensenrechten gefragmenteerd en de effectiviteit van de activiteiten en de campagnes van de MROs belemmerd hebben. Deze hypothese zal getest worden via een analyse van de relaties tussen Amnesty International USA en Human Rights Watch voor de periode 1978 ¿ 2008, waarbij een structureel-kwantitatief onderzoek (historische sociale netwerkanalyse) en een kwalitatieve bronnenstudie gecombineerd zullen worden.
Datum:1 okt 2012 →  30 sep 2014
Trefwoorden:POLITIEKE GESCHIEDENIS, MENSENRECHTEN
Disciplines:Geschiedenis