< Terug naar vorige pagina

Project

Verantwoordelijkheid voor klimaatrechtvaardigheid

Van het vliegtuig waarmee we op vakantie gaan tot de hamburger op ons bord – in ons dagelijks leven dragen we constant bij aan een van de grootste onrechtvaardigheden van onze tijd: de vernietiging van het klimaat. In dit proefschrift onderzoek ik dit onrecht vanuit het perspectief van het individu. Hebben we als individu de verantwoordelijkheid om in actie te komen tegen klimaatdestructie? En wat zouden we dan moeten doen?

Ik betoog dat veel consequentialistische, op oorzakelijkheid gebaseerde en deontologische benaderingen van klimaatethiek te individualistisch zijn. Deze theorieën zoomen in op het individu en hebben weinig tot geen aandacht voor de relatie tussen het individu en de structurele processen die ten grondslag liggen aan de destructie van het klimaat. Wanneer het op individuele verantwoordelijkheid aankomt, leggen ze vaak de nadruk op het verkleinen van onze voetafdruk. Andere mogelijke oplossingen, zoals samenwerken om collectief actie te voeren tegen klimaatverandering, krijgen relatief weinig aandacht. Dat is problematisch, want juist deze oplossingen hebben de meeste kans van slagen. Bovendien kunnen we onze verantwoordelijkheid voor het klimaat alleen begrijpen als we uitzoomen en naar de samenleving als geheel kijken. Klimaatonrechtvaardigheid is immers een collectief probleem.

In navolging van Iris Marion Youngs theorie over structureel onrecht, stel ik voor dat we een Social Connection Model gebruiken om na te denken over onze klimaatverantwoordelijkheden. Dit model erkent dat klimaatonrechtvaardigheid een structureel onrecht is, veroorzaakt door structurele processen die we samen in stand houden. We kunnen dit onrecht daarom het beste bestrijden door gezamenlijk politieke actie te ondernemen om die structurele processen te veranderen. Die politieke actie varieert van meelopen in klimaatmarsen tot campagne voeren voor duurzame politici, en van petities tekenen tot burgerlijke ongehoorzaamheid.

Ik betoog dat we Youngs theorie het beste kunnen bekijken door een intersectionele, feministische lens. De gevolgen van klimaatvernietiging zijn nauw verbonden met racisme, misogynie en andere bestaande onrechtvaardigheden. Daarom kan een intersectionele feministische blik ons helpen om de aard van klimaatonrechtvaardigheid beter te begrijpen. Ook helpt deze blik ons te bepalen hoe individuen moeten optreden tegen klimaatvernietiging. Zo is het belangrijk dat zij zich bewust zijn van deze andere onrechtvaardigheden om klimaatonrechtvaardigheid zo effectief mogelijk te bestrijden. Ten slotte vult deze interpretatie een belangrijk gat in het debat over klimaatethiek, waarin feministische perspectieven vaak volledig genegeerd worden.

Hoewel Youngs Social Connection Model terecht prioriteit geeft aan politieke actie, betoog ik dat we persoonlijke verantwoordelijkheden niet volledig mogen vergeten. Ook het verkleinen van onze voetafdruk kan een rol spelen bij het ondermijnen van het systeem. Onze vervuilende levensstijlen maken immers deel uit van de structurele processen die leiden tot klimaatonrechtvaardigheid. Toch zijn persoonlijke verantwoordelijkheden altijd ondergeschikt aan politieke actie. Klimaatrechtvaardigheid vereist in de eerste plaats structurele verandering.

Datum:16 jul 2015 →  29 jun 2021
Trefwoorden:Collectively caused harm, individual responsibility
Disciplines:Ethiek, Andere filosofie, ethiek en religiestudies niet elders geclassificeerd, Theorie en methodologie in de filosofie, Filosofie
Project type:PhD project