< Terug naar vorige pagina
Publicatie
De zittenblijver als verschoppeling? Een multilevelstudie naar de implicaties van zittenblijven voor de kwantiteit en kwaliteit van vriendschapsrelaties
Boekbijdrage - Boekabstract Conferentiebijdrage
Zittenblijven wordt in het Vlaamse secundair onderwijs vaak toegepast om schoolse achterstand weg te werken. Heel wat onderwijsonderzoek stelt vast dat de praktijk weinig positieve cognitieve gevolgen heeft. Daarnaast zou het ook non-cognitieve bijwerkingen hebben, zoals het verlagen van het zelfbeeld en het verhogen van internaliserende en externaliserende gedragsproblemen. Inherent aan zittenblijven is bovendien dat leerlingen uit hun vertrouwde klasgroep gehaald worden en geconfronteerd worden met nieuwe klasgenoten. Dit impliceert dat deze leerlingen nieuwe vrienden moeten maken. Vertrekkende vanuit de labeltheorie stellen onderzoekers dat zittenblijvers, wegens het stigmatiserend karakter van het label “zittenblijver”, het moeilijk hebben om aansluiting te vinden bij hun nieuwe klasgenoten. Deze onderzoekers gaan ervan uit dat zittenblijvers een grote kans hebben op sociale isolatie. Er is echter weinig onderzoek verricht om deze beweringen empirisch te toetsen. In deze studie onderzoeken we de associatie tussen zittenblijven en het aantal vrienden bij leerlingen uit hetzelfde jaar als de respondent, bij leerlingen in het derde en vijfde jaar secundair onderwijs. Bovendien onderzoeken we of er een compositie-effect gevonden kan worden van het percentage zittenblijvers op school, en onderzoeken we of de relatie tussen zittenblijven en het aantal vrienden verschilt naargelang het percentage zittenblijvers op school.
Boek: Het onderwijs van 12 tot 18 : niet van secundair belang!’, organized by the VFO/SSL, Abstracts
Aantal pagina's: 1
Jaar van publicatie:2014