Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "Het verduidelijken van de rol van psychologische en sociale factoren in lage rugklachten bij intens fysieke adolescenten: een case studie bij vrouwelijke pre-professionele dansers." "Nathalie Roussel" "Antwerps Onderzoeksinstituut voor de Kunsten (ARIA), Beweging Antwerpen (MOVANT)" "Het algemeen doel van dit onderzoek om de rol van psychologische van sociale factoren bij lage rugklachten (LRK) te bestuderen bij adolescenten die intens fysiek actief zijn. Door middel van een kwalitatieve onderzoeksdesign wensen we de psychologische en sociale risicofactoren in kaart te brengen. We gebruiken hiervoor pre-professionele adolescente dansers als case studie. Dit is de eerste aanzet naar fundamentele prospectieve studies waarbij de oorzaak van LRK grondig wordt bestudeerd in adolescenten. Lage rugklachten zijn de meest voorkomende redenen voor arbeidsongeschiktheid en dysfuncties. De prevalentie van LRK neemt spectaculair toe tijdens de adolescentie, vooral bij meisjes. De multidimensionale oorzaak (met inbegrip van biologische, psychologische en sociale factoren) is algemeen aanvaard bij volwassenen, maar werd zelden bestudeerd bij adolescenten. Dit is opmerkelijk, aangezien LRK tijdens de adolescentie een belangrijke risicofactor is voor het ontwikkelen van LRK op volwassen leeftijd. Elite pre-professionele dansers vormen een ideale studiegroep om de etiologie van LRK te bestuderen, aangezien het een homogene groep is wat betreft het niveau van fysieke activiteit en het een groep is met een verhoogd risico op het ontwikkelen van LRK tijdens de adolescentie. Het vernieuwend aspect van onderliggend onderzoeksvoorstel is het ontrafelen van de oorzaken van LRK vanuit een multidisciplinair perspectief in adolescenten met een verhoogd risico op het ontwikkelen van LRK tijdens een uitdagende periode in hun leven. De voorgestelde kwalitatieve onderzoeksmethodologie laat toe om risico factoren meer diepgaand te bestuderen, gezien het tekort aan gevalideerde vragenlijsten om psychologische en sociale factoren te bevragen bij adolescenten. De samenwerking tussen verschillende disciplines laat toe om een meer gedetailleerd inzicht te krijgen in de persoon als geheel, met inbegrip van individuele en contextuele factoren die LRK zouden kunnen verklaren in adolescenten die intens fysiek actief zijn. Dit project vormt de basis voor de voortzettingen van deze onderzoekslijn naar de meer fundamentele aspecten van LRK bij dansers en adolescenten." "Balans controle bij jonge kinderen: een synergetische benadering die functionele beoordeling en neuromechanica combineert om balanscontrolemechanismen te ontrafelen." "Ann Hallemans" "Beweging Antwerpen (MOVANT)" "Adequate balanscontrole is een vereiste om houdingen in het vroege leven en meer complexe grove en fijne motorische vaardigheden later in de kindertijd te bereiken. Balanstekorten zijn een veelvoorkomend probleem bij kinderen met verschillende pathologieën zoals hersenverlamming, ontwikkelingscoördinatiestoornis of sensorineuraal gehoorverlies. Vanwege de potentiële impact van deze balanstekorten op de motorische ontwikkeling, moeten ze vroeg in de kinderjaren worden opgespoord. Balanscontrole is echter complex en omvat verschillende mechanismen zoals voorspellende, proactieve en reactieve controle mechanismen. Momenteel is geen van de beschikbare pediatrische balanstesten in staat het totale concept van balanscontrole in kaart te brengen. De meeste tests richten zich op balanscontrole in statische en voorspelbare omgevingen, waarbij de bijdrage van reactieve balansmechanismen wordt genegeerd. Dit is een ondervertegenwoordiging van de dagelijkse levenssituatie waarbij objectinteracties en veranderende fysieke omgevingen de realiteit zijn. Daarom is het doel van dit project om een geïntegreerde benadering te ontwikkelen voor het beoordelen van de balanscontrole bij kinderen van 5 tot 7 jaar waarbij het volledige concept van balanscontrole wordt behandeld.Een synergetische benadering, waarbij functionele beoordelingsmethoden voor evenwichtsprestaties worden gecombineerd met meer diepgaande neuromechanische analyse, zal worden toegepast. Neuromechanica concentreert zich op het samenspel tussen de neurale processen (bijvoorbeeld reactietijden) en de mechanische aspecten van balanscontrole (bijvoorbeeld de mate van posturale zwaai) en laat op die manier toe balanscontrolestrategieën te ontrafelen. Op deze manier zullen fundamentele inzichten worden verkregen over het construct van balanscontrole en de bijdrage van de verschillende mechanismen bij kinderen van 5 tot 7 jaar oud.Deze inzichten zullen resulteren in een gevalideerde test waarmee de clinicus de balanstekorten in het algemeen en de specifieke domeinen van de evenwichtscontrole die verstoord zijn, kan identificeren. Identificatie van deze domeinen maakt specifieke kinesitherapeutische interventieplanning mogelijk. Bovendien zal een beter begrip van de mechanismen voor evenwichtscontrole bij jonge kinderen nieuwe perspectieven openen voor onderzoek naar de bijdrage van balanstekorten aan ontwikkelingsgebonden (motorische) problemen bij kinderen." "iNNOCENS: datagestuurde klinische inzichten ter verbetering van neonatale zorg." "Kris Laukens" "Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)., ADReM Data Lab (ADReM)" "De analyse van vitale parameters die continu gemeten worden bij een opgenomen patiënt op neonatale intensieve zorgen biedt de mogelijkheid om computationele modellen op te stellen ter predictie van complicaties. Dit project heeft als doel een machine learning model te ontwikkelen om verworven hersenschade van de prematuur te voorspellen. Dit model kan ingezet worden om bedside visualisatie aan te sturen binnen een zelflerend digitaal waarschuwingssyteem." "Motorisch leren en fysieke activiteit bij kinderen met ontwikkelingscoördinatiestoornis" "Katrijn KLINGELS" "Revalidatiewetenschappen, University of Cape Town" "De Onderzoeksraad heeft op 18/10/2018 het verblijf van drs. Emmanuel Bonney (University of Cape Town, South Africa) goedgekeurd. Gedurende dit verblijf zal drs. Emmanuel Bonney onderzoek uitvoeren in samenwerking met uw onderzoeksgroep REVAL." "Sensibilisatie profielen ten opzichte van niet-specifieke lipiden transfer proteïnen (ns-LTP): nieuwe inzichten in de caleidoscoop van IgE reactiviteitsprofielen en klinische fenotypes." "Margo Hagendorens" "Immunologie, Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)." "Niet-specifieke lipiden transfer proteïnen (ns-LTPs) vormen een belangrijke oorzaak voor een toenemend aantal plantaardige voedselallergieën. Sensibilisatie tegen deze ns-LTPs werd hoofdzakelijk vastgesteld bij volwassen en leek vooral geassocieerd met meer ernstige, veralgemeende allergische reacties.Op basis van eigen onderzoek stelden we echter vast dat in onze contreien deze LTP-sensibilisatie ook voorkomt bij kinderen en dat er geen relatie is tussen de aanwezigheid van deze specifieke IgE-antistoffen en het klinisch fenotype.We veronderstellen dat het gebruik van een meer functionele evaluatie aan de hand van basofielenactivatie experimenten een belangrijke meerwaarde kan bieden bij het beoordelen van de klinische relevantie van sensibilisatie ten opzichte van ns-LTPs. De basofielenactivatie test (BAT) imiteert mogelijks beter de in vivo situatie aangezien deze een overbrugging vereist tussen IgE en zijn receptor, FcεRI, vooraleer tot activatie te komen.In dit project willen we de klinische relevantie ontrafelen van twee belangrijke ns-LTPs waartegen sensibilisatie vaak voorkomt, namelijk Pru p 3 van perzik (Prunus persica) en Mal d 3 (Malus domesticus) van appel door aanvullende basofielenactivatie studie. Deze BAT tov ns-LTPs kan mogelijks een belangrijke diagnostische meerwaarde bieden. Ook het functioneel effect van blokkerende IgG4 antilichamen zal worden geëvalueerd." "Spiervermoeidheid tijdens bovenste lidmaat krachttaken bij kinderen met cerebral palsy" "Katrijn KLINGELS" Revalidatiewetenschappen "Dit project heeft als doel onderzoek verrichten naar spiervermoeibaarheid tijdens krachttaken van de bovenste ledematen bij kinderen met cerebrale parese (CP). Kinderen met CP ervaren moeilijkheden met arm- en handfunctie omwille van krachtstekort. Moeilijkheden worden vooral ervaren bij het volhouden van krachttaken, bijvoorbeeld om een voorwerp te stabiliseren of te dragen. Dit suggereert de rol spiervermoeibaarheid tijdens dagelijkse activiteiten. Spiervermoeibaarheid wordt gedefinieerd als een reductie in de capaciteit om kracht te genereren in het neuromusculair systeem tijdens langdurig volgehouden taken. Het project heeft drie doelstellingen. Het eerste doel is systematisch inzicht verkrijgen in de literatuur over spiervermoeibaarheid bij pediatrische populaties. Het tweede doel is het identificeren van een calculatie om spiervermoeibaarheid bij kinderen met CP te berekenen. Het derde doel is het evalueren van spiervermoeibaarheid bij kinderen met CP in vergelijking met typisch ontwikkelende kinderen en het onderzoeken van de impact van spiervermoeibaarheid op activiteiten en participatie. Als derde willen we aspecten van gekende interventies identificeren die een effect hebben op spiervermoeibaarheid. Deze inzichten in het fenomeen van spiervermoeibaarheid bij kinderen met CP zullen resulteren in het optimaliseren van de behandeling van arm- en handfunctie." "Validatie en klinische toepassing van computer geassisteerde longgeluidsanalyse (CALSA), bij patiënten met mucoviscidose en neuromusculaire ziekten aan de hand van medisch functionele beeldvorming." "Beweging Antwerpen (MOVANT), Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)." "Vele respiratoire aandoeningen hebben nood aan een kinesitherapeutische behandeling die zich richt op het klaren van overtollig mucus uit de luchtwegen. Patiënten rapporteren dat ze zich subjectief beter voelen na een behandeling. Top op heden zijn er echter weinig objectieve data m.b.t. eventuele positieve effecten van deze mucus verwijderende technieken. Deze tegenstrijdigheid is te wijten aan het gebrek aan voldoende goede en sensitieve technieken die de effecten van respiratoire kinesitherapie kunnen registreren. Op dit moment lijkt digitale auscultatie gekoppeld aan een gecomputeriseerde analyse van de longgeluiden (CALSA) een beloftevolle techniek om patiënten met respiratoire problematiek klinisch te evalueren. Dit zowel in studieverband alsook in de klinische praktijk. CALSA zou dus een instrument kunnen zijn voor de evaluatie van een kinesitherapeutische behandeling. In dit project willen we een validatie maken van digitale auscultatie en CALSA bij patiënten met mucoviscidose en patiënten met een neuromusculaire aandoening die nood hebben aan respiratoire kinesitherapie. We willen een vergelijking maken van resultaten op CT-beelden en de opgenomen longgeluiden om op deze manier CALSA te valideren. In een tweede luik willen we de effectiviteit van mucusverwijderende technieken evalueren aan de hand van CALSA, en deze ook te vergelijken met klassieke merkers van succes." "Objectivering van het locomotorisch gedrag voorafgaand aan het stappen: een pilootstudie." "Peter Aerts" "Functionele morfologie" "Niet alle kinderen leren kruipen op handen en knieën. Sommige vertonen andere vormen van locomotie, zoalsbijvoorbeeld billenschuiven, buiksluipen of rollen. Hypothetisch stelt men dat deze kinderen een zwakkere coördinatietussen de benen en armen en de schouder- en bekkengordel vertonen. Het doel van deze studie is (1) nagaan of er eencorrelatie bestaat tussen ontwikkelingsfactoren en een afwijkend kruippatroon en (2) een methode ontwikkelen om decoördinatie tijdens het kruipen op een objectieve manier te meten."