Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "Onderzoeksplatform Improved Aid Architecture and Aid Effectiveness (O*platform)." "Nadia Molenaers, Robrecht Renard" "Ontwikkeling: processen, actoren en beleid, AID Policy" "Het O*platform stelt zich tot algemeen doel de kwaliteitsversterking van de Belgische ontwikkelingssamenwerking.Het O*platform stelt zich tot specifiek doel de inbedding van het wetenschappelijk onderzoek in de beleidsvorming en -vertaling van de Belgische ontwikkelingssamenwerking." "Humanitarianism as a Form of Government: Interactions in Aid, Meaning-Making, and Well-being for Helpers of Refugees in Greece and Germany, a Multi-sited, Transdisciplinary Ethnography" "Victoria Fumadó Perez, Rene Gerrets, Koen Peeters" "Sociaalecologisch Gezondheidsonderzoek" "This project will explore the interaction between helpers and refugees and asylum seekers using a multi-sited ethnography that is anchored in Lesbos Island and Athens (Greece), and Berlin (Germany). I define a helper as anyone from an aid worker (lawyer, doctor, camp worker, protection officer, etc.) to independent volunteers and government case-workers. I use the legal definitions of both asylum seeker and refugee but also use the term border crosser as a conscious alternative to hierarchical categorizations of migrants (my focus, however, remains on those seeking or having recently been granted asylum). In particular, I look at how the helper conceptualizes and makes meaning out of his or her interaction with border crossers, exploring the differences (and/or similarities between unpaid volunteers and paid aid and government workers). Central to this project are the themes of humanitarianism and governmentality (Foucault 2007 (1977-8); Malkki 1995; 1996; Hyndman 2000, Feldman 2010; 2015, Ticktin 2005; 2006, Fassin 2007; 2011), categorization and representation (Malkki 1995; 1996, Dhawan 2012; Zetter 2007; Cabot 2014; 2016) and well-being (Ryan and Deci 2001; Waterman 1993). I use a transdisciplinary methodology that includes multiple stakeholders from within and without academia and between disciplines. With a transdisciplinary methodology is the aim is for collaborative, solution-oriented research. In this case, questions about well-being, meaning, and best practices are of importance to all stakeholders, and as such, both the questions and methods remain fluid to accommodate the arising interests of stakeholders. I employ an interpretive phenomenological method (Snow 2001; Smith 1997; 2003; 2008) to explore the meaning that helpers give to their experiences, and how this meaning affects their ability to work effectively and efficiently." "Contribution of C-reactive protein and procalcitonin determination to an innovative diagnostics aid tool for neurological and febrile syndromes in low-resource settings" "Laurent Ratsarahery, Emmanuel Bottieau" "Tropische Geneeskunde" "One of the major challenges for health care workers in low-resource tropical fields is to avoid missing severe (and treatable) infections, but not at the price of indiscriminate use of antimicrobials, in the alarming context of increasing resistance. No perfect biomarker exists so far to accurately distinguish bacterial infections from other conditions, but two generic biomarkers (C-reactive protein, CRP and procalcitonin PCT) have recently shown their clinical utility in reducing antibiotic misuse. Many clinical algorithms have been elaborated to support decision in the field, but their adoption by medical doctors is rather poor because of conceptual weaknesses, lack of evidence and absence of evaluation. We have developed an innovative “panoramic” teaching model prioritizing the not-to-miss conditions, that has a theoretical superiority on conventional algorithms. Thanks to a unique dataset from a large multicenter diagnostic study (NIDIAG) investigating the neurological and febrile syndromes in tropical fields, we could feed our model with real-life data and design a proof-of-concept evidence-based diagnostic aid tool integrating clinical predictors and a relevant set of rapid diagnostic tests (RDTs). This study aims to determine the added value of CRP and/or PCT for diagnosing bacterial diseases, and to integrate them, if and when relevant, in our tool to improve its general accuracy. Once optimized, we plan its external validation and clinical evaluation in large prospective field studies." "One for all and all for cash? Een onderzoek naar duurzame effecten van cash transfers op sociale netwerken en collectieve actie in ruraal Oeganda." "Nathalie Holvoet" "Ontwikkeling: processen, actoren en beleid" """Cash transfer"" waarbij op geregelde tijdstippen een financiële injectie wordt gegeven aan huishoudens is sinds een aantal decennia een belangrijke component van sociale zekerheidssystemen en armoedebestrijding. Tot op heden heeft onderzoek aangetoond dat er positieve effecten zijn op uitgaven, investeringen en onderwijs- en gezondheidsuitkomsten van kinderen terwijl de empirische evidentie minder consistent is voor wat betreft effecten op sparen en productie. Vertrekkende vanuit inzichten uit de intrahuishoudelijke allocatie literatuur, en meer bepaald, de vaststelling dat moeders (in vergelijking met vaders) over het algemeen meer investeren in het menselijke kapitaal van de kinderen en huishoudelijke publieke goederen, zijn veelal moeders de begunstigden van cash transfers. Niettegenstaande verondersteld wordt dat dit ook positieve effecten genereert op het vlak van vrouwelijke emancipatie en gendergelijkheid, is de empirische evidentie op dit vlak niet éénduidig. Terwijl onderzoek naar effecten van cash transfers duidelijk in de lift zit, blijven er een aantal belangrijke hiaten in het bestaande onderzoek die deze studie wil aanpakken: (1) De focus van het bestaande onderzoek situeert zich overwegend op het individuele en huishoudelijke niveau. De bedoeling van deze studie is om de focus te verbreden naar het niveau van de gemeenschap en de effecten van cash transfer te onderzoeken op sociale cohesie, sociale netwerken en collectieve actie. Veranderingen op het collectieve niveau, bv. naar meer sociale cohesie, zijn niet alleen belangrijk an sich maar zijn ook een voedingsbodem voor de investering in publieke goederen die essentieel zijn voor duurzame armoedebestrijding. Het verbreden van de focus van het individuele en huishoudelijke niveau naar het collectieve kan ook vernieuwende inzichten bieden in het onderzoek naar effecten op genderrelaties en vrouwelijke emancipatie die vaak vormen van collectieve actie noodzaken. (2) Tot op heden wordt er weinig aandacht besteed aan de lange termijneffecten van cash transfers. Deze studie wil expliciet bestuderen of en waarom effecten op het individuele, huishoudelijke en collectieve niveau al dan niet overeind blijven eenmaal de cash transfers ophouden. Vertrekkende vanuit inzichten uit de sociale wetenschappen, worden een aantal hypothesen geformuleerd die getest zullen worden aan de hand van een cross-sectional en longitudinale onderzoeksopzet in ruraal west Oeganda. Meer specifiek wordt onze quasi-experimentele impactstudie gelinkt aan een recent afgesloten experiment van universele en niet-conditionele cash transfer (Eight project). Twee rondes van dataverzamelling waarbij verschillende instrumenten werden gebruikt (gewone enquête, netwerk enquête en focus groep) werden reeds uitgevoerd en zijn (partiële) input in deze studie. Het voorliggende onderzoeksvoorstel is niet alleen inhoudelijk innovatief maar levert ook een methodologische bijdrage door het toepassen van sociale netwerkanalyse om de effecten van cash transfers op sociale interactie en sociale structuren in kaart te brengen en te analyseren, iets wat tot op heden niet is gebeurd. Tenslotte is dit onderzoek dat niet alleen academici interesseert maar ook beleidsmakers en implementerende organisaties, zowel in Uganda zelf als in andere ontwikkelings- en geïndustrialiseerde landen (cf. debatten rond basisinkomen). Met het oog op het bereiken van beleidsimpact zullen onderzoeksbevindingen samengevat worden en verspreid via onder meer policy briefs, infographics en seminaries. De aanzienlijke media-aandacht die Eight's cash transfer project krijgt (zie www.eight.world voor een overzicht) biedt ook een mogelijkheid om onderzoeksbevindingen te vulgariseren en een breder, niet gespecialiseerd, publiek te bereiken, wat in toenemende mate tot de kerntaken van een universiteit behoort. Verder zal de nodige aandacht besteed worden aan gepaste feedback naar de lokale gemeenschappen die betrokken waren in de studie." "Taken als vice-chair van de IRIAG (Industrial Research and Innovation Agenda Group) van SPIRE (Sustainable Process Industry through Resource and Energy Efficiency)." "Ronny Blust" "Universitair beheer en administratie" "De opdracht omvat het vervullen van de taken van Ludo Diels als vice-chair van de IRIAG (Industrial Research and Innovation Agenda Group) van SPIRE (Sustainable Process Industry through Resource and Energy Efficiency)." "Pig castration: methods of anaesthesia and analgesia for all pigs and other alternatives for pigs used in traditional products" "Sam Millet, Sam De Campeneere" "Veehouderij, Dier" "Centrale onderzoeksvraag/doelOm een beter zicht te krijgen op de stand van zaken van de alternatieven voor onverdoofde castratie van biggen en om de verschillende mogelijkheden beter in kaart te brengen financierde DG SANTE (Directorate General for Health and Food Safety, Europese Commissie) het CASTRUM project. Deze studie evalueert de toepassing van verdoving en pijnbestrijding en de productie van intacte beren en immunocastraten op vlak van dierenwelzijn, vleeskwaliteit, en praktische en economische haalbaarheid. Binnen dit project lag de focus op de productiesystemen die gelinkt zijn aan de productie van traditionele vleeswaren, maar de bevindingen zijn ook relevant voor de conventionele productie. ILVO werkte in dit project samen met onderzoekers uit Italië (coördinator: University of Bologna; CREA), Frankrijk (IFIP), Slovenië (KIS), Noorwegen (Norwegian Meat and Poultry Research Center) en Duitsland (MLU).OnderzoeksaanpakDe studie werd uitgevoerd op basis van een literatuurstudie en een bevraging van de stakeholders in 17 Europese landen. Via de bevraging werd informatie verzameld over de huidige toepassing van de alternatieven en de houding van de stakeholders ten opzichte van deze alternatieven.Relevantie/ValorisatieDe resultaten van CASTRUM bevestigen dat het al dan niet toepassen van alternatieven voor onverdoofde chirurgische castratie, en de keuze voor een bepaald alternatief of alternatieven sterk verschilt van land tot land. Ook binnen een land bestaan soms verschillende alternatieven naast elkaar.  In Noord-Europa en in Zwitserland wordt voornamelijk gewerkt met verdoving en/of pijnbestrijding tijdens de castratie. In West-Europa zijn verschillende landen gestart met de productie van intacte beren. In België worden er naast intacte beren ook immunocastraten geproduceerd. De meeste kwaliteitsprogramma's vereisen toepassing van pijnbestrijding. In Oost- en Zuid-Europa worden de alternatieven veel minder toegepast. Bij de productie van intacte beren zijn een aantal voor- en nadelen gekend, waarbij de nadelen gelinkt zijn aan gedrag,  vleeskwaliteit en een (kleine) kans op berengeur. Bij de productie van zwaardere varkens voor traditionele vleeswaren neemt het aantal voordelen volgens de respondenten verder af. Zowel berengeur als de lagere vleeskwaliteit remmen de omschakeling naar intacte beren. Immunocastratie kan een deel van de nadelen van intacte beren vermijden, maar de acceptatie van immunocastratie doorheen de keten en door de consument blijft voor dit alternatief een mogelijke struikelblok. Financiering DG SANCO" "Vergelijkende studie van het werkingsmechanisme van Dry Needling and Botulinum Toxin Type A als een behandeling voor onderste lidmaad spasticiteit post-CVA: een proof-of-concept colntrolled trial (STROKE-POC)." "Wim Saeys" "Instituto de Investigación Sanitaria Aragón, McGill University, Beweging Antwerpen (MOVANT)" "Dit onderzoek zal het effect onderzoeken van Dry Needling in vergelijking met BOTOX infiltraties bij spasticiteit in de onderste ledematen na een CVA. Effecten zullen bekeken worden aan de hand van maten betreffende spasticiteit, mobiliteit, functionaliteit en gang." "Active and Healthy Ageing for All 2.0" "Julie Vanderlinden" "Cluster Gezondheidszorg" "Dit project bouwt verder op het huidige PWO project (AHAA, 2019-2021) waarin een levensstijl programma werd ontwikkeld voor mobiele ouderen in kwetsbare situaties, om actief en gezond ouder te worden. In het voorbije AHAA project werd duidelijk dat ouderen in maatschappelijk kwetsbare situaties nog steeds erg onzichtbaar blijven voor lokale dienstencentra (LDC). Ook bleek een kleinschalig uitrol van het programma in de LDC’s onvoldoende om het effect van het programma te kunnen evalueren. Tenslotte uiten de bestaande lokale organisaties voor ouderen hun nood aan eenvoudig implementeerbare programma’s in de praktijk die ingebed kunnen worden in hun programmering. Daarom zal de focus van dit vervolgproject liggen op (1) het buurtversterkend werken door het in kaart brengen en bereiken van ouderen in sociaal kwetsbare situaties in de lokale buurten van de medewerkende LDC’s, wijkgezondheidscentra en organisaties voor buurtzorg in Aalst, Brussel, Mechelen, Gent, Sint-Truiden en Aunove; (2) het grootschalig uitrollen en evalueren van het groepsprogramma in deze zes centra in Brussel en Vlaanderen; en (3) het uitwerken en aanbieden van een train-the-trainer module en interactieve studiedag aan de coördinatoren, medewerkers, vrijwilligers van de werkveldpartners en studenten zodoende dat het programma kan integreren in het bestaande aanbod. Naast publicatie van de resultaten via formele en informele kanalen, wordt een een informatieve studienamiddag aangeboden waarop de resultaten van het programma kenbaar worden gemaakt aan ouderen, geïnteresseerde professionals, werkveldpartners en andere organisaties, studenten en andere burgers." "A Tale of Furan and Nucleic Acids: Een reis door de verkenning van furaanchemie als een veelzijdig hulpmiddel voor het richten op nucleïnezuren." "Annemieke Madder" "Vakgroep Organische en Macromoleculaire Chemie" "MMbio zal de klassiek gescheiden disciplines van chemie en biologie overbruggen door vooraanstaande experts uit de academische wereld en niet-academische partners (industrie, technologieoverdracht en wetenschapscommunicatie) samen te brengen om systemen te ontwikkelen die zijn ontworpen om therapeutisch te interfereren met genexpressie in levende cellen. Expertise in nucleïnezuursynthese, de moleculaire herkenning en chemische reactiviteit ervan wordt gecombineerd met medicijnafgifte, cellulaire biologie en experimentele geneeskunde. Dit project vertegenwoordigt een gezamenlijke inspanning om gebruik te maken van een fundamenteel en kwantitatief begrip van chemische interacties om oligonucleotidemoleculen te ontwikkelen en te leveren die bruikbaar zijn voor therapie. Onze benadering van de chemische biologie op dit gebied is ambitieus in zijn breedte en biedt een unieke kans om jonge wetenschappers op te leiden over sectorale en disciplinaire barrières heen. Opleiding zal uiteraard een breed scala aan vaardigheden omvatten, waarvoor een gezamenlijke inspanning van chemici en biologen nodig is om jonge onderzoekers op een gestructureerde manier kennis te laten maken met een reeks onderzoeksmethodologieën die geen enkele onderzoeksgroep kan bieden. De oprichting van ebiotechnologiebedrijven in een vroeg stadium en in een latere fase zorgt ervoor dat de commercialisering van ethodologieën en het ontwikkelingsproces van geneesmiddelen in dit ITN worden behandeld. We hopen dat MMBio wetenschappers zal opleiden die in staat zijn om zowel het biologische probleem als de chemie die de mogelijke oplossing biedt, te begrijpen en originele experimentele benaderingen te ontwikkelen om Europees academisch en commercieel succes op dit gebied te stimuleren." "Samenwerkingsovereenkomst tussen UHasselt en VITO betreffende het doctoraat van Murih Pusparum, met als titel: ""PRIBE: Personalised Reference Intervals for integrated Biomarkers through new statistical methods and unique longitudinal data""" "Olivier THAS" "Centrum voor Statistiek" "Artsen gebruiken referentie-intervallen (RI) om verschillende testresultaten van patiënten te interpreteren, of het nu gaat om klinische parameters (bv. gewicht), voorspellende of prognostische biomarkers (bv. cholesterolgehalte). Of de testresultaten binnen of buiten een vastgestelde RI liggen, is bepalend voor de diagnose- en behandelingsbeslissingen. Het is dus belangrijk dat RI's op een correcte, interpreteerbare en toepasbare manier worden berekend voor het toenemende spectrum van biomarkers die in de klinische praktijk worden gebruikt (bv. eiwitten of metabolieten gemeten met nieuwe high-throughput technologieën). De huidige methoden om RI's te schatten zijn problematisch omdat ze 1) gebaseerd zijn op de populatieverdeling van parameterwaarden in plaats van op individueel niveau of de combinatie ervan; 2) alleen kunnen worden gebruikt in een transversale setting, terwijl een longitudinale follow-up van patiënten nodig is om de behandelingsrespons te evalueren; 3) te gevoelig zijn voor uitschieters of onrealistische aannames en 4) niet goed toepasbaar zijn op moderne omicsdata. In het PRIBE-project wordt ernaar gestreefd om vakspecifieke longitudinale informatie over de biomarker op te nemen om het methodologische kader voor de berekening van individuele RI's te bevorderen. Gebruikmakend van kwantitatieve regressie, Bayesiaanse en Empirische Bayes-methoden en een unieke longitudinale (omics) dataset, zullen we methodologische en software oplossingen aanbieden die onderzoekers en clinici toelaten om de variabiliteit van biomarker data beter te begrijpen en de individuele RI's te gebruiken voor de opvolging van patiënten in een preventieve geneeskunde benadering."