Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "Een AI-gestuurd dashboard voor het geven van feedback tijdens het leerproces" "Francis Wyffels, Fien Depaepe" "Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, Campus Kulak Kortrijk" "Gebruik van AI-technieken voor het monitoren van de voortgang van studenten in een open leersituatie. Meer specifiek zal de focus liggen op code representatie, zelfgestuurde visualisatietechnieken, datavisualisatie voor een dashboard met feedback over de voortgang van de studenten, en validatie van het dashboard met docenten. Dit in samenwerking met Dwengo vzw, om alles geïntegreerd te zien in hun open-source online programmeer- en simulatieomgeving, die maandelijks door meer dan 1000 studenten wordt gebruikt." "Denken over je eigen denken: Een fijnmaziger onderzoek naar de rol van metacognitieve monitoring bij kinderen in het leerproces van rekenen" "Bert De Smedt" "Gezins- en Orthopedagogiek (OE)" "Goede rekenvaardigheden zijn nodig om mee te kunnen in onze samenleving. Er zijn grote individuele verschillen in de manier waarop kinderen leren rekenen. Eén belangrijke factor daarin is metacognitieve monitoring, i.e. hoe iemand zijn denken opvolgt tijdens een taak. Vertrekkend van 4 leemtes in de literatuur, wil dit project de rol van metacognitieve monitoring in rekenen verder in detail onderzoeken, in 4 werkpakketten: (1) een studie naar metacognitieve monitoring bij kinderen met rekenproblemen (dyscalculie) (2) een trainingsstudie die test hoe metacognitieve monitoring het leren van rekenoefeningen voorspelt (3) een studie naar het effect van trainen van metacognitieve monitoring op rekenen (4) een studie die onderzoekt of de ontwikkeling van metacognitieve monitoring bepaald wordt door leeftijdsgebonden maturatie of door leerjaar-gebonden school effecten. Dit project vormt een cruciale basis voor het ontwikkelen van pedagogische interventies." "De voorbereiding van Spaanse toekomstige leerkrachten secundair onderwijs. Analyse van de kwaliteit van de voorbereiding op hun leerproces." "Martin Valcke" "Vakgroep Onderwijskunde" "Van een initiële lerarenopleiding wordt verwacht dat ze student leerkrachten voorziet van de nodige competenties om te slagen in de beroepspraktijk. Er is echter evidentie dat de kwaliteit van de bereikte competenties bij afgestudeerden eerder kritisch is. In dit onderzoek kijken we deze kritische competenties na vanuit een nieuw gevalideerde competentieraamwerk voor de Spaanse secundaire onderwijscontext." "The DUCK project: hoe irrelevante auditieve events voor afleiding zorgen bij het leerproces bestudeerd aan de hand van computationeel modelleren en kennis extractie uit single-trial elektro-encephalografie (EEG)" "Dick Botteldooren" "Vakgroep Informatietechnologie" "Het menselijk brein kan zeer gericht relevante en irrelevante auditieve stimuli opsplitsen, maar het onderliggende samenspel van neurofysiologische en akoestische mechanismen is nog onvolledig gekend. Het DUCK project wil een computationeel model ontwikkelen dat menselijke auditieve verwerking in een realistische leer-context benadert. Het modelleren van de opeenvolgende verwerkingsstappen zal onderzocht en gevalideerd worden met single-trial EEG in ecologisch valide context." "Neurale grondslagen van de effecten van organisatie van de oefenstonde op het leerproces van motorische vaardigheden" "Stephan Swinnen" "Onderzoeksgroep Bewegingscontrole & Neuroplasticiteit" "Aangezien we, onafhankelijk van leeftijd, continu motorische vaardigheden moeten aanleren, is het van cruciaal belang te weten welk type training tot het beste resultaat leidt. Zo kan het aanleren en onthouden van motorische vaardigheden geoptimaliseerd worden door een bepaalde moeilijkheidsgraad aan te bieden tijdens het oefenen. Dit kan bijvoorbeeld door de trainingsstructuur aan te passen, een fenomeen dat contextuele interferentie (CI) wordt genoemd. Door tijdens het aanleren van bepaalde taakvarianten een gerandomiseerd in plaats van een geblokt oefenschema aan te bieden, wordt een ‘rijkere’ oefencontext gecreëerd waardoor CI wordt geïnduceerd. Gerandomiseerde oefening biedt meer uitdaging dan geblokte oefening, waardoor gerandomiseerde oefening nadelig is voor performantie tijdens het aanleerproces, maar bevorderlijk voor performantie op lange termijn. Uit jarenlang onderzoek is gebleken dat de voordelige effecten van gerandomiseerde oefening, met andere woorden het CI effect, een robuust fenomeen is bij het aanleren van eerder eenvoudige motorische taken. Desalniettemin is de generaliseerbaarheid naar meer complexe, bimanuele, coördinatietaken van groot belang, daar deze alomtegenwoordig zijn in ons dagelijkse leven. Dit is zeker het geval in de context van veroudering, aangezien het behouden van deze vaardigheden cruciaal is om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven. In de eerste fase van dit project werden de gedragsmatige effecten van het CI effect op het leren van een bimanuele coördinatietaak onderzocht. Hierbij werd nagegaan of CI opgaat voor het leren van meer complexe taken bij jongeren en ouderen. Het doel van de tweede fase was fundamentele kennis vergaren over de neurale basis van de gedragsmatige effecten van CI.Een constante doorheen dit proefschrift was het gebruik van een bimanuele coördinatietaak waarbij verschillende taakvarianten werden aangeboden. Deze taakvarianten verschilden in taakcomplexiteit. Uit het gedragsmatig onderzoek (fase 1) is gebleken dat, zowel voor jongeren als ouderen, de typische effecten van CI opgaan bij een lage taakcomplexiteit. Dit wil zeggen dat gerandomiseerde oefening, in vergelijking met geblokte oefening, nadelig was voor performantie tijdens de aanleerfase maar uiteindelijk tot betere performantie leidde tijdens retentie één week later. Echter, wanneer de taakcomplexiteit hoog was, presteerden proefpersonen die gerandomiseerde oefening volgden niet beter op de retentietest dan diegenen die geblokte oefening volgden. Hoe dan ook, onafhankelijk van taakcomplexiteit en leeftijd, leidde gerandomiseerde oefening tot het beter onthouden van de taakvarianten, wat werd aangetoond aan de hand van een stabiele performantie vanaf het einde van de aanleerfase tot aan de retentie één week later. Men zou kunnen stellen dat het gebrek aan absolute prestatieverschillen tijdens retentie te wijten is aan een te hoge moeilijkheidsgraad, doordat hoge taakcomplexiteit gecombineerd wordt met een moeilijker oefenschema. Het lijkt ons echter waarschijnlijker dat de hogere taakcomplexiteit een voordeel opleverde binnen de geblokte groep. Dit omdat “het vergeten” van de aangeleerde taak minder uitgesproken was bij de hogere in vergelijking met lagere taakcomplexiteit. In de context van veroudering toonden onze resultaten aan dat ouderen, zoals verwacht, meer moeilijkheden hadden met het uitvoeren van de bimanuele taak in vergelijking met jongeren, maar dat ze in staat waren om aanzienlijk bij te leren en dat bovendien de voordelige effecten van CI behouden bleven. In de tweede fase van het proefschrift vergaarden we fundamentele kennis over de neurale grondslagen van het CI effect. Aan de hand van functionele beeldvorming (fMRI) werden zowel bij jongeren als ouderen hogere activaties in taakgerelateerde (motorische) gebieden gevonden tijdens de aanleerfase ten aanzien van geblokte in vergelijking met gerandomiseerde oefening. Omgekeerd vonden we dat bij gerandomiseerde oefening in beide leeftijdsgroepen, zowel tijdens de aanleerfase als tijdens retentie, meer beroep werd gedaan op gebieden die instaan voor visuele verwerking. Ook vanuit een neurochemisch perspectief bevestigden onze resultaten dat de visuele modaliteit belangrijk was bij gerandomiseerde oefening. Zo stelden we vast dat de hoeveelheid γ-aminobutyric acid (GABA) in de occipitale cortex daalde bij gerandomiseerde oefening, wat wijst op corticale neuroplasticiteit. Aangezien de bimanuele taak die doorheen dit proefschrift gebruikt werd een sterke visuele component bevatte, duidt dit mogelijk taak-specifieke effecten van CI aan. Een opvallende bevinding in dit proefschrift was dat, in de context van veroudering, activiteit in de regio’s geassocieerd met het default mode netwerk (DMN) en het taak-gerelateerde (motorische)netwerk kon gemoduleerd worden doorheen de trainingsperiode. Zo bleek dat activiteit in hersenregio’s van het DMN daalde bij het aanbieden van een rijkere oefencontext in de vorm van gerandomiseerde oefening, terwijl activiteit in taak-gerelateerde gebieden toenam naarmate oefening vorderde. Deze modulatie binnen de hersenen kwam de prestatie op gedragsmatig niveau ten goede. Het feit dat het reguleren van activiteit in DMN en taak-gerelateerde hersengebieden achteruit gaat bij veroudering, maar dat we desondanks kunnen spreken van omkeerbaardheid van deze effecten door het aanbieden van gerandomiseerde oefening, maakt deze bevindingen uitermate interessant binnen het bredere perspectief van neuroplasticiteit.Samenvattend werd met dit proefschrift aangetoond dat gerandomiseerde in vergelijking met geblokte oefening leidde tot sterkere geheugenrepresentaties van bimanuele taakvarianten. Het feit dat dit zowel bij jongeren als ouderen werd gevonden, toont aan dat de voordelige effecten van bepaalde trainingsprotocols, zoals gerandomiseerde oefening, behouden blijven op latere leeftijd. Vanuit een neuraal perspectief kunnen we stellen dat onze bevindingen wijzen op een taak-afhankelijk effect van CI. Ten slotte werd aangetoond dat het aanbieden van een meer uitdagende oefencontext leidde tot veranderingen in de betrokkenheid van het DMN en taak-gerelateerde hersengebieden bij ouderen, dewelke uiteindelijk leidde tot voordelige effecten op gedragsniveau (retentie)." "Authentieke cooperatieve of team leeromgevingen: Hoe beïnvloeden studenttext karakteristieken het leerproces en het product?" "Professionele Opleiding en Ontwikkeling en Levenslang Leren" "De ontwikkeling van vertrouwen bij lagere schoolkinderen als een cognitief leerproces: Psychoendocrinologische en epigenetische mechanismen." "Guy Bosmans" "Gezins- en Orthopedagogiek (OE)" "De theorie die de ontwikkeling van het vertrouwen door kinderen bestudeert (attachment theory) beschrijft dit proces alleen metaforisch als de internalisering van ervaringen met responsieve en gevoelige opvoeding. Daarom zal het ontrafelen van dit proces een significante wetenschappelijke impact hebben." "ICT - integratie in het onderwijs- en leerproces: Een theorie generatie en verificatie studie" "Ruben Vanderlinde" "Vakgroep Onderwijskunde, Yıldız Technical University" "De huidige studie streeft naar (1) de identificatie vanonderscheiden soorten ICT-gebruik in het secundair onderwijs, (2) bestudering van ICT gebruik invloedfactoren genest inschool, team/groep en individueel niveau, (3) het meten vande effecten van onderscheiden soorten ICT gebruik oponderwijsresultaten,(4) ontwikkeling van een allesomvattendemodel te verklaren ICT integratie in de secundaire scholen.Dit vruchtbare werk zal voegen originaliteit en waardevollebijdragen aan de theorie en praxis rijk van ICT in het onderwijs." "De invloed van tekstrepresentatie op het leesproces tijdens het schrijven" "Luuk Van Waes" Management "(Professionele) schrijvers onderbreken het tekstproductieproces voortdurend om hun reeds-geproduceerde-tekst te monitoren. Dit proces van 'lezen tijdens schrijven' is tot nu toe onderbelicht geweest maar dankzij technologische ontwikkelingen kunnen we nu het leesgedrag tijdens schrijven bestuderen. In ons onderzoek gaan we na hoe bij het (her)lezen de cognitieve oriëntatie van het schrijfproces verschuift en wat de relatie is tussen lezen en schrijven enerzijds en lezen en reviseren anderzijds." "Een longitudinaal onderzoek naar jonge leerlingen L2 Engels sprekende vaardigheden: het bestuderen van groepen en individuen." "June Eyckmans" "Vakgroep Vertalen, tolken en communicatie" "In taalverwervingstheorieën wordt het belang van blootstelling aan een vreemde taal binnen en buiten de klas beklemtoond. Als er veel input beschikbaar is voor de leerder kan er veel en snel worden geleerd. Het is echter niet zo duidelijk welke factoren en processen het leren aandrijven. In dit project zal ik de ontwikkling van Engelse spreekvaardigheid onderzoeken bij jonge vreemdetaalleerders, zowel op groepsniveau als op individueel niveau. Een benadering waar het leerproces voorop staat is ‘complex dynamic systems theory’ (CDST). De data van de individuele leerders zal ik ook bekijken vanuit CDST-perspectief. Ik zal de ontwikkeling onderzoeken in twee periodes: gedurende de middelbare schooltijd (lange termijn) en tijdens een longitudinale studie van één jaar die ontwikkeling ‘in real time’ in kaart brengt. Het project focust op verschillende aspecten van het leerproces: - Ten eerste zal ik onderzoek doen naar de leercurve (op groepsniveau en op individueel niveau). - Ten tweede wil ik de rol van verschillende aspecten van taalvaardigheid (complexiteit, accuraatheid en vlotheid) in de ontwikkeling van spreekvaardigheid en de relatie tussen de verschillende aspecten tijdens deze ontwikkeling bestuderen. - Tot slot zal ik onderzoeken wat de bijdrage is van interne en externe individuele variabelen in de ontwikkeling van spreekvaardigheid. Met dit onderzoek wil ik meer inzicht verwerven in de leerprocessen en ontwikkeling van spreekvaardigheid in een vreemde taal."