Titel Affiliaties "Korte inhoud" "Moleculaire Beeldvorming van Gedragsstoornissen bij de hond met behulp van functionele beeldvorming" "Vakgroep Bouwkundige Constructies en Bouwmaterialen, Vakgroep Morfologie, Beeldvorming, Orthopedie, Revalidatie en Voeding" "HOnden met gedragsstoornissen worden onderworpen aan functioneel hersenonderzoek met SPET om de regionale doorbloeding en functie van het serotonerge systeem in beeld te brengen. Bloed wordt genomen om op een indirecte manier te paielen naar de activiteit van het serotonerge systeem met behulp van kwantificatie van de serotonine-2A receptor op bloedplaatjes. Er zal genetisch onderzoek worden uitgevoerd op dit bloed." "Moleculaire beeldvorming en moleculaire profiel voor hoofd, nek , long- en rectumkanker MRT : toepassing in de dosis-painting en reactie voorspelling." "Wilfried De Neve" "Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek" "De KUL-UCL-UG consortium heeft bijgedragen sinds 2003 (met dank aan de steun van de Stichting tegen Kanker) om het gebruik van moleculaire beeldvorming in Target Volume (TV) te valideren afbakening voor de behandeling van hoofd en de nek (H1N) en rectale kankers. In lijn met de vorige onderzoeksprojecten, het algemene doel van het huidige project is: 1) om de dosis-schilderij benadering van stralingsdosis op tv (s escaleren) afgebakend onPET beelden met behulp van tracers van het metabolisme, hypoxie en proliferatie te valideren. H & N tumores, een gerandomiseerde fase II gelanceerd locoregionale controle als het primaire eindpunt; longtumoren (NSCLC), een fase II studie worden gestart; 2) het gebruik van moleculaire beeldvorming PET en DW-MRI valideren responspredictie vroeg tijdens gelijktijdige chemo-radiotherapie. Reactie wordt beoordeeld op chirurgische preparaat voor rectale kanker (preoperatieve chemoradiotherapie) of beeldvorming tijdens de follow-up van H & N kanker NSCLC; 2) het gebruik van moleculaire beeldvorming PET en DW-MRI valideren responspredictie vroeg tijdens gelijktijdige chemo-radiotherapie. Reactie wordt beoordeeld op chirurgische preparaat voor rectale kanker (preoperatieve chemoradiotherapie) of beeldvorming tijdens de follow-up van H & N kanker NSCLC; 3) de convergentie van moleculaire beeldvorming en moleculaire profiel testen voor de voorspelling van tumor bij patiënten met H & N, rectale en NSCL kanker." "Onderzoek in fysiologie met de volgende generatie moleculaire beeldvorming." "Stefaan Vandenberghe" "Vakgroep Elektronica en Informatiesystemen" "In het Sphynx project zal een innovatieve Time-of-Flight-PET scanner voor het ganse lichaam gebouwd worden. Het zal gebruikt worden als toestel voor onderzoek in fysiologie in planten, grote dieren en mensen. In vergelijking met de huidige klinische PET scanner (die 3 tot 5 ringen van detector en een bewegend bed hebben) wordt er in Sphynx 20 of meer ringen gebruikt om een lange cylinder van detectoren te bekomen. Het toestel kan grote levende wezens in een enkele snelle opname volledig in beeld te brengen, het is 20 keer meer sensitief, en de scherpte van de beelden zal met een factor 2 (tov de standaard klinische PET) verbeteren. Het project is ondersteund vanuit een grote wetenschappelijke Vlaamse groep van ingenieurs, farmaceuten, bio-ingenieurs en klinische en veterinaire specialisten. De specifieke domeinen binnen de fysiologie van mensen, dieren en  planten zijn neurologie, oncologie, endocrinologie, gastro-enterologie, pediatrie en ecofysiologie van planten. De resultaten van Sphynx kunnen leiden tot nieuwe klinische therapieen (medicijnen, cellulaire therapie, radiotherapie, chirurgische procedures, transplantatie) en oplossingen in land-en bosbouw en ecosystemen." "SRP-Onderzoekszwaartepunt: Immunoregulatoire cellen als doelwit voor moleculaire beeldvorming en therapie in inflammatoire ziekten en kanker" "Jo Van Ginderachter, Tony Lahoutte" "Toegepaste Biologische Wetenschappen, Ondersteunende Klinische wetenschappen" "Het Strategisch Onderzoeksprogramma ‘Immunoregulatoire cellen als doelwit voor moleculaire beeldvorming en therapie in inflammatoire ziekten en kanker' (ITAREG) bestaat uit twee onderzoeksgroepen: een groep onder leiding van Prof Dr Tony Lahoutte en Prof Dr Nick Devoogdt 'Medische Beeldvorming/In vivo Cellulaire en Moleculaire Beeldvorming' (MIMA/ICMI) (Faculteit Geneeskunde) en een groep onder leiding van Prof Dr Jo Van Ginderachter 'Cellulaire en Moleculaire Immunologie' (CMIM) (Faculteit Wetenschappen en Bio-ingenieurswetenschappen). Samen zullen we: (1) De fundamentele rol bestuderen van verschillende celtypes die de immuunrespons van het lichaam reguleren tijdens ontstekingsziekten en kanker. Bijgevolg zullen we doelwitmolecules identificeren op deze cellen, die van belang kunnen zijn als ankerpunten voor toekomstige therapieën. (2) Kleine antilichaamfragmentjes, genaamd nanobodies, ontwikkelen als contraststoffen om deze celpopulaties in het levende lichaam te volgen. We veronderstellen dat lichaamswijde beeldvorming van deze immunoregulatoire en -effector celpopulaties tijdens ontstekingsreacties klinisch relevant zal zijn voor het diagnosticeren van ziekten en het voorspellen van de uitkomst van innovatieve behandelingen. Bovendien zal het doelwitten van immunoregulatoire subpopulaties in het lichaam ook van direct therapeutisch nut zijn. (3) Klinische trials uitvoeren om het nut van deze nanobodies in patiënten te evalueren." "Biomerker- en therapieontwikkeling door moleculaire beeldvorming van kleine proefdieren." "Steven Staelens" "Medicinale chemie (UAMC), Moleculaire Beeldvorming en Radiologie (MIRA)" "De afgelopen decennia werden verschillende traditionele medische beeldvormingstechnieken ontwikkeld voor routinegebruik. Deze beeldvormingsmodaliteiten, zoals computertomografie (CT), magnetische resonantie beeldvorming (MRI), echografie en nucleaire beeldvorming (PET/SPECT) zijn breed toepasbaar voor de beeldvorming, diagnose en behandeling van zowel patiënten als kleine proefdieren. Een uniek kenmerk van moleculaire beeldvorming is het gebruik van moleculaire beeldvormingsmiddelen (endogene moleculen of exogene speurstoffen) om bepaalde doelwitten of reactiepaden in beeld te brengen en biologische processen in vivo te visualiseren, karakteriseren en kwantificeren. Hoge resolutie beeldvormingssystemen voor kleine proefdieren, zoals microPET/CT scanners, zijn belangrijke hulpmiddelen geworden in preklinisch onderzoek. Een substantieel voordeel van deze techniek is het niet- invasieve karakter van deze beeldvormingsexperimenten, waardoor longitudinale studies mogelijk zijn, elk proefdier als zijn eigen controle fungeert, en het aantal proefdieren kan gereduceerd worden. Deze benadering met geminiaturiseerde klinische scanners maakt zo de brug naar de ziekenhuispraktijk, wat uiteindelijk resulteert in verbeterde patiëntenzorg of -behandeling. Met deze aanvraag beogen wij onze bestaande microPET/CT-scanners uit 2011 na tien jaar dienst te vervangen door een digitaal up-to-date systeem, ter verderzetting van onze preklinische moleculaire beeldvormingsstudies." "Een hoge-resolutie en hoge gevoeligheid hybride klein dier PET-CT-systeem voor gecombineerde moleculaire / functionele en anatomische preklinische beeldvorming in neurologie, oncologie en cardiologie." "Koen Van Laere" "Biomedische MRI, Radiofarmaceutisch Onderzoek, Nucleaire Geneeskunde & Moleculaire Beeldvorming" "Moleculaire beeldvorming laat in-vivo niet-invasieve visualisatie, karakterisatie en kwantificatie toe van biologische en pathofysiologische processen die longitudinaal opgevolgd kunnen worden in specifieke (transgene) proefdiermodellen van humane ziekten in een fysiologische context. Het hybride PET-CT toestel voor kleine proefdieren verstrekt moleculaire informatie met hoge sensitiviteit en submillimeter resolutie perfect geregistreerd met gedetailleerde anatomische informatie en dit in één beeldvormingssessie. Dit laat accuratere kwantificatie toe van processen en vermindert de invloed van fysiologische veranderingen in vergelijking met de huidige beeldvorming in twee aparte sessies. Toepassingen van PET-CT in neurologie, cardiologie en oncologie zullen meer gedetailleerde informatie verschaffen over ziektemechanismen, leiden tot identificatie van nieuwe doelwitten en evaluatie van therapeutische/farmacologische interventies toelaten. Daarenboven zal deze techniek een belangrijke rol spelen in het versnellen en verbeteren van tracerontwikkeling waardoor nieuwe PET-tracers veel sneller toegepast kunnen worden in de klinische praktijk en in de geneesmiddelenontwikkeling." "Longitudinale moleculaire beeldvorming van synaptische integriteit bij de ziekte van Huntington." "Steven Staelens" "Bio-imaging lab, Moleculaire Beeldvorming en Radiologie (MIRA), Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)" "De ziekte van Huntington (HD) is een dominant erfelijke aandoening gekenmerkt door progressieve neurodegeneratie van het striatum, dat ook andere gebieden treft zoals de hersenschors. Patiënten vertonen progressief motorische, cognitieve en psychiatrische stoornissen. De symptomen beginnen gewoonlijk op middelbare leeftijd. De mutatie die verantwoordelijk is voor deze fatale ziekte is een abnormaal aantal en onstabiele CAG herhalingen in de coderende regio van het huntingtine-gen. De pathogene mechanismen waarbij het mutant huntingtine-eiwit neuronale disfunctie en celdood veroorzaakt, zijn nog niet volledig begrepen (Menalled, 2005). Er werd aangetoond dat één van de pathofysiologische kenmerken onderliggend aan het mechanisme van HD-gerelateerde onderdrukking van inhibitie de tonische activiteit van de metabotrope glutamaat receptor type 5 (mGluR5) is (Dvorzhak, Semtner, Faber, & Grantyn, 2013). Inhibitie van glutamaterge neurotransmissie via specifieke interactie met mGluRs kan interessant zijn voor zowel inhibitie van de ziekteprogressie als voor vroege symptomatische behandeling (Scheifer et al., 2004). Om de rol van glutamaterge pathways verder te onderzoeken door middel van PET-beeldvorming bij kleine proefdieren, heeft deze studie als doel verschillende Pet imaging agents te gebruiken als tracers in een knock-in muismodel van de ziekte van Huntington." "Evaluatie van moleculaire, dosimetrische en ultrastructurele beeldvorming in het beleid van neuro-endocriene tumoren, behandeld met Peptide Receptor Radionuclide Therapie: resultaten van een prospectieve, monocentrische, niet-gecontrolleerde fase II studi" "Christophe Deroose" "Nucleaire Geneeskunde & Moleculaire Beeldvorming, Klinische Digestieve Oncologie, Hepatologie" "SAMENVATTING Neuroendocriene tumoren (NET) zijn een heterogene groep van tumoren die afstammen van endocriene cellen dewelke verspreid in het ganse lichaam voorkomen. NET werden ooit als zeldzaam beschouwd, maar hun incidentie en prevalentie zijn substantieel toegenomen in de afgelopen 30 jaar. De groeiende incidentie wordt vermoedelijk veroorzaakt door het toegenomen gebruik van endoscopie en verbeterde diagnosestelling. De jaarlijkse incidentie wordt op heden op 5/100 000 geschat. Omdat NET vaak een trage groei, in combinatie met een lange overleving, vertonen, is de prevalentie vrij hoog (35/100 000). Gastroenteropancreatische (GEP) NET, bronchiale carcinoïden, medullaire schildklier carcinomen, pheochromocytomen en paragangliomen behoren tot deze groep tumoren. Een groot verschil tussen neuroendocriene tumoren en soliede carcinomen is de uitgesproken klinische symptomatologie ondanks de beperkte grootte van deze tumoren, te wijten aan de stapeling en de secretie van peptiden en biogene amines. Deze symptomen zijn vaak ook verschillend binnen eenzelfde tumor type, wat ze erg moeilijk behandelbaar maakt. De behandeling van NET is typisch multidisciplinair en zou best geïndividualiseerd gebeuren naargelang het tumor type, de graad, de hoeveelheid tumor, de uitzaaiingen in het lichaam en het al dan niet aanwezig zijn van symptomen. Chirurgie is de eerste behandeling en kan resulteren in genezing in de meerderheid van de patiënten met gelokaliseerde ziekte; in geval van uitgezaaide ziekte behoren interventionele radiologische en systemische behandelingen zoals somatostatine analogen, interferon, chemotherapie, groeifactor- en kinase inhibitoren en peptide receptor radionuclide therapie (PRRT) tot de mogelijkheden. Vele NET brengen specifieke G-proteïn-gekoppelde transmembranaire  receptoren tot expressie op hun celmembraan. De best bestudeerde zijn de somatostatine receptoren, dewelke het therapeutisch gebruik van somatostatine analogen mogelijk maken. Daarnaast dienen deze receptoren ook als doelwit voor diagnostische beeldvormingstracers, waarbij een gestabiliseerd somatostatine analoog, gecombineerd wordt met een radionuclide zoals indium-111 voor conventionele scintigrafie of gallium-68 voor PET-beeldvorming. Somatostatine receptor beeldvorming biedt ook de mogelijkheid tot selectie van patiënten voor PRRT. Bij deze therapie worden de gestabiliseerde somatostatine analogen verbonden met beta-, Auger of alfa-stralers. Na interveneuze injectie worden deze moleculen geïnternaliseerd in de tumor via de somatostatine receptor en kunnen ze ter plaatse celschade veroorzaken door de bestraling van het cel DNA. Er werden al gunstige klinische resultaten behaald, met complete tot partiële responsen in 10-30% van de patiënten, zowel met 90Y-DOTATOC, een zuiver beta-straler, als met 177Lu-DOTATATE, een gecombineerde beta- en gamma-straler. Men toonde eerder reeds een duidelijk verband tussen geabsorbeerde dosis ter hoogte van de tumor en respons aan; de bedoeling van PRRT is daarom een maximale dosis  ter hoogte van de tumor af te leveren, terwijl de geabsorbeerde dosis ter hoogte van de gezonde weefsels zo laag mogelijk blijft. Deterioratie van de nierfunctie is de activiteit-limiterende factor bij PRRT, zeker bij gebruik van 90Y-DOTATOC. Tijdens PRRT wordt het radiopeptide namelijk gereabsorbeerd in de proximale tubulus van de nier en vastgehouden in het interstitium, hetgeen tot nierbestraling leidt. De simultane toediening van positief geladen aminozuren, zoals L-lysine en/of L-arginine, dewelke competitief binden ter hoogte van de megalin receptor en hierdoor de tubulaire reabsorptie inhiberen, zorgen voor een afname in renale dosis van 9 tot 53%. Ondanks deze nierprotectieve maatregelen, kan renale insufficiëntie ontstaan, soms vele jaren na de radionuclide therapie en voornamelijk in geval van 90Y-DOTATOC therapie. Wij voerden een prospectieve klinische fase-2 monocentrische studie uit, waarbij 71 patiënten werden gescreend en 50 patiënten werden gestart met 90Y-DOTATOC-PRRT. Alle patiënten hadden histologisch bewezen, metastatische NET, dewelke progressief gedrag vertoonden na, of niet meer reageerden op, conventionele therapie. De belangrijkste inclusiecriteria waren (1) voldoende somatostatine receptor expressie, vastgesteld door middel van PET-scintigrafie met 68Ga-DOTATOC (tumorale opname > opname in normaal leverparenchym), en een biologisch effectieve dosis (BED) ter hoogte van de nieren kleiner dan 37 Gy na minstens 3 cycli van 90Y-DOTATOC aan 100% van de activiteit, gebaseerd op eerder gepubliceerde data. We hebben dosimetrie, voorafgaan aan PRRT, uitgevoerd in elke patiënt met het radiopeptide 111In-pentetreotide. PRRT met simultane toediening van aminozuren, bestond uit 4 cycli 90Y-DOTATOC aan 1.85 GBq/m²/cyclus, elke 8 weken, reikend tot een BED ter hoogte van de nieren van 37 Gy. Respons op de therapie werd geëvalueerd door middel van de CT van de 68Ga-DOTATOC PET/CT die uitgevoerd werd op 40 weken na de eerste behandeling. Nierfunctie werd gecontroleerd door een 51Cr-EDTA onderzoek op 18 en 30 weken na PRRT. Dit onderzoeksproject beoogde in de eerste plaats het klinisch gebruik van PRRT met 90Y-DOTATOC, wat bereikt werd aangezien PRRT gestart werd in 50 patiënten. Een tweede doelstelling was het verhinderen van niertoxiciteit door middel van een patiënt-gerichte dosimetrie. Een prospectief dosimetrie protocol, met de simultane toediening van dezelfde aminozuuroplossing als tijdens PRRT en gebruik makend van een BED ter hoogte van de nieren van 37 Gy als limietwaarde voor niertoxiciteit (op basis van gepubliceerde data), werd ontwikkeld voor deze studie en heeft bewezen een goede leidraad te zijn voor veilige 90Y-DOTATOC therapie, gezien snelle deterioratie van de nierfunctie en evolutie tot ernstige niertoxiciteit werd verhinderd in 98% van de patiënten (49/50). In de meeste protocols vertoont 90Y-DOTATOC-PRRT een objectieve respons in ongeveer 30% en een stabiele ziekte in ongeveer 50% van de patiënten met een mediane ziektevrije overleving van 30 maanden. Meer sensitieve, functionele beeldvorming is noodzakelijk om op een vroeg tijdstip tijdens PRRT het effect van de therapie te beoordelen, zodanig dat de kost en de potentiële neveneffecten in niet-responderende patiënten afneemt.Hierom voerden we voorafgaand aan PRRT en op 7 weken na de eerste toediening, een 68Ga-DOTATOC PET/CT en DW-MRI uit. We wilden nakijken of deze functionele beeldvormingsmethoden een mogelijke meerwaarde hebben in het onderscheiden van responders en non-responders en daarnaast wilden we ook onderzoeken of er een toegevoegde meerwaarde is in de respons beoordeling en de voorspelling van therapie outcome.Gebruik makend van semi-kwantitatieve data (SUVmax en SUVmax 7w-baseline) op pre-PRRT 68Ga-DOTATO PET, konden wij een subgroep patiënten onderscheiden met een goede prognose na PRRT, wat van belang is in de opvolging van deze patiënten.Gebruik makend van DW-MRI konden we een subgroep patiënten met een duidelijk slechte evolutie na PRRT onderscheiden op een vroegtijdig punt in de behandeling van deze patiënten. Indien deze bevindingen nog gevalideerd worden door een externe cohorte, kan men onze resultaten gebruiken om het therapeutisch beleid in deze patiënten te veranderen, meerbepaald het stoppen van PRRT en overschakelen op een andere behandeling waardoor patiënten hierbij gespaard blijven van de toxiciteit en de kost van de overige (nutteloze) behandelingen. We besluiten dat we, door dit onderzoeksproject, niet alleen het klinisch gebruik van PRRT in UZ Leuven hebben mogelijk gemaakt, maar daarnaast, ook belangrijke ervaring hebben opgedaan in het uitvoeren van PRRT en pre-therapeutische dosimetrie.We hebben, mede ook dankzij het dosimetrie protocol, voor extra selectiecriteria voor PRRT gezorgd, gebruik makend van functionele beeldvormingsmethoden, voorafgaand aan en op een vroeg tijdstip tijdens PRRT, om te patiënten te behandelen met zo weinig mogelijk toxiciteit en een zo groot mogelijke respons." "Moleculaire beeldvorming voor vroegtijdige respons evaluatie van geneesmiddelen die inwerken op de PI3K/Akt/mTOR signaaltransductieweg in een HER-2 overexprimerend borstkankermodel." "Sigrid Stroobants" "Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)" "De behandeling met Trastuzumab in humaan epidermale groeifactor receptor 2 (HER-2) over-exprimerende borstkanker heeft meestel slechts een tijdelijk effect. Resistentie is vaak gelinkt aan een aberrante activatie van de PI3K/Akt/mTOR signaaltransductieweg. Momenteel zijn er verschillende geneesmiddelen beschikbaar gericht tegen belangrijke doeleiwitten die deze signaaltransductieweg aansturen zoals oa mTORC1 inhibitoren (everolimus) en PI3K inhibitoren (PIK-90). Activatie van alternatieve transductiewegen en/of downregulatie van negatieve feedbackloops tonen duidelijk aan dat blokkade van één doelwit niet de ultieme oplossing is. Het simultaan ontwikkelen van predictieve markers is daarom uitermate belangrijk om de optimale geneesmiddelencombinatie te selecteren voor de individuele patiënt. Het gebruik van moleculaire beeldvormingstechnieken in deze context is veelbelovend gezien deze toelaten het tumormetabolisme op een niet-invasie manier in beeld te brengen. In dit project, willen we het gebruik van specifieke PET en SPECT tracers evalueren als vroege respons biomarker voor geneesmiddelen die inwerken op de PI3K transductieweg. Dit onderzoek zal uitgevoerd worden in-vitro (3 borstkanker cellijnen) en in-vivo (seriele PET/SPECT scans in een orthotoop muis-model voor en na behandeling).Doelstellingen:1. Evaluatie van de PET tracers 18F-FDG (suikerverbruik) en 18F-FLT (celproliferatie) als vroege respons marker voor doelgerichte geneesmiddelen die inwerken op de PI3K transductieweg in diermodellen met HER-2 overexprimerend borstkanker. Therapie geïnduceerde verandering van FDG en FLT opname zullen gecorreleerd worden met immunohistochemische merkers van celproliferatie en celdood, alsook met de fosforylatiestatus van de verschillende doeleiwitten van de PI3K transductieweg. 2. Gezien sommige van deze geneesmiddelen ook effect hebben op de nieuwvorming van bloedvaten, zal ook het gebruik van een nieuwe SPECT tracer T99m-HYNIC-RGD worden geëvalueerd. Deze tracer bindt aan de de ανβ3,integrin receptor, welke vooral aanwezig is op nieuw gevormde bloedvaten.3. Voor FLT-PET zal tevens het belang van dynamische beeldvorming met kinetische modellering worden geëvalueerd voor kwantificatie van celproliferatie." "Multimodale moleculaire beeldvorming van ischemische hartziekte en hartfalen" "Piet Claus, Olivier Gheysens" "Cardiovasculaire Beeldvorming en Dynamica, Nucleaire Geneeskunde & Moleculaire Beeldvorming, Cardiologie" "Gedurende de laatste decennia hebben belangrijke technologische ontwikkelingen in zowel de hardware als software van medische nucleaire beeldvorming haar positie op het gebied van niet-invasieve cardiale beeldvorming versterkt en uitgebreid. Zowel single-foton emissie computertomografie (SPECT) als positron emissie tomografie (PET) worden ingezet voor de beoordeling van patiënten met hart- en vaatziekten. Dit doctoraatsonderzoek was bedoeld om inzicht te verkrijgen in enkele nieuwe mogelijkheden in nucleaire cardiologie om perfusie en metabolisme te beoordelen die kunnen helpen bij de diagnose van coronair lijden (CAD) en therapiebegeleiding in de context van hartfalen (HF).Een doel van dit onderzoek was om te onderzoeken hoe de beoordeling van perfusie en glucosemetabolisme, met respectievelijk 13N-NH3 en 18F-FDG PET, kan helpen om de pathofysiologie van linkerventrikel (LV) remodelering te ontrafelen bij HF patiënten met linker bundeltakblok (LBBB) die in aanmerking komen voor cardiale resynchronisatietherapie (CRT) en of PET kan helpen om de therapie response van CRT-implantatie bij HF-patiënten betrouwbaar te voorspellen.Een tweede focus van het onderzoek was de recent geïntroduceerde cardiale SPECT-camera’s uitgerust met cadmiumzinktelluride (CZT) detectoren, die voor het eerst de mogelijkheid bieden om myocardperfusie met SPECT te kwantificeren en daardoor mogelijks het management van patiënten met CAD kunnen verbeteren.  Desondanks de nadelen van klinisch beschikbare SPECT-perfusietracers, zoals de onderschatting van perfusie bij hoge debieten, hernieuwden we onze interesse in 99mTc-teboroxime - een perfusietracer met gunstigere kenmerken, die lange tijd van de markt was gehaald vanwege zijn te snelle kinetiek in vergelijking met de trage SPECT-camera’s. In dit onderzoeksproject onderzochten we of de snelle kinetiek van 99mTc-teboroxime een voordeel kan bieden voor de nieuwe SPECT CZT-camera en hebben we de prestaties om myocardperfusie te kwantificeren geëvalueerd."