Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "Screenen voor neurocognitieve stoornissen na een beroerte in een cultureel diverse populatie in Suriname" "Céline Gillebert" "Brein en Cognitie (OE)" "Neurocognitieve stoornissen (NCS) komen voor bij 53,4% van de patiënten met een beroerte (Barbay et al., 2018) en zijn sterk geassocieerd met invaliditeit en functionele afhankelijkheid na een beroerte (Jokinen et al., 2015; Lawrence et al., 2001; Nys et al. al., 2007). Vroege screening voor neurocognitieve stoornissen en revalidatie is daarom noodzakelijk. Hoewel er cognitieve screeningstools zijn voor NCS in het algemeen (bijv. de Montreal Cognitive Assessment; MoCA) en NCS na een beroerte (bijv. de Oxford Cognitive Screen; OCS), is het onduidelijk hoe geschikt deze zijn voor gebruik bij beroerte populaties met hoge culturele diversiteit. Aangezien wereldwijde migratietrends een toenemende diversiteit binnen de bevolking van landen laten zien (Verenigde Naties, 2002; 2009), is het noodzakelijk om te onderzoeken hoe goed deze tests psychometrisch presteren in populaties met een hoge culturele diversiteit.Het algemene doel van het doctoraatsproject is het onderzoeken van de nauwkeurigheid van cognitieve screeningsinstrumenten voor het opsporen van NCS in populaties met een beroerte en een hoge culturele diversiteit. Om dit doel te bereiken, is het project opgedeeld in werkpakketten, die elk een specifiek doel hebben.Het eerste doel is om de nauwkeurigheid te beoordelen van twee veelgebruikte domein-algemene cognitieve screeningsinstrumenten en een recenter ontwikkeld domein-specifiek cognitief screeningsinstrument bij het opsporen van NCS in cultureel diverse beroerte populaties.Het tweede doel is het onderzoeken van de psychometrische eigenschappen van een domein-algemeen en een domein-specifiek cognitief screeningsinstrument, de MoCA en de OCS, bij gezonde volwassenen in Suriname (Zuid-Amerika), een populatie met een hoge culturele diversiteit.Het derde doel is het onderzoeken van de psychometrische eigenschappen van deze instrumenten, de MoCA en OCS, bij beroerte patiënten in Suriname (Zuid-Amerika), een beroerte populatie met hoge culturele diversiteit.Samenvattend zal dit project de psychometrische eigenschappen van cognitieve screeningsinstrumenten voor het opsporen van NCS in populaties met een beroerte en met culturele diversiteit onderzoeken." "Exergames bij mensen met een majeure neurocognitieve stoornis" "Davy Vancampfort" "Onderzoeksgroep Aangepaste Bewegingsactiviteiten en Psychomotorische Revalidatie, Neuropsychiatrie" "Majeure neurocognitieve stoornis wordt gekarakteriseerd door een afname van cognitieve en motorischefuncties, wat tot een verminderde zelfstandigheid in dagelijkse activiteiten kan leiden. Deze functionele afnamekan tot een verminderde kwaliteit van leven, een verhoogde belasting van de zorgverleners en verhoogdegezondheidskosten op lange termijn leiden. De afgelopen jaren is er een groeiende interesse in de voordelenvan niet-farmacologische therapieën, zoals regelmatige fysieke activiteit. Onderzoekers hebben recentaangetoond dat een combinatie van cognitieve en fysieke training een positieve invloed heeft op cognitievefuncties bij mensen met een majeure neurocognitieve stoornis. Om die reden is het erg belangrijk om eencombinatie van fysieke en cognitieve training aan deze doelgroep aan te bieden.Door vooruitgang in de technologie ontstond recent de mogelijkheid om fysieke activiteit en cognitieve takenin één sessie aan te bieden door exergames (exercise en video games). Exergames zijn interactieve videogameswaarbij de deelnemer lichaamsbewegingen uitvoert als respons op visuele, auditieve en somatosensorischeaanwijzingen. Eerder onderzoek toonde aan dat exergames meer cognitieve voordelen veroorzaakten dangewone fysieke activiteit. Daarnaast verhoogt het ook de algemene fysieke activiteitslevels en vermindert hethet risico op obesitas, depressie en valrisico. Gezien deze veelbelovende voordelen is het erg belangrijk om hetgebruik van exergames bij mensen met een majeure neurocognitieve stoornis te onderzoeken. In de eerstefase van dit project wordt het gebruik van exergames in deze populatie onderzocht door middel van eenmixed-methods studie. In de tweede fase zullen we deel uitmaken van een internationale studie waarbijgangvariabiliteit en –tempo gebruikt worden om het exergame aan de deelnemer aan te passen. Weveronderstellen dat het uitvoeren van exergames door mensen met een majeure neurocognitieve stoornisaangenaam is en dat het hen motiveert om fysiek actief te zijn. Daarnaast veronderstellen we dat het eenpositieve invloed kan hebben op de kwaliteit van leven, fysiek functioneren, cognitieve functies en gedrag." "Rol van componenten van het corticostriatale systeem in responsflexibiliteit, sturing van aangeleerd gedrag en neurocognitieve deficits." "Rudi D'Hooge" "Laboratorium voor Biologische Psychologie" "Het corticostriatale systeem wordt gesuggereerd een belangrijke rol te spelen in cognitieve functies, maar zijn specifieke rol in ruimtelijke cognitie is bijna nog niet onderzocht. Verschillende neurologische en psychiatrische ziektebeelden, zoals de ziekte van Parkinson en schizofrenie, zijn gerelateerd aan (cortico)striatale disfuncties. Naast motor stoornissen en psychotische episodes, gaan deze stoornissen eveneens gepaard met cognitieve problemen die zich al vroeg in het verloop van de ziekte manifesteren. De beschikbare medicatie werkt niet doelgericht voor de behandeling van deze cognitieve deficits waardoor deze chronisch aanwezig blijven en bijdragen tot zwakke functionele uitkomsten van deze patiënten.Het belangrijkste doel van dit proefschrift was om de rol van het corticostriatale systeem te bestuderen in relatie tot ruimtelijk-cognitieve functies en gedragsmatige flexibiliteit. We rapporteerden een differentiële en tijdsgebonden betrokkenheid van dorsomediaal (DMS) en dorsolateraal striatum (DLS) in ruimtelijke cognitie. DMS, maar niet DLS, was belangrijk voor het verwerven van ruimtelijke informatie en de ontwikkeling van ruimtelijke zoekstrategieën tijdens vroege leerfasen. Eveneens toonden onze data ook DMS-betrokkenheid tijdens het verdere verloop van het leerproces en wanneer aanpassingen in navigatie vereist waren. Deze resultaten suggereren een rol voor DMS tijdens ruimtelijke navigatie, wanneer contextuele informatie verzameld en gebruikt moet worden om ruimtelijke zoekstrategieën te ontwikkelen, en wanneer gedrag nog flexibel is. DMS ontvangt directe input van de anterieur cingulate cortex (aCC), en zowel Arc expressiepatronen als aCC/DMS-disruptielaesies toonden aan dat aCC/DMS-connectiviteit gedrag controleert tijdens vroege leerfasen.In het algemeen identificeerden onze experimenten DMS en aCC/DMS-connectiviteit als centrale anatomische onderdelen voor respons flexibiliteit en ruimtelijk leren. Deze bevindingen zijn gerelateerd aan cognitieve symptomen van verschillende ziektebeelden met corticostriatale (dis)functies, en kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van mogelijke behandelingen van deze verwoestende stoornissen. " "Het verhogen van weerbaarheid en welbevinden bij depressie: De ontwikkeling van innovatieve neurocognitieve interventies" "Rudi De Raedt" "Vakgroep Experimenteel-Klinische en Gezondheidspsychologie" "Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis waarbij bestaande behandelingen vaak onvoldoende effectief zijn. Op basis van inzichten verkregen via een lopende GOA (eindigend december 2015) stellen wij een nieuw project voor met onderzoek naar innovatieve manieren om psychologische interventies te combineren met neurostimulatie gericht op mechanismen betrokken bij anhedonie en veerkracht, om duurzaam welzijn bij depressie te vergroten." "Het verhogen van weerbaarheid en welbevinden bij depressie: De ontwikkeling van innovatieve neurocognitieve interventies" "Ernst Koster" "Vakgroep Experimenteel-Klinische en Gezondheidspsychologie" "Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis waarbij bestaande behandelingen vaak onvoldoende effectief zijn. Op basis van inzichten verkregen via een lopende GOA (eindigend december 2015) stellen wij een nieuw project voor met onderzoek naar innovatieve manieren om psychologische interventies te combineren met neurostimulatie gericht op mechanismen betrokken bij anhedonie en veerkracht, om duurzaam welzijn bij depressie te vergroten." "Het verhogen van weerbaarheid en welbevinden bij depressie: De ontwikkeling van innovatieve neurocognitieve interventies" "Gilles Pourtois" "Vakgroep Experimenteel-Klinische en Gezondheidspsychologie" "Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis waarbij bestaande behandelingen vaak onvoldoende effectief zijn. Op basis van inzichten verkregen via een lopende GOA (eindigend december 2015) stellen wij een nieuw project voor met onderzoek naar innovatieve manieren om psychologische interventies te combineren met neurostimulatie gericht op mechanismen betrokken bij anhedonie en veerkracht, om duurzaam welzijn bij depressie te vergroten." "Het verhogen van weerbaarheid en welbevinden bij depressie: De ontwikkeling van innovatieve neurocognitieve interventies" "Chris Baeken" "Vakgroep Hoofd en Huid, Vakgroep Psychiatrie en Medische Psychologie" "Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis waarbij bestaande behandelingen vaak onvoldoende effectief zijn. Op basis van inzichten verkregen via een lopende GOA (eindigend december 2015) stellen wij een nieuw project voor met onderzoek naar innovatieve manieren om psychologische interventies te combineren met neurostimulatie gericht op mechanismen betrokken bij anhedonie en veerkracht, om duurzaam welzijn bij depressie te vergroten." "Algemene cognitieve vaardigheid, hippocampale metaplasticiteit en detectie van neurocognitieve stoornis bij muizenmodellen van de ziekte van Alzheimer." "Rudi D'Hooge" "Laboratorium voor Onderzoek naar Neurodegeneratieve Ziektes (VIB-KU Leuven), Laboratorium voor Biologische Psychologie" "Het verhogen van weerbaarheid en welbevinden bij depressie: De ontwikkeling van innovatieve neurocognitieve interventies" "Rudi De Raedt" "Vakgroep Hoofd en Huid, Vakgroep Experimenteel-Klinische en Gezondheidspsychologie, Vakgroep Psychiatrie en Medische Psychologie" "Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis waarbij bestaande behandelingen vaak onvoldoende effectief zijn. Op basis van inzichten verkregen via een lopende GOA (eindigend december 2015) stellen wij een nieuw project voor met onderzoek naar innovatieve manieren om psychologische interventies te combineren met neurostimulatie gericht op mechanismen betrokken bij anhedonie en veerkracht, om duurzaam welzijn bij depressie te vergroten." "Loskomen van de pijn: Neurocognitieve benadering voor de verklaring en de voorspelling van de respons op de moderne neurowetenschappelijke aanpak voor patienten met whiplashgeassocieerde aandoeningen" "Mira Meeus" "Vakgroep Revalidatiewetenschappen" "Acute pijn helpt ons om gevaar te vermijden. Wanneer pijn chronisch wordt, echter, en er is geen (langer) weefselschade, het kan zeer invaliderend zijn. Chronische whiplash-geassocieerde stoornis (WAD) is een type chronische pijn, meestal gekenmerkt door nekpijn. Veel patiënten met WAD vertonen een slechte behandeling reacties, die een uitdaging vormen voor rehabilitatie. Onlangs is een nieuwe behandeling voorgesteld: de moderne neurowetenschappelijke aanpak. Deze aanpak begint met neurowetenschappelijk onderwijs. Het legt bijvoorbeeld uit dat pijn aanwezig kan zijn in afwezigheid van weefselbeschadiging en dat zeker overtuigingen en angsten met betrekking tot pijn kunnen pijnsignalen via de hersenen versterken. De tweede stap is oefening behandeling, benadrukken en uitdagen van verwachtingen, overtuigingen en angsten met betrekking tot bewegingen en pijn. De voorgestelde studie zal neuroimaging gebruiken om het neurocognitieve effect van dit nieuwe onderzoek te onderzoeken nadering. Bijvoorbeeld door te bestuderen hoe de hersenen pijn verwerken en of de behandeling verandert deze. Daarnaast onderzoeken we de structuur van de hersenen, zoals of het communicatieve neurale is paden worden sterker met de behandeling. We vergelijken patiënten die de nieuwe behandeling ontvangen patiënten die op de gebruikelijke manier worden behandeld en beide groepen vergelijken met pijnvrije controles. Met deze studie we beogen de werkingsmechanismen van deze veelbelovende behandeling te ontrafelen en proberen uit te leggen en voorspellen inter-individuele verschillen in reacties op de behandeling. Het uiteindelijke doel is om te optimaliseren en pas de behandeling aan het individu aan."