Naam Verantwoordelijke Activiteit "Biomaterialen - BIOMAT" "Bart Van Meerbeek" "De BIOMAT-onderzoeksgroep richt zich op diverse soorten biomaterialen met orofaciale toepassing, en omvat fundamentele materiaalwetenschap en biologische celcultuur, micro-organismen en dierlijk onderzoek, evenals toegepast laboratorium- en klinisch onderzoek." "Departement Beeldvorming & Pathologie" "Tania Roskams" "Het Departement Beeldvorming & Pathologie voert bidirectioneel onderzoek over beeldvorming en pathologie, met als doel die nieuwe inzichten te vertalen naar betere diagnostische en therapeutische toepassingen.Het Departement Beeldvorming & Pathologie bestaat uit 9 afdelingen: Biomedische MRI; Forensische Biomedische Wetenschappen; Medische Fysica & Kwaliteitscontrole; Nucleaire Geneeskunde & Moleculaire Beeldvorming; Radiologie; Theragnostisch Laboratorium; Translationeel Cel- en Weefselonderzoek; Translationele MRI; Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie - Beeldvorming & Pathologie." Orthodontie "Maria Cadenas de Llano Perula" "Het onderzoek binnen de onderzoekseenheid orthodontie is toegespitst op de verschillende aspecten van orthodontie en dentofaciale orthopedie, zowel in groeiende als niet groeiende populaties. Groei, ontwikkeling en morfologie worden geëvalueerd in drie dimensies waar mogelijke." "Parodontologie en Orale Microbiologie" "Wim Teughels" "De afdeling parodontologie voert zowel klinisch als fundamenteel onderzoek uit. Het klinisch onderzoek richt zich vooral naar het optimaliseren van niet chirurgische parodontale behandelingen, diagnostiek in de parodontologie, planning en uitkomst van orale implantaten, diagnose en behandeling van halitosis. Daarnaast werd in 1996 de ""Research Group for Microbial Adhesion"" opgericht. Deze beoogt, via samenwerking met andere laboratoria binnen en buiten de K.U.Leuven, meer fundamentele microbiologische topics te onderzoeken zoals de interactie tussen bacteriën, bacteriën en cellen, bacteriën en virussen, het gebruik van pre- en probiotica, etc.. Tenslotte werkt deze onderzoeksgroep zeer nauw samen met het Labo voor Orale Beeldvorming en het Labo voor Orale Fysiologie (ivm functie van kaakspieren, EMG, trigeminale reflexen).Onderzoeksprojecten van Afdeling Parodontologie: -Niet chirurgische therapie: etiologie en behandeling van parodontale infecties, volledige monddesinfectie in de behandeling van parodontitis, gebruik van antibiotica/antiseptica in de parodontologie, optimalisatie van de behandeling van halitosis.-Chirurgische therapie: klinische effecten van nieuwe materialen bij parodontale chirurgie, interactie tussen osseogeïntegreerde implantaten en parodontale weefsels, gebruik van botsubstituten voor kaakbotverbreding/verhoging, accuraatheid van boormallen bij het plaatsen van orale implantaten. -Diagnostiek: gebruik van MS/CB CT voorafgaand aan het plaatsen van orale implantaten of andere ingrepen, optimalisatie van de ademanalyse (ook bij patiënten met systeemaandoeningen), optimalisatie van de orale microbiologie, bruikbaarheid van ""Hounsfield"" waarden bij implantaat operaties, -Fundamenteel onderzoek, adhesie van bacteriën aan weke en harde weefsels, interactie tussen bacteriën en bacteriën met virussen, probiotica, prebiotica, biofilm vorming, biomarkers in de uitgeademde lucht als indicatoren voor systeemaandoeningen, biologische controle van orale biofilms met Bdellovibrio bacteriovorus, interferentie van beneficiële bacteriën met paropathogenen (leefbaarheid, colonisatie, biofilm ontwikkeling).Doctoraatsprojecten van Afdeling Parodontologie : -De waarde van Hounsfield units bij het plaatsen van implantaten.Expertises van afdeling Parodontologie : -Expertise QUIRYNEN MARC: orale microbiologie (aerobe en anaerobe kweek van orale micro-organismen), klinische analyse van antibiotica/antiseptica in de parodontologie, klinische analyse van orale implantaten, klinische uitkomst van GBR/GTR behandelingen, analyse van nieuwe chirurgische technieken/materialen in de parodontologie (inclusief implantaten en botsubstituten) mondademgeur analyse, biomarkers in uitgeademde lucht, analyse van bruikbaarheid radiologische analyses (MSCT, CBCT, panoramische opnames, intra-orale beelden).-Expertise JACOBS REINHILDE: Dentomaxillofaciale beeldvorming, beeldvormingsanalyzes inzake trabeculaire botstructuur, beeldvormingsanalyzes inzake pathologische en/of therapeutische veranderingen ter hoogte van tanden en kaakbot, dosimetrie en stralingsbiologie, optimalisatie in functie van balans tussen de noodzakelijke beeldkwaliteit en dosimetrie voor klinisch radiologische indicaties, ontwikkeling en validaties van nieuwe digitale workflow aspecten, 3D print en bioprinting vanuit DMFR beelden.  Zie ook  www.omfsimpath.be-Expertise TEUGHELS WIM: orale microbiologie (kweek en moleculaire technieken,), experimentele niet chirurgische parodontale therapie, orale probiotica, orale prebotica , esthetische niet chirurgische parodontale therapie, bacteriële adhesie aan harde en zachte weefsels, bacteriële gastheerinteracties, biofilm kontrole via antiseptica, antibiotica, probiotica, prebiotica en predator bacteriën, biofilm vorming, omgevings-invloed op de bacteriële adhesie, kolonisatie en biofilm vorming, microbiologische communicatie en bacteriële interacties.-Expertise TEMMERMAN ANDY: klinische analyse van en behandelplanning met orale implantaten, klinische uitkomst van GBR/GTR behandelingen, analyse van nieuwe chirurgische technieken/materialen in de parodontologie (inclusief implantaten en botsubstituten), analyse van bruikbaarheid radiologische analyses (MSCT, CBCT, panoramische opnames, intra-orale beelden), klinische uitkomst van esthetische en niet-esthetische mucogingivale parodontale chirurgie, klinische uitkomst van L-PRF behandelingen. Nummer van deze onderzoeksgroep: 50000648" "Departement Mondgezondheidswetenschappen" "Bart Van Meerbeek" "Het Departement Mondgezondheidswetenschappen voert onderzoek dat biomedische kennis en technologie genereert en toepast op mondgezondheid en mondaandoeningen, met als doel die expertise te vertalen in betere mondgezondheid en mondzorg.Het Departement Mondgezondheidswetenschappen bestaat uit 4 afdelingen: Bevolkingstudies Mondgezondheid; Biomaterialen - BIOMAT; Orthodontie; Parodontologie en Orale Microbiologie. Daarnaast is er een onderzoekslijn rond Pijn & Dysfunctie.   " "Stomatologie, Orthodontie en Parodontologie" """De afdeling PADO ontwikkelt hoofdzakelijk onderzoek in de volgende domeinen: _________________________________________________________ 1. Epidemiologie van parodontale aandoeningen 2. Mondhygiene steun 3. Het gebruik van anti-bacteriele stoffen in de preventie en behandeling van parodontale aandoeningen 4. Diagnostische technieken in periodontology 5. Histopathology en microbiologie van parodontale aandoeningen De afdeling SMAF stomatologie en maxillofaciale chirurgie doet voornamelijk onderzoek in de volgende domeinen: 1. Computer assisted radiologie en chirurgie 2. Reconstructie van grote botdefecten met custom made implantaten vervaardigd door rapid prototyping AZ-VUB SMAF Stomatologie; 3. Controle op de stress build-up in all-keramiek met een roman optische vezel karakterisering Technic. 4. Ervaring met verschillende speech processing systemen in het dagelijks orofacial klinische routine 5. Chirurgie in de behandeling van aangeboren en verworven misvormingen 6. Therapie voor craniomandibular pijn disfunctie 7. Forensische wetenschappen; Bepaling van leeftijd op de tanden, verbeterde technieken en analyse in industriele onderzoeken op tandheelkundige materialen (polymeren, metalen.)""" "Vakgroep Mondgezondheidswetenschappen" "Mieke De Bruyne" "De vakgroep Mondgezondheidswetenschappen maakt deel uit van de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen en voert onderzoek uit binnen het domein van de mondgezondheidswetenschappen." "Industriële Ingenieurswetenschappen" "VisieDe faculteit Industriële ingenieurswetenschappen van de UHasselt is een jonge faculteit die werd opgericht bij de integratie van de hogeschoolopleidingen industriële wetenschappen in de universiteiten. Op het vlak van onderwijs wordt de opleiding Industriële Wetenschappen georganiseerd in samenwerking met de KU Leuven. De bachelor Industriële Wetenschappen is een multidisciplinaire basisopleiding met doorstroming naar de aansluitende masteropleidingen als primaire finaliteit. Er zijn zes afstudeerrichtingen: bouwkunde, chemie, elektromechanica, elektronica-ICT , nucleaire technologie en verpakkingstechnologie. De acht aansluitende masteropleidingen (biochemie, bouwkunde, chemie, elektromechanica, elektronica-ICT, energie, nucleaire technologie en verpakkingstechnologie) leveren academisch gevormde industrieel ingenieurs die kunnen functioneren als breed inzetbare probleemoplossers en/of ontwikkelaars. De industrieel ingenieur moet technologie vertalen en technologische vernieuwingen procesmatig implementeren. De opleiding legt de nadruk op zowel onderzoek als maatschappelijke dienstverlening en industriële praktijk. De faculteit IIW kiest voor hoogwaardig toegepast onderzoek binnen een aantal geselecteerde multidisciplinaire speerpunten. Een deel van de onderzoeksactiviteiten situeren zich binnen de UHasselt onderzoeksinstituten. Dit is het geval voor het onderzoek in de domeinen verpakkingstechnologie, functionele lagen, medische diagnostiek, zonne-energie en energieopslag (binnen imo-imomec), de domeinen medische beeldvorming, milieuchemie en hergebruik van natuurlijk radioactief materiaal (binnen CMK) en wegontwerp (binnen IMOB). .De activiteiten van de onderzoeksgroep bouwkunde zijn ondergebracht in het nieuwe Applicatiecentrum voor Beton. MissieDe faculteit Industriële ingenieurswetenschappen streeft naar kwaliteitsvol onderwijs, hoogstaand multidisciplinair technologisch onderzoek en valorisatie van kennis. De faculteit richt zich hierbij op de regio zonder een brede internationale oriëntatie uit het oog te verliezen. Door een actieve samenwerking met de regionale industrie, zowel op het gebied van vorming als van onderzoek en dienstverlening, wil de faculteit een actieve rol spelen in de verdere economische ontwikkeling van de regio." "Centrum voor Milieukunde" "Robert MALINA" "Vanaf het begin werd, en ook voor de toekomst wordt geopteerd voor een weloverwogen combinatie van en symbiose tussen hoogwaardig fundamenteel milieugerelateerd onderzoek en toegepast onderzoek met financiering vanuit de verschillende geldstromen (2e, 3e, 4e). De uitbouw van het volledige spectrum van fundamenteel tot toegepast onderzoek biedt diverse opportuniteiten, zoals o.a. versterking van de kritische massa, verwerving en efficiënt gebruik van apparatuur, 'buffercapaciteit' in functie van conjunctuurfluctuaties etc. zodat voldoende mogelijkheden aanwezig zijn voor het realiseren van een adequate wetenschappelijke output, potentiële economische valorisatie van onderzoeksresultaten en deelname aan internationale netwerken. De leden van het CMK participeren aan het onderwijs in verschillende richtingen Zie ""Link met het onderwijs"". Wetenschappelijke dienstverlening wordt uitgevoerd in domeinen die in het verlengde liggen van de onderzoeksexpertise. Aan overheden, bedrijven en particulieren worden adviezen verleend met betrekking tot topics die aansluiten bij de verschillende activiteitsdomeinen van het CMK. De meeste leden nemen ook (beleids)taken op in diverse organisaties buiten de instelling." "Vakgroep Bouwkundige Constructies en Bouwmaterialen" "Geert De Schutter" "Het onderzoek in de vakgroep Bouwkundige Constructies is hoofdzakelijk gericht op bouwkundige toepassingen en situeert zich zowel op het gebied van materiaalaspecten, als op het gedrag van constructies of delen ervan. De vakgroep omvat twee onderzoeksgroepen. Het Laboratorium Magnel voor Betononderzoek is een internationaal gericht onderzoekscentrum met kerndomeinen betontechnologie, duurzaamheid van beton en het structureel gedrag van gewapend en voorgespannen beton. Het onderzoek omvat traditionele en nieuwe betonsoorten, waaronder zelfverdichtend beton en beton met toevoegsels (vb. hoog volume vliegasbeton) en polymeren. Zowel kenmerken op jonge ouderdom (rheologie, hydratatie, microstructuur, enz.) als het mechanisch gedrag van betonelementen (o.a. brandweerstand, niet-lineair gedrag, veiligheid) worden behandeld. Het onderzoek betreft eveneens alternatieve betonwapening zoals vezelcomposieten, versterking van bestaande constructies, monitoring en niet-destructieve evaluatie, risicoanalyse van bouwprocessen, kwaliteitscontrole van beton en toepassing van beton in de landbouwsector. Belangrijke onderzoekslijnen betreffen eveneens microbiële processen op bouwmaterialen, studie naar intelligente materialen (o.a. zelfhelende materialen) en de interactie tussen microstructuur, transportmechanismen in beton, duurzaamheid en levensduurbeschouwingen. In het Laboratorium voor Modelonderzoek wordt het gedrag van constructies of delen ervan bestudeerd aan de hand van modellen, toepasselijk indien een theoretische analyse te complex wordt, de theoretische basis nog ontbreekt of hypothesen geverifiëerd moeten worden. Onderzoek wordt vooral gericht op de stabiliteit en sterkte van structureel staal in gebouwen, dik- en dunwandige staalconstructies en structurele glazen onderdelen. Het onderzoek omvat eveneens de mechanische aspecten van de biomechanica, meer specifiek het designproces van medische toepassingen in de vasculaire biomechanica. Als universitair onderzoekscentrum vervult het Laboratorium Magnel een drieledige functie inzake: 1. Onderwijs aan studenten burgerlijk ingenieur (Onderwijs). Daarnaast worden ook evenementen georganiseerd zoals studiedagen, symposia, internationale uitwisselingsprojecten, enz. (Evenementen). 2. Fundamenteel en toepassingsgericht wetenschappelijk onderzoek (Onderzoek). 3. Onderzoek en ontwikkeling voor de bouwnijverheid, certificatie-organismen en openbare besturen (Wetenschappelijke dienstverlening) Het laboratorium heeft een accreditatie conform EN ISO 17025 (BELAC nr. 220) en is erkend door de federale overheid. Laboratorium voor modelonderzoek: Het veld van wetenschappelijk onderzoek en dienstbetoon is tegelijk ruim en divers. Het domein van onderzoek omvat een groot aantal producten en/of verwezenlijkingen uit de wereld van de civiele techniek. In het labo wordt het gedrag van constructies of delen ervan bestudeerd aan de hand van modellen. Dit type onderzoek wordt gebruikt wanneer de aard van de uitgeoefende krachten of de geometrie van de structuur een theoretische analyse enorm moeilijk maakt, wanneer de theoretische basis nog ontbreekt of wanneer deze gestoeld is op een aantal hypotheses die geverifieerd moeten worden aan de hand van experimenten Onderzoek wordt vooral gericht op de stabiliteit en sterkte van structureel staal in gebouwen, dik- en dunwandige staalconstructies en structurele glazen onderdelen. Binnen het kader van dit onderzoek heeft het labo een jarenlange ervaring met het meten van mechanische spanningen in afgewerkte structuren of structuren in aanbouw. Recent toont het labo een sterke interesse in de structuur mechanische aspecten van de biomechanica, meer specifiek in het designproces van medische toepassingen in de vasculaire biomechanica."