Titel "Korte inhoud" "Improving soil, potato crops, human health and forage quality in a climate change context - EMPOCHA" "geen abstract" "Project Spaans Federaal Onderzoeksfonds: ""Emoción, memoria, identidad linguística y aculturación emocional: su influencia en el aprendizaje de español como lengua de migración""" "Kris Buyse" "Instituut voor Levende Talen (ILT)" "In dit onderzoek, gefinancierd door het Spaans Federaal Onderzoeksfonds (FFI2017-83166-C2-2-R; Ministerio de Economía, Industria y Competitividad. Gobierno de España; PI: Susana Martín Leralta (Universidad Nebrija, Madrid), 27.467€) onderzoeken we de mogelijke impact van migratie op taal en emoties. Emotionele ervaringen hangen nauw samen met de culturen waartoe we behoren en de talen die we spreken. Als gevolg van migraties, wanneer mensen en groepen met verschillende culturen en talen met elkaar in contact komen, vinden er acculturatieprocessen of aanpassingen van culturele patronen plaats, die zich in het geval van emoties vertalen in emotionele acculturatieprocessen. In die zin vragen we ons af hoe de relatie is tussen het behoud van de taal van oorsprong en de emotionele acculturatie van Spaanse migranten en hun afstammelingen (Spaanse “heritage speakers”), in vergelijking met niet-migrerende Spanjaarden, en dit in verschillende Europese landen.Binnen dit project loopt één doctoraatsproject aan de KU Leuven (cotutelle met Universidad Nebrija), nl. dat van Marta Gallego García (28/4/2020 - 28/4/2024). Daarnaast begeleidt Kris Buyse als copromotor een 2de doctoraatsproject binnen Emilia aan de Universidad Nebrija zelf. " "Caritas et Memoria. Een studie naar de samenhang tussen armenzorg en memorieviering in de kosmopolitische stad Brugge tijdens de late middeleeuwen - vroegmoderne periode aan de hand van de organisatie en werking van de parochiale dissen." "Paul Trio" "Onderzoeksgroep Middeleeuwen, Campus Kulak Kortrijk" "In dit onderzoek staat de wisselwerking tussen armen- en memoriezorg in de late middeleeuwen en de zestiende eeuw centraal. Dat armenzorg functioneerde als vorm van memoriezorg, het redden van het zielenheil, is reeds lang bekend, maar de implicaties hiervan in de dagelijkse praktijk van de armenzorg bleven tot hiertoe grotendeels onduidelijk. Dit komt voornamelijk doordat armenzorg en memoriezorg tot andere historiografische tradities behoren. Via het uitwerken van een welgekozen casestudy – de parochiale armendissen van Brugge – onderzoekt deze studie hoe dit type instelling de armen- en memoriezorg combineerde en hoe de onderlinge verhoudingen evolueerden onder invloed van socio-economische, politieke, religieuze en andere maatschappelijke wijzingen in de samenleving. De gekozen methodiek bevat een combinatie van verschillende methoden waarbij een kwantitatieve analyse van de stichtingen het uitgangspunt vormt.Doorheen dit werk bleek telkens opnieuw hoe armenzorg en memoriezorg met elkaar verweven waren. Deze verwevenheid ging veel verder dan een theoretische connectie waarbij het beoefenen van armenzorg de redding van het zielenheil bevorderde. Ook in de invulling van de stichting, de keuze voor de armendis en het moment van de uitdeling bleef de memoriezorg prominent aanwezig. De stichtingen zorgden voor het broodnodige, nieuwe kapitaal en garandeerden zo het voortbestaan van de instelling. De hierbij horende verplichtingen betekenden voor de instelling uiteraard een belasting, maar hoewel de stichtingen in theorie eeuwig bleven duren, toonde dit onderzoek aan dat de armendissen hier flexibel mee omgingen en regelmatig stichtingen reduceerden, samenvoegden of zelfs stopzetten. Deze samenhang bleef bovendien aanwezig gedurende de hier onderzochte periode. De zestiende-eeuwse hervormingen brachten hier dus geen verandering in. Wel zorgden de hervormingen ervoor dat de onafhankelijkheid van de armendissen verminderde doordat zowel de stedelijke als de kerkelijke overheid de controle op de armendissen opvoerden." "Urbanisatie ontrafeld: geoarcheologie ontsluit de onzichtbare vorming en evolutie van steden in Noordwest-Europa" "Onderzoeksgroep Maritieme Culturen, Expertisecentrum Gender, Diversiteit en Intersectionaliteit" "Twee zogenaamde “urbanisatiegolven” worden onderscheiden in de middeleeuwen in Noordwest-Europa. Deze zijn reeds lang onderwerp van archeologisch en historisch debat. Toch blijven veel belangrijke vragen onbeantwoord, bijvoorbeeld over hun ontstaan, vorming en karakter, doordat onderzoek uit het verleden weinig of geen aandacht schonk aan de sedimentaire matrix waarin de archeologische artefacten gevonden zijn. Daarenboven zijn geschreven bronnen schaars voor de vroegmiddeleeuwse periode. Wat de volle en late middeleeuwen betreft, zijn geschreven bronnen net dominant geweest voor de reconstructie van het verleden, terwijl archeologische gegevens een minder prominente positie hebben ingenomen. Nochtans kunnen deze laatste zeer unieke, zowel als complementaire informatie genereren die in het verleden onvoldoende is benut. Dit project daagt de status quo uit door de studie van twee soorten stratigrafische fenomenen die vaak worden aangetroffen in stedelijke archeologie, namelijk zwarte lagen en afzettingen met microlaminatie. Zwarte lagen, schijnbaar homogene stratigrafische eenheden, verbergen de minst gekende fasen en aspecten van stedelijke ontwikkeling. Microlaminaties zijn te dun om met het blote oog te onderzoeken. In beide gevallen is geoarcheologie, en bodemmicromorfologie meer specifiek, uitermate geschikt om deze lagen te onderzoeken. De techniek wordt op een geïntegreerde maneir toegepast om fundamentele vragen over middeleeuwse steden te beantwoorden, gaande van het identificeren van activiteiten, natuurlijke processen, en de post-depositionele processes die hen gevormd hebben. Dit leidt tot een synthese over de bijdrage die geoarcheologisch onderzoek levert aan het debat over steden, en onze kennis van middeleeuwse steden significant kan verbeteren." "EM-POLITE: Hoe verbeteren we onze e-mails? Een experimenteel onderzoek naar de invloed van on/beleefdheid, sociale status en gender op de perceptie van e-mailcommunicatie." "Sofie Decock" "Vakgroep Vertalen, tolken en communicatie" "In onze geglobaliseerde wereld gebeurt onze dagelijkse communicatie meestal online, en vaak worden de eerste contacten via e-mail gelegd. E-mails zijn snel en efficiënt, maar non-verbale informatie beschikbaar in face-to-face contacten (intonatie, gezichtsuitdrukkingen, gebaren) kan via e-mail slechts in beperkte mate uitgedrukt worden. Daarom is het een uitdaging om de vorm van een e-mail aan de specifieke ontvanger aan te passen. In deze context is het verrassend dat er weinig bekend is over emotionele reacties op on/beleefde e-mails. Bovendien is er weinig kennis over hoe de sociale status (bv. baas vs. werknemer) en het gender van de afzender/ontvanger de emoties van de ontvanger beïnvloeden. Om deze tekortkomingen aan te pakken, zal ik de relatie tussen deze variabelen en on/beleefdheid onderzoeken door op drie sociale taalhandelingen te focussen: verzoeken, vragen en kritiek, gerealiseerd in verschillende gradaties van on/beleefdheid. Er zal een corpus van authentieke e-mails met deze taalhandelingen worden samengesteld, en de on/beleefdheid ervan zal worden beoordeeld door moedertaalsprekers. Dan zal de interactie tussen relatieve sociale status en gender op affectieve evaluaties van on/beleefdheid in e-mails worden onderzocht. Ik zal ook, door de oogbewegingen van de deelnemers en hun emotionele reacties op deze e-mails in kaart te brengen (en met een virtuele realiteit experiment), nagaan of de intensiteit van hun emoties samengaat met de mate van on/beleefdheid." "Efficiënte onzekerheidsbepaling voor optimalisatie in robuust ontwerp van industriële toepassingen (EUFORIA)." "Stefan Vandewalle" "Numerieke Analyse en Toegepaste Wiskunde (NUMA)" "Een efficiënte methodologie ontwikkelen voor de optimalisatie van industriële processen m.i.v. onzekerheden. Onzekerheden van de parameters die het process beïnvloeden, evenals die van de designvariabelen zelf worden in rekening gebracht in de optimalisatie cyclus. Hierbij ligt de nadruk op een groot aantal design variabelen en onzekerheden." SFFACCEL "Koen De Bosschere" "Vakgroep Elektronica en Informatiesystemen" "SFFACCEL is een samenwerkingsverband van 11 IHO's, drie O&O-centra, een ondernemersvereniging in heel Europa en twee Europese regionale valleien die zich inzetten voor de ontwikkeling van een holistisch, maar inclusief model van ondernemende transformatie waarbij verantwoordelijke vernieuwers en ondernemers gebruikmaken van baanbrekende technologieën in verschillende sectoren om innovaties te ontwikkelen die ten goede komen aan mensen en de planeet. SFFACCEL bouwt voort op de positieve effecten en resultaten van het EIT HEI Iniave en andere EU-projecten: EUACCEL, TANDEM + en EUFORIA (die allemaal bijdragen aan het Start for Future-kader dat meer dan 30 HEI's met elkaar verbindt) en ontwikkelt hun ondernemersconcepten verder met het oog op de Deep Tech Talent Iniave en calls to acon die zijn gedefinieerd door de New European Innovaon Agenda." "Een genealogie van vrede: verandering en continuïteit in een rituele praktijk" "Jorg Kustermans" "Internationale Politiek (IP)" "De bedoeling van dit project is om het veranderende begrip van vrede in kaart te brengen en te verklaren. Het project onderscheidt drie momenten waarin een wezenlijke verandering optrad in het Westese vredesbegrip: tijdens de vroege middeleeuwen, in de vroeg-moderne periode, en in de vroege negentiende eeuw. Het project stelt als hypothese dat het Westerse vredesbegrip evolueerde van een begrip van ""vrede als zorgzaamheid"" via ""vrede als terughoudendheid"" tot ""vrede als intimiteit"". Het tracht die evolutie in kaart te brengen door voor elk van deze periodes een gedetailleerde beschrijving te geven van (i) de rituele gebaren die met vrede in verband werden gebracht, (ii) de conceptualisering van vrede in belangrijke geschriften, en van (iii) hoe en door wie vrede in de praktijk werd gebracht. Het project tracht ook om een op de empirie gestoelde theoretische interpretatie van ""het doen van vrede"" te ontwikkelen, met bijzondere aandacht voor de theoretische implicaties van het sterk geritualiseerde karakter van deze activiteit." "De koloniale erfenis van immigratiecontroles" "Eszter Kollar" "Centrum voor Politieke Filosofie en Ethiek (RIPPLE) (OE)" "Hedendaagse migratie kan alleen begrepen worden door de impact van kolonialisme te erkennen. Toch bleven de normatieve theorieën over migratie lange tijd in gebreke om het kolonialisme als een blijvende erfenis te beschouwen. Dit project vult deze leemte op. Meer specifiek probeer ik door het prisma van de koloniale erfenis de rechtvaardigheid van immigratiecontroles te begrijpen. Ik bouw voort op Walter Mignolo's concept van 'globaal lineair denken' en identificeer kolonialisme als een diepgaande vorm van hoe kennis, identiteiten en gemeenschappen worden gevormd in omstandigheden van asymmetrische macht. Daarbij onderzoek ik hoe centrale normatieve elementen in het migratiedebat functioneren binnen de koloniale matrix. Hoe en in welke mate bewaken instituties (bv. moderne staten, grenzen) en fundamentele principes (bv. zelfbeschikking) die de mobiliteit van personen reguleren de privileges van voormalige imperia, gezien hun koloniale oorsprong? Na de analyse van deze concepten in het licht van hun koloniale erfenis, gaan we na hoe we ze normatief kunnen inzetten." "Sabbatperiode Maddy Janssens: Valorisatie en Vernieuwing van Diversiteitsonderzoek" "Maddy Janssens" "Onderzoekseenheid Work and Organisation Studies (hoofdwerkadres Leuven)" "Mijn voornaamste wetenschappelijke activiteit zal gericht zijn op valorisatie van mijn diversiteitsonderzoek via het schrijven van een boek. De opzet is een toegankelijk maar wetenschappelijk onderbouwd boek dat het debat over diversiteit in Vlaanderen (en Nederland) kan aanscherpen en een nieuwe vorm van diversiteitsmanagement aanreikt. In dit boek wil ik, naast mijn stem, een variatie aan stemmen (minderheidsgroepen, HR managers, beleidsmensen, middenveld,…) vanuit de praktijk laten horen. Deze veelheid aan stemmen wil ik wetenschappelijk becommentariëren (waarom deze stemmen, waarom is wat zij zeggen en doen belangrijk voor diversiteit), om vervolgens deze inzichten te vertalen naar vernieuwende beleidsprincipes en praktijken. Overeenkomstig de inhoud van dit boek zal mijn wetenschappelijke activiteit gericht zijn op: 1. Het opzoeken, lezen en selecteren van mediamateriaal (nationaal en internationaal) die belangrijke inzichten rond processen van diversiteit en inclusie aanbieden 2. Deze teksten bundelen en becommentariëren vanuit mijn wetenschappelijke expertise 3. Op deze becommentariëring van stemmen, een abductieve thematische analyse (wisselwerking tussen empirie en theorie) maken om zo beleidsprincipes en praktijken voor te stellen. 4. Verdere verdieping in practice theory en affect theory, recente theoretische ontwikkelingen in diversiteitsonderzoek, om het boek sterk te onderbouwen. Afhankelijk van de ontwikkelingen van dit boek, wil ik bekijken of een Engelstalige versie mogelijk is. Naast het schrijven van het boek wil ik tevens de huidige samenwerking met Prof. Michelle Greenwood, Monash University, editor Journal of Business Ethics, bevestigen. Momenteel werk ik samen met haar en mijn vroegere doctoraal studente, Prof. Kaiyu Shao, China University of Political Science and Law, aan een ‘problematizing review of visual studies in management en organisation studies’. De publicatie van deze review is een doelstelling op zich, maar ook een verdere aanzet om diversiteitsonderzoek niet alleen theoretisch maar ook methodologisch (door het gebruik van visueel materiaal) te vernieuwen."