Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "Functionele veranderingen in de gestimuleerde visuele cortex bij migraine patiënten: een gecombineerde fMRI en fMRS studie" "Eric Achten" "Vakgroep Medische Basiswetenschappen, Vakgroep Radiologie en Nucleaire Geneeskunde, Vakgroep Fysiologie en fysiopathologie" "De werkhypothese van het voorliggende project is dat migraine gepaard gaat met stoornissen in de neurovasculaire en neurometabole koppeling die aan de basis liggen van de veranderingen in de concentraties van intermediaire metabolieten waardoor een verstoring optreedt van de neuronale, gliale en vasculaire functie. Het objectief van deze studie is om aan de hand van fMRI met ASL, VASO en BOLD als contrast en 1H en 31P fMRS, de relevante verstoorde vasculaire en metabole parameters te bilaniseren en detecteren. Verder willen we deze stoornissen samenbrengen, modelleren en interpreteren in het raamwerk van de neurovasculaire eenheid en onderzoeken of deze gegevens kunnen gebruikt worden in de verdere stratificatie van migraine en om de farmacotherapeutische benadering van deze aandoening te verfijnen." "Voorbereiding voor een fMRI studie naar het ontrafelen van de mechanismen ven somatische tinnitus: Hoe kan cervicale somatosensorische afferentie verstoord worden op een MRI compatibele manier?" "Willem De Hertogh, Sarah Michiels" "Beweging Antwerpen (MOVANT)" "Tinnitus of oorsuizen is de perceptie van geluid wanneer geen interne of externe bron voor dit geluid aanwezig is. Het komt voor bij 10-15% van de volwassenen. In sommige gevallen wordt de tinnitus veroorzaakt of veranderd door veranderingen in somatosensorische input vanuit de nek, cervicogene somatische tinnitus genoemd (CST). We weten momenteel dat behandeling van de aanwezige nek disfuncties een positieve invloed kan hebben op de tinnitus klachten, maar het is niet duidelijk waarom de ene patiënt met tinnitus verergering van zijn klachten ervaart op het moment dat hij een episode van nekpijn doormaakt en de andere niet. Daarom bereiden we momenteel een grote fMRI studie voor, die de hersenactiviteit zal registreren tijdens het onvrijwillig verstoren van de somatosensorische afferentie door middel van vibratie, bij patiënten met CST, patiënten met andere vormen van tinnitus en patiënten met nekklachten zonder tinnitus. Om voor dit grote project financiering te krijgen, moet echter nog uitgezocht worden welke trillingsfrequentie en lokatie het best geschikt is om een zo groot mogelijke verstoring van de somatosensorische afferentie te krijgen, wat we met deze STIMPRO willen verwezenlijken. Het doel van het STIMPRO project is daarom: Nagaan welke vibratie locatie en frequentie de somatosensorische afferentie het meest verstoort, zodat we deze gegevens kunnen gebruiken in onze toekomstige aanvraag voor financiering van het grotere fMRI project." "Learning from Structured EEG and fMRI Data Supporting the Diagnosis of Epilepsy (Leren van gestructureerde EEG en fMRI data voor ondersteuning van de diagnose van epilepsie)" "Sabine Van Huffel" "Afdeling ESAT - STADIUS, Stadius Centrum voor Dynamische Systemen,Signaalverwerking en Gegevensanalyse, Laboratorium voor Epilepsie Onderzoek" "Epilepsie is een neurologische aandoening die gekarakteriseerd wordt door de aanwezigheid van epileptische aanvallen als gevolg van abnormale, synchrone activiteit van een grote groep neuronen. Afhankelijk van welkehersengebieden aangetast zijn, geven aanvallen verschillende klinische ziektebeelden. Epilepsie kan niet genezen worden en in vele gevallen ookniet gecontroleerd met medicatie.  Voor deze groep patiënten kan het operatief verwijderen van de epileptogene zone, het gebied verantwoordelijk voor het genereren van epileptische aanvallen, een oplossingbieden.Elektro-encefalografie (EEG) en functionele magnetische resonantie beeldvorming (fMRI) metenveranderingen in hersenactiviteit over de tijd op van verschillende gebieden in de hersenen. Daarmee kunnen ze belangrijke informatie leveren over de oorzaak, de timing en de spatiale bron van de epileptische activiteit.  Beide techniekenmeten echter een combinatie van hersenactiviteit en ruisbronnen.  EEG en fMRI signalen worden dus gekenmerkt door een lage signaal-tot-ruisverhouding. Data kwaliteit en de grote hoeveelheid data maken visuele interpretatie van deze signalen onpraktisch.Daarom is het doel van deze thesis automatische analyse technieken te ontwikkelen die dediagnose van epilepsie kunnen ondersteunen. Het fundamentele principe achter de voorgestelde technieken is om de spatiotemporele structuur die in de signalen aanwezig is, te benutten. Dit ingedachten houdend, identificeren we problemen en bieden we oplossingen aan voor drie belangrijke aspecten van de pre-chirurgische evaluatie.Eerst is een automatische aanvalsdetector ontwikkeld. Terwijl traditionele detectoren verschillende EEG kanalen afzonderlijk analyseren, gebruikt onze oplossing spatiale informatie aanwezig in het meerkanaals EEG. Daarvoor passen we een regularisatie schema gebaseerd op de nucleaire norm toe, die lage-rank structuren oplegt.  We tonen aan dat de voorgesteldemethode aanvalsdetectie verbeterd ten opzichte van traditionele methoden, zelfs wanneer zeer weinig aanvalsinformatie beschikbaar is om de methode te trainen. Eenmaal een aanval gedetecteerd is, is de volgende stap in het diagnostische probleem om deepileptogene zone op basis van het EEG te bepalen. Blinde bron scheidingstechnieken (BSS) kunnen visuele interpretatie helpen door artefacten te scheiden van de aanvalspatronen, of kunnen zuivere epileptische activiteit schatten. Vermits zulke blinde methoden op verschillende assumpties berusten, ishun  gebruik geschikt in bepaalde situaties en gelimiteerd in andere. In deze thesis hebben we een nieuwemethode, de blok term ontbinding (BTD) toegepast die rang (L,L,1) componenten uit het EEG haalt. Afhankelijk van de gekozen tensor voorstelling, laat de formulering toe om aanvallen te modeleren als een som van exponentieel gedempte sinussen of als oscillerende fenomenen die variëren in frequentie of zichuitspreiden over verschillende gebieden in de tijd.                                                        NL"" lang=""NL"">Hoewel de patronen van aanvalsactiviteit belangrijke informatie verschaffen, blijft het een tijdsintensieve procedure.  Een alternatief kan zijn om het epileptische netwerk te lokaliseren op basis van interictale fMRI metingen. Voor dit doel is onafhankelijke bron ontbinding (ICA) toegepast om spatieel onafhankelijke bronnen uit de fMRI tijdsserie te halen. Het is aangetoond dat ICA epileptischecomponenten kan schatten die substantieel overlappen met de epileptogene zone.  Tot slot is ook een methode ontwikkeld die de epileptische component bepaald zonder toevoeging van andereklinische informatie. Het resultaat van de methode is dat de epileptogene zone kan bepaald worden aan de hand van deze component. Pre-chirurgische evaluatie bouwt op multidisciplinaire consensus. De operatie wordt gepland opbasis van alle klinische onderzoekingen en multimodale beeldvorming. Detechnieken ontwikkeld in deze thesis kunnen bijdragen tot de huidige procedure door nauwkeurige informatie op een efficiënte manier te leveren.   /* Style Definitions */ table.MsoNormalTable{mso-style-name:""Table Normal"";mso-tstyle-rowband-size:0;mso-tstyle-colband-size:0;mso-style-noshow:yes;mso-style-parent:"""";mso-padding-alt:0in 5.4pt 0in 5.4pt;mso-para-margin:0in;mso-para-margin-bottom:.0001pt;mso-pagination:widow-orphan;font-size:10.0pt;font-family:""Times New Roman"";mso-ansi-language:#0400;mso-fareast-language:#0400;mso-bidi-language:#0400;}" "Kunnen we fMRI in rusttoestand en CSD-vezeltractografie gebruiken bij prechirurgische mapping?" "Stefan Sunaert" "Translationele MRI, Laboratorium voor Cognitieve Neurologie, Onderzoeksgroep Experimentele Neurochirurgie en Neuroanatomie" "Het brein is het meest complexe orgaan in het menselijk lichaam. Het is een fascinerende biologische machine die in staat is om enorme hoeveelheden informatie te verwerken en een breed scala aan functies uit te voeren. Het is zelfs zo complex dat we schatten dat het aantal verbindingen tussen zenuwcellen (neuronen) in de menselijke hersenen ongeveer 100 keer zoveel is als het aantal sterren in onze naburige Andromeda-melkweg (1 biljoen). Echter, net als elk ander orgaan in ons lichaam, kan het brein ook aangedaan worden door verschillende ziekten, zoals een beroerte, goedaardige of kwaadaardige tumoren, vaatverwijdingen en structuurafwijkingen, om er maar een paar te noemen. Veel van deze aandoeningen vereisen chirurgie voor behandeling, dus het is niet verwonderlijk dat er wereldwijd jaarlijks ongeveer 13,4 miljoen hersenchirurgieën plaatsvinden. Chirurgie is een tweesnijdend zwaard, want hoewel het kan bijdragen aan de behandeling van ziekten, kan het ook tot diepe en mogelijk invalidiserende gevolgen leiden. Dit is vooral waar als het gaat om hersenchirurgie, omdat verschillende delen van de hersenen specifieke functies hebben en als ze beschadigd raken, kan dit leiden tot tijdelijke of zelfs permanente verlies van functie. Het was trouwens hersenbeschadiging in de oudheid die ons onze eerste inzichten gaf in de functionele organisatie van de hersenen.Om met deze unieke uitdaging om te gaan, hebben de velden van hersenbeeldvorming en chirurgie zich enorm ontwikkeld door het benutten van moderne vooruitgang op het gebied van ruimtelijke lokalisatie, niet-invasieve beeldvorming, weefselfluorescentie en computervisie. MRI is waarschijnlijk de meest veelzijdige niet-invasieve beeldvormingsmodaliteit die vandaag de dag beschikbaar is, omdat het afbeeldingen van hersenstructuur in verschillende contrasten kan genereren, zoals T1-gewogen afbeeldingen (WIs), die uitstekend geschikt zijn voor het evalueren van de anatomie van de hersenen, en T2 WIs, die de detectie en differentiatie van pathologie verbeteren. MRI kan ook de hersenfunctie tonen met bloed-zuurstofgehalteafhankelijke (BOLD) functionele MRI (fMRI) en structuurverbindingen of zenuwbundels kunnen worden waargenomen met diffusion MRI (dMRI) vezel tractografie (FT), waardoor multimodale en multiskalige kaarten van de hersenen worden verkregen.Vandaag is het gebruikelijk dat patiënten die hersenchirurgie nodig hebben, voorafgaand aan de chirurgie beeldvorming ondergaan met behulp van computed tomography (CT) en/of MRI. In noodgevallen, bijvoorbeeld bij acute traumatische contusies, bloedingen, beroerte en hernia van de hersenen waarbij dringende chirurgie nodig is, wordt meestal CT gebruikt. MRI wordt meestal gebruikt in electieve, niet-noodzakelijke gevallen, bijvoorbeeld bij epilepsie, vaatafwijkingen en neoplasma's. Wereldwijd zouden jaarlijks ongeveer 3,5 miljoen niet-noodzakelijke hersenchirurgieën mogelijk kunnen profiteren van voorafgaande hersenkaarten met behulp van fMRI en dMRI. Echter, hun gebruik is meestal gereserveerd voor een klein percentage van de chirurgieën. Dit komt omdat hun verkrijging en analyse relatief tijdrovend en technisch veeleisend zijn, wat goed opgeleid personeel, zeer goed uitgeruste beeldvormingcentra en operatiezalen vereist. Bovendien vereist fMRI meestal dat de patiënt tijdens de scan een taak uitvoert, wat bij zeer jonge, onwillige of cognitief beperkte patiënten een probleem kan zijn.Het hoofddoel van deze doctoraalscriptie was om te onderzoeken hoe automatisering en aanname van recente vooruitgangen in het veld de voorafgaande hersenkaart minder afhankelijk van de operator kunnen maken en minder uitdagend voor patiënten, en daardoor potentieel meer toepasbaar zelfs in afwezigheid van zeer opgeleide data-analisten. We hebben ernaar gestreefd om de toepasbaarheid te vergroten door het gebruik van taakvrije of rustende-toestand fMRI (rs-fMRI) voor functionele kaartvorming in plaats van taakgebaseerde fMRI (tbfMRI), en we hebben ernaar gestreefd om de nauwkeurigheid van het witte stofkaarten te verbeteren met behulp van geavanceerdere dMRI-methoden.Het eerste doel was om een accurate geautomatiseerde analyse te faciliteren voor structurele hersenafbeeldingen met pathologie zoals grote hersen tumoren. In hoofdstuk 4 geven we het gebruikte methoden om dit te bereiken en geven we een bewijs-van-concept-analyse weer met behulp van echte data van 10 patiënten en 10 gezonde personen, en 200 kunstmatige hersenafbeeldingen die afgeleid zijn van de echte steekproef.Het tweede doel was om een virtueel dissectieprotocol en bijbehorend atlas van 68 witte stof tractogrammen te definiëren met behulp van dMRI FT met beperkte sferische deconvolutie (CSD), en om hun variabiliteit en reproduceerbaarheid te bestuderen in gezonde data. Deze resultaten worden gepresenteerd in hoofdstuk 5. We hebben dit aangevuld met een geautomatiseerde werkstroom voor specifieke FT die gebruikt kan worden voor structuraal normale patiënten en later voor klinische patiënten met focale pathologie.Het derde doel was om de voordelen van het gebruik van CSD FT te onderzoeken in vergelijking met de wijdverbreide maar relatief onnauwkeurige diffusietensorbeeldvorming (DTI) FT. In hoofdstuk 6 werden de methoden die zijn omschreven in hoofdstukken 4 en 5 toegepast op data van 22 neurochirurgische patiënten. Invasieve hersenkaart met directe elektrische stimulatie (DES) werd gebruikt als de referentiewaarheid om de nauwkeurigheid van DTI en CSD FT te vergelijken. Deze studie toonde aan dat CSD leidde tot verbeterde gevoeligheid en nauwkeurigheid van tractografie voor de corticospinale baan (CST) en de arcuate fasciculus (AF) in vergelijking met DTI.Het vierde doel was om te onderzoeken of BOLD rs-fMRI gebruikt kan worden in klinische functionele hersenkaart, wat de tolerantie van de patiënt kan verbeteren en voorafgaande functionele kaartvorming mogelijk kan maken zelfs als de patiënt geen taak kan uitvoeren. In hoofdstuk 7 vergelijkten we de nauwkeurigheid van taakgebaseerde fMRI (tbfMRI) en twee types rs-fMRI in een groep van 16 neurochirurgische patiënten met hun DES-resultaten als de referentiewaarheid. Deze studie toonde geen significante verschillen tussen de 3 fMRI-methoden, wat suggereert dat rs-fMRI nauwkeurige functionele kaartvorming kan bereiken bij voorafgaande patiënten.Om tot slot te besluiten, liet dit werk zien dat het haalbaar is om rekening te houden met grote focale pathologie in geautomatiseerde structurele kaartwerkstromen. We presenteerden een nieuw op CSD gebaseerd atlas van witte stofbundels, die naar klinische patiënten is vertaald, en met behulp van deze twee aanpakken lieten we een duidelijke verbetering zien in witte stofkaarten met CSD ten opzichte van DTI. Ten slotte bleek rs-fMRI vergelijkbaar te zijn met tbfMRI wat betreft nauwkeurigheid wanneer dit werd vergeleken met DES. Echter, de steekproefgroottes in hoofdstuk 6 en 7 waren behoorlijk beperkt, en DES-data bleek behoorlijk spaarzaam te zijn. Daarom wordt in toekomstige studies aangeraden om grotere steekproefgroottes te gebruiken, mogelijk door data te combineren van verschillende bronnen, en om een dichter samenstel van referentiewaarheden te gebruiken, bijvoorbeeld met electrocorticografie (ECoG), of om te vertrouwen op niet-invasieve methoden, bijvoorbeeld transcraniale magnetische stimulatie (TMS)." "Ontwikkeling van gevorderde schattingsmethoden voor de detectie van hersenactiviteit uit fMRI data." "Jan Sijbers" Visielab "Het hoofddoel van het onderzoek is detectie en lokalisatie van hersenactiviteit metbehulp van fMRI. Hiervoor worden de metingen zo goed mogelijk gemodelleerd en wordt metbehulp van gevorderde schattingstechnieken de activatie bepaald. Om dit doel te kunnenrealiseren worden de volgende deelonderwerpen uitgewerkt:HRF De vorm van de Hemodynamische Respons Functie (HRF), die de overdracht van hetaangeboden activatiesignaal naar de fMRI waarnemingen beschrijft, moet zo nauwkeurigmogelijk worden bepaald. In de literatuur wordt geconstateerd dat deze enigszinsvarieert per persoon, per hersenregio en door gewenningsverschijnselen ook in de tijd.Om deze variaties te kunnen beschrijven wordt er in het onderzoek gezocht naar eencompacte parametrisatie die hiervoor genoeg vrijheid heeft. Het doel is om de parametrisatiemet behulp van metingen te valideren en te verfijnen.Ruismodel Om uit de fMRI opnamen optimaal de activatie te verkrijgen is het nodig omeen goede beschrijving te vinden van de verstoringen die in deze beelden optreden. Dedoelstelling hierbij is om een model van de verstoringen op te stellen waarvan de parameterwaardenautomatisch uit de metingen kunnen worden bepaald. Bij het opstellenvan het ruismodel wordt rekening gehouden met de verschillen tussen hersengebiedenen personen. Een doel is om dit model toe te passen in een optimale schatter voorde functionele activatie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de in de tijd langzaamvarierende eigenschappen van de HRF en verstoringen om zo min mogelijk parametersper voxel te hoeven schatten.Ruimtelijke correlatie Nadat detectie van functionele activatie binnen een voxel is geoptimaliseerdzullen ruimtelijke correlaties binnen het ontwikkeld model in rekeningworden gebracht. Ook zal worden onderzocht of anatomische informatie uit hoogresolutie MRI en DT-MRI beelden gebruikt kan worden voor een verbeterde detectie.Om de geschatte mate van activatie goed weer te kunnen geven zal bij de schatter ookeen criterium voor activatie worden ontworpen. Door hierin op correcte wijze rekeningte houden met de verstoringen kan automatisch een betrouwbaar, door de gebruikerin te stellen, false-positive ratio bereikt worden.Spatiale resolutieEen laatste doel is het verhogen van de ruimtelijke resolutie a.h.v. eenreeks laag-resolutie fMRI beelden. Er zal nagegaan worden hoe, via stochastischemodellering van het beeldvormingsproces, de spatiale resolutie verbeterd kan worden.Dit lijkt haalbaar aangezien imperfecties van de beeldvormende gradienten leiden totverschillen in codering van spatiale informatie.Met het bereiken van deze doelen wordt het mogelijk om hersenactiviteit optimaal te detecterenen lokaliseren. Met het optimaal detecteren van activatie zullen de resultaten bijbestaande toepassingen verbeteren. Ook zullen door verbeteringen in de ruimtelijke resolutieen nauwkeuriger bepaling van de HRF nieuwe toepassingen mogelijk worden." "Een fMRI mega-analyse van adaptieve neurale taakrepresentaties" "Marcel Brass" "Vakgroep Experimentele Psychologie" "Omdat de context waarin we ons bevinden snel kan veranderen, zijn flexibele adaptaties cruciaal voor doelgericht gedrag. De flexibele neurale representatie van de huidige doelen en taken zijn een essentieel proces dat dit adaptatie vermogen ondersteunt. Eerder onderzoek toonde aan dat deze taakrepresentaties worden gepresenteerd in de frontale en pariëtale hersengebieden. Hoe deze representaties veranderen afhankelijk van de omgeving blijft echter onbekend. Dit kan voor een groot deel verklaard worden door het relatief kleine aantal fMRI studies die vaak beperkt zijn in hun aantal participanten, wat leidt tot een lage repliceerbaarheid in dit onderzoeksdomein. In dit onderzoeksproject staat dit replicatieprobleem centraal. Eerst zal ik een fMRI mega-analyse uitvoeren, door de resultaten van eerder gepubliceerde studies op single-subject niveau samen te voegen. Gebruikmakend van de veel grotere steekproefgrootte en de significant verhoogde experimentele power, zal ik kunnen onderzoeken of en hoe taakrepresentaties veranderen afhankelijk van de context. Vervolgens zal ik de hoofdbevindingen van de mega-analyse repliceren in een gepreregistreerde fMRI studie, met voldoende power. Door te vertrekken vanuit de replicatiecrisis, ben ik ervan overtuigd dat dit project een substantiële impact zal hebben op de cognitieve neurowetenschappen. Bovendien zal het ervoor zorgen dat toekomstig onderzoek en theorievorming zal steunen op een betrouwbaardere empirische basis." "Offline leren tijdens lage-frequentie rTMS interventie: effect op neuromodulatie van corticale functies geevalueerd met fMRI en EEG" "Marc Van Hulle" "Laboratorium voor Neuro- en Psychofysiologie" "Van repetitieve Transcraniale Magnetische Stimulatie (rTMS) werd reeds aangetoond dat het korte en langdurige effecten induceert in breinfunctionaliteit en -plasticiteit zowel in gezonde als klinische populaties. In tegenstelling tot hoge-frequentie rTMS werd het effect van de lage-frequentie tegenhanger op langdurige gedrags- en breinmodulaties slechts in een beperkt aantal studies geëxploreerd. Twee methoden werden gevolgd om langdurige effecten na te gaan: stimulatie gedurende 1 of meerdere rTMS sessies. Naast het in kaart brengen van het effect van rTMS lag in verschillende studies de focus op offline leren met als doel inzicht te verwerven in hoe het brein vaardigheden ontwikkelt na praktijkervaring (periode van consolidering) en hoe de aangetoonde verbeteringen een impact hebben op verschillende hersencircuits. Beeldvorming door functionele magnetische resonantie (fMRI) en electro-encefalografie (EEG) leverden evidentie voor de neurale basis van consolidatie door verschillen in pre- en post-rTMS interventies op gerichte en geconnecteerde hersengebieden aan te tonen. Het doel van dit 1-jarig project is het effect van offline leren op gedrag, EEG- en fMRI activiteit te meten wanneer 5 rTMS sessies worden aangewend binnen dezelfde dag of gespreid over verschillende dagen (dus met inbegrip van consolidatie na slaap), een methode waarvan we verwachten dat het waardevolle inzichten zal opleveren in het effect van individuele en meerdere rTMS sessies." "Hoge-resolutie 7T fMRI beeldvorming van object- en categorie-representaties in de menselijke hersenen" "Hans Op de Beeck" "Brein en Cognitie (OE)" "We vergelijken eerst verschillende populaire methoden van analyses voor fMRI data om te beslissen welke passen bij onze onderzoek doelstellingen: univariate analyse (door middel van een general linear model), multi-voxel patroon analyse, en functionele connectiviteit analyse. We doen hoge-resolutie imaging, aan de hand van 7T fMRI, tezamen met een grote verzameling van categorieën, opdat we categorie-selectieve regio's in de occipitotemporal cortex (OTC) en de functionele organizatie van OTC in meer detail kunnen karakteriseren: hoeveel regio's hebben we voor een bepaalde categorie, en hoe relateren deze categorie-specifieke regio's aan elkaar en aan de hersenanatomie? Daarbovenop bestuderen we de relaties tussen categorie selectiviteit en kaarten van andere kenmerken: meer grootschalige organisatorische dimensies zoals animacy en real-world size. Eerste initiële stappen zijn al gezet om deze vragen te beantwoorden. We pogen om deze bevindingen te repliceren en ze uit te breiden naar een bredere reeks van categorieën: voor het geval van de visual word form area en voor het geval van de hand en tool areas." "Space LOAD Ruimtelijke behandeling onder attentional belasting: uit klinisch tot fMRI bewijs" "Het dagelijkse leven nodig heeft om continu proces van de omringende ruimte om gedragsmatig-relevante informatie te extraheren. Wanneer aandacht wordt geladen, maar deze verwerking kan moeilijk worden. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer de ruimte moet worden bezocht tijdens extra stimuli worden parallel verwerkt (bijvoorbeeld praten tijdens het rijden). In dit project het aandachtssysteem worden geladen door middel van visuele of auditieve dual-tasking de kern cognitieve en neurale mechanismen insluitende normale en pathologische (CVA) ruimtelijke verwerking onderzoeken. Dual-tasking wordt bij patiënten die worden genomen om deze subtiele post-stroke attentional tekorten karakteriseren in de verwerking van de ene kant van de ruimte die verder gaan vaak onopgemerkt door de traditionele papier-en-potlood test. Gezonde deelnemers zullen worden bestudeerd door middel van een brain imaging techniek genaamd functionele Magnetische Resonantie Imaging (fMRI). fMRI de functionele veranderingen in hersenactiviteit onder verschillende belastingscondities attentional detecteren, waardoor onder handen-afhankelijke en belastingafhankelijke hersengebieden te isoleren. Door samen te binden klinische en neuroimaging technieken, wil dit project in sterke mate bijdragen aan de cognitieve neurowetenschap van ruimtelijke verwerking en de normale en pathologische grenzen onder dual-tasking begrijpen." "Ruststatus fmri in kleine dieren: Een nieuwe kijk op neuroplasticiteit?" "Bio-imaging lab" "In rust worden laag frequente fluctuaties in de intensiteit van het fMRI signaal geobserveerd die temporeel gecorreleerd zijntussen verschillende regio's die bijgevolg functioneel geconnecteerd worden genoemd. De techniek om dit te meten wordt ruststatus fMRI genoemd. Het doel van deze thesis is enerzijds de op punt stelling van de techniek in controle ratten als proof-of-principle. Anderzijds zal de techniek geïmplementeerd op geoptimaliseerd worden in zangvogels. Gebruik makend van het goed ontwikkelde Model voor neuronale plasticiteit in het zangcontrole systeem van de zangvogel is het de bedoeling de resultaten van deze techniek te correleren aan technieken die structurele connecitiviteit meten (MEMRI, DTI)."