Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "Steunpunt Ontwikkeling van gestandaardiseerde, genormeerde en gevalideerde net- en koepeloverschrijdende toetsen in Vlaanderen 2020-2025 (Steunpunt Toetsen) - jaar 2024-2025" "Wouter Duyck" "Vakgroep Experimentele Psychologie" "geen abstract" "Steunpunt Ontwikkeling van gestandaardiseerde, genormeerde en gevalideerde net- en koepeloverschrijdende toetsen in Vlaanderen 2020-2025 (Steunpunt Toetsen) - jaar 2023-2024" "Wouter Duyck" "Vakgroep Experimentele Psychologie" "geen abstract" "Steunpunt Ontwikkeling van gestandaardiseerde, genormeerde en gevalideerde net- en koepeloverschrijdende toetsen in Vlaanderen 2020-2025 (Steunpunt Toetsen) - jaar 2022-2023" "Wouter Duyck" "Vakgroep Experimentele Psychologie" "geen abstract" "Steunpunt Ontwikkeling van gestandaardiseerde, genormeerde en gevalideerde net- en koepeloverschrijdende toetsen in Vlaanderen 2020-2025 (Steunpunt Toetsen) - jaar 2021-2022" "Wouter Duyck" "Vakgroep Experimentele Psychologie" "geen abstract" "Steunpunt Ontwikkeling van gestandaardiseerde, genormeerde en gevalideerde net- en koepeloverschrijdende toetsen in Vlaanderen 2020-2025 (Steunpunt Toetsen)" "Piet Van Avermaet, Maribel Montero Perez, Johan van Braak" "Vakgroep Taalkunde, Vakgroep Onderwijskunde" "Het Steunpunt Centrale Toetsen in Onderwijs zet in op de ontwikkeling van rijke toetsen voor wiskunde en Nederlands in functie van onderwijsontwikkeling. Het Steunpunt bestaat uit een consortium van alle vijf Vlaamse universiteiten (Universiteit Gent, Vrije Universiteit Brussel, Katholieke Universiteit Leuven, Universiteit Hasselt en Universiteit Antwerpen) en twee hogescholen (Artesis Plantijn Hogeschool en Arteveldehogeschool). Die universiteiten en hogescholen bundelen de komende vijf jaar (2021-2025) hun expertise in opdracht van de Vlaamse regering. Het Steunpunt heeft vijf kerntaken, waarvan het ontwikkelen van de centrale toetsen Nederlands er één is.   " "Steunpunt voor de ontwikkeling van gestandaardiseerde, genormeerde en gevalideerde net- en koepeloverschrijdende toetsen in Vlaanderen (2021-2025)." "Jan Vanhoof" "Katholieke Universiteit Leuven, Universiteit Hasselt, Arteveldehogeschool, Universiteit Gent, Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, Vrije Universiteit Brussel, EduBROn" "Het Steunpunt Centrale Toetsen in Onderwijs zet in op de ontwikkeling van toetsen in functie van onderwijsontwikkeling. Het Steunpunt bestaat uit een consortium van alle vijf Vlaamse universiteiten (Universiteit Gent, Vrije Universiteit Brussel, Katholieke Universiteit Leuven, Universiteit Hasselt en Universiteit Antwerpen) en twee hogescholen (Artesis Plantijn Hogeschool en Arteveldehogeschool). Die universiteiten en hogescholen bundelen de komende vijf jaar (2021-2025) hun expertise in opdracht van de Vlaamse regering. Het Steunpunt heeft vijf kerntaken. Meer weten over deze kerntaken? Zie: https://steunpunttoetsen.be/" "Naar een verrijkte vorm van gestandaardiseerd toetsen: De ontwikkeling van relevante leerwinstindicatoren op schoolniveau binnen het secundair onderwijs." "Koen Aesaert" "Onderwijseffectiviteit en -evaluatie, Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, Campus Kulak Kortrijk" "Het centrale thema van het project is het ontwikkelen van een indicatorenset die geschikt is om de leerwinstresultaten van de toekomstige, door de Vlaamse overheid geplande, gestandaardiseerde toetsen te rapporteren aan secundaire scholen. De indicatorenset moet rekening houden met het longitudinaal aspect van een leerwinstmeting en met de complexiteit van de trajecten door het Vlaams secundair onderwijs (leerlingmobiliteit tussen scholen, zittenblijven, stromen tussen onderwijsvormen, vroegtijdig schoolverlaten). Het project behandelt de volgende onderzoeksvragen: (a) Hoe kan men reële stabiele scholen afbakenen? (b) Hoe kan een (multivariate) indicator van leerwinst in een secundaire school het bivariate patroon van prestatiescores in de school gepast weergeven; rekening houden met het bestaan van de verschillende onderwijsvormen, met de mobiliteit tussen onderwijsvormen en tussen scholen, met zittenblijven en vroegtijdig schoolverlaten; additief, compleet en robuust zijn en geschikt zijn voor schoolfeedback en monitoring? (c1) Hoe kan men lokale scholenclusters, die complete trajecten door het secundair onderwijs verzorgen, afbakenen? (c2) Hoe kan men scholen van elkaar onderscheiden inzake hun rol binnen de lokale scholencluster?" "Naar een verrijkte vorm van gestandaardiseerd toetsen: De ontwikkeling van relevante leerwinstindicatoren op schoolniveau binnen het secundair onderwijs." "Koen Aesaert" "Onderwijseffectiviteit en -evaluatie, Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, Campus Kulak Kortrijk" "In nationale toetsen worden meestal toegevoegde waarde modellen (TWM) gebruikt om de bijdrage die scholen leveren aan de leerwinst van leerlingen te schatten. Hoewel statistisch valide, tonen TWM niet hoeveel leerwinst scholen maken, zijn ze complex om te begrijpen en reduceren ze schoolkwaliteit tot één getal. Hierdoor zijn de resultaten minder transparant en bruikbaar voor de beoogde doelen van schoolverbetering, -verantwoording en -keuze. Bovendien is echte leerwinst van scholen moeilijk te identificeren omwille van wijzigende leerlingenpopulaties binnen scholen tussen meetmomenten, irreguliere schoolloopbanen en het probleem dat snel-wijzigende administratieve scholen niet altijd samenvallen met echte, stabiele scholen. Dit onderzoek wil daarom 1) stabiele, echte scholen identificeren; 2) een multivariate indicator voor leerwinst van scholen ontwikkelen, rekening houdend met irreguliere schoolloopbanen ten gevolge van factoren zoals leerlingenmobiliteit, zittenblijven en tracking, en 3) lokale clusters van scholen identificeren en nagaan of de rol die scholen opnemen in hun cluster een goed selectiecriterium is om leerwinst tussen scholen te vergelijken. Administratieve data van de Vlaamse Overheid (2020) alsook beschikbare data van het LiSO-schoolloopbaan-onderzoek (2013-2019) zullen worden gebruikt worden om de onderzoeksvragen te beantwoorden. De resultaten leveren input voor de implementatie van de geplande, gestandaardiseerde toetsen in Vlaanderen." "Steunpunt Centrale Toetsen in Onderwijs" "UHasselt Onderzoek naar innovatief en maatschappelijk geëngageerd onderwijs" "Het omvangrijke karakter van de ontwikkeling en implementatie van gecentraliseerde toetsen als een grootschalige onderwijsverandering in Vlaanderen veronderstelt dat maximaal een beroep wordt gedaan op de aanwezige expertise binnen de onderwijskundige onderzoeksinstituten van de Vlaamse universiteiten. Omwille van de te verwachten maatschappelijke impact van gecentraliseerde toetsen in de Vlaamse onderwijscontext is daarom een bewuste keuze gemaakt om een consortium samen te stellen waarin de vijf Vlaamse universiteiten zijn vertegenwoordigd, samen met twee hogescholen. Een breed consortium met een veelzijdige en complementaire expertise die aanwezig is bij de betrokken partners moet garant staan voor een maximale professionaliteit bij de uitvoering van de verschillende deeltaken van deze omvangrijke opdracht. Het consortium van universiteiten maakt een bewuste keuze twee hogescholen in Vlaanderen op te nemen als partner, namelijk de AP Hogeschool te Antwerpen en de Arteveldehogeschool te Gent. Naast deze complementariteit aan expertise is de samenwerking tussen onderwijsonderzoekers van de vijf Vlaamse universiteiten, samen met twee hogescholen, een gelijkgestemde uitdrukking van maatschappelijke betrokkenheid en de rol die onderwijsonderzoekers wensen op te nemen om vanuit een kritische, academische houding complexe vraagstukken van onderwijskwaliteit te onderzoeken en blijvend bij te dragen aan kwaliteitsborging en -verbetering van onderwijs." "Risicogebaseerde bodemsanering in de Kempen, gestoeld op een reductie van de mobiliteit en de biobeschikbaarheid van zware metalen in de bodem." "Kristin ADRIAENSEN" Milieubiologie "In situ immobilisatie van metalen, met behulp van metaalimmobiliserende bodemadditieven, is een potentiële saneringsstrategie voor metaalverontreinigde bodems. Diverse mechanismen zoals sorptie- en (co)precipitatiereacties, geïnduceerd door het toevoegen van een additief aan de bodem, kunnen een verlaging teweegbrengen van de biobeschikbaarheid van metalen en zo ook van de risico┌s geassocieerd met de contaminatie. Voornamelijk voor grootschalige diffuse verontreinigingen, zoals deze in de Belgische (en Nederlandse) Kempen, is deze techniek, door zijn relatief lage kost en de weinig ingrijpende impact op de omgeving, een aantrekkelijke optie. Tal van verschillende produkten zijn reeds onderzocht als potentiële bodemadditieven in deze context,maar vergelijken van de efficiëntie van de verschillende bodemadditieven doorheen de talrijke studies over metaalimmobilisatie, om zo te komen tot een selectie van ─het beste┌ additief of tot een rangschikking volgens toenemende immobilisatiecapaciteit, is echter niet evident of zelfs onmogelijk. Deze moeilijkheid heeft hoofdzakelijk te maken met het feit dat door verschillende onderzoeksgroepen vaak verschillende evaluatiemethoden gebruikt werden, maar daarnaast blijkt de werking van bodemadditieven tevens bodemafhankelijk. Een doorgedreven literatuurstudie levert dus geen pasklare oplossing op voor de 700 m² verontreinigde bodems in de Kempen. Het project beoogt een risicogebaseerde bodemsanering in de Kempen, gebaseerd op de reductie van de mobiliteit en de biobeschikbaarheid van zware metalen in de bodem. Het onderzoeksproject omvat 2 onderdelen: (i) de uitwerking van een geoptimaliseerd en gestandardiseerd evaluatieprotocol met een fysicochemisch (UGent), milieubiologisch (UHasselt) en exotoxicologisch luik (PHL), en (ii) de geschiktheidsananlyse van een aantal potentiële metaalimmobiliserende bodemadditieven en hun commercialisatie. Resultaten uit dit onderzoek worden finaal getoetst aan de grondbeginselen van risico-gebaseerde sanering in nauw overleg met OVAM."