Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "Interdisciplinair onderzoeksprogramma: Brussels Centre for Urban Studies" "Bas van Heur" Geografie "Steden en stedelijke levenswijzen worden steeds belangrijker in de context van globalisering. Globalisering leidt in feite niet tot een homogeen en gelijk speelveld, maar tot een ongelijkmatige opeenhoping van hiërarchisch gepositioneerde en genetwerkte steden en stadsregio's. Dit heeft gevolgen voor de economie, ruimtelijke ordening, politiek bestuur, infrastructuur, demografische patronen, onderwijs, culturele productie en consumptie en voor de sociale betrekkingen in bredere zin. Maatschappelijke problemen worden met andere woorden steeds meer stedelijke problemen en dit vereist een diepgaand begrip van steden en verstedelijking om deze problemen te kunnen analyseren en aanpakken. Het soort kennis dat vereist is, is per definitie probleemgebaseerd en interdisciplinair: voor de duurzame ontwikkeling van steden moeten zowel academici als beleidsmakers, politici en actieve burgers nauwe disciplinaire perspectieven en silodenken vermijden ten gunste van een meer holistische en interdisciplinaire benadering die kan vastleggen wat er werkelijk aan de hand is in onze steden. Voor de eerste ronde van 2014-2019 heeft het Centrum dit algemene thema geoperationaliseerd door zich te concentreren op drie onderzoeksgebieden: i) Duurzame stedelijke omgevingen: mobiliteit en logistiek, gebouwde omgeving, stedelijke ecologie, materiële infrastructuren ; ii) Stedelijke culturen en diversiteit: superdiversiteit, meertaligheid en onderwijs, cultuur en burgerschap, toegang tot en deelname aan cultuur; iii) Stedelijke economieën besturen: stadsontwikkelingsprojecten, strategieën voor openbare investeringen, lokale arbeidsmarkten, O&O en menselijk kapitaal, stedelijk bestuur en openbaar bestuur. Deze transversale thema's waren bewust losjes gedefinieerd, aangezien een van de hoofddoelstellingen van het Vertaalbureau in zijn eerste jaren bestond om vaak zeer verschillende onderzoeksgroepen binnen de VUB met elkaar kennis te laten maken en een gemeenschappelijke taal van discussie en analyse te ontwikkelen; het vooraf definiëren van een prefixlijst van 'sterke' theoretische / thematische zorgen is zelden nuttig en meestal contraproductief in een dergelijke setting. Voor de ronde 2019-2024 blijven deze brede onderwerpen die relevant zijn voor onderzoeksgroepen met meerdere leden nuttig als een ruw structurerend apparaat, maar tegelijkertijd gaan we verder dan deze drie losse heuristische thema's. Niet door een nieuwe reeks thema's vooraf te laten gaan, maar door een bottom-up proces van themaontwikkeling met alle commissarissen. In paragraaf 5.a. nader besproken, zullen de bestuursleden van het Centrum elk jaar gezamenlijk een leidend kernthema identificeren waarrond de meeste activiteiten van het Centrum zullen worden georganiseerd." "Gezondheidgerelateerd activiteitsherkenningssysteem op basis van IoT - een interdisciplinair trainingsprogramma voor jonge onderzoekers" "Bart Vanrumste" "Dynamische Systemen, Signaalverwerking en Gegevensanalyse (STADIUS), Elektrotechnische Industriële Ingenieurstechnieken (ESAT), Campus Geel, Gedistribueerde en Veilige Software (DistriNet)" "A current trend in healthcare involves the prevention of chronic diseases by changing behaviour towards more healthy lifestyle choices. This is supported by the increased use of wearable sensors and Internet of Things (IoT) devices. Human activity recognition and vital sign monitoring play a significant role in tailoring personal health and behaviour change coaching solutions to each individual, but pose a number of technical, legal, and socio-economic issues, which must be solved to enable a commercial viable solution.The IoT is a key growth business area for EU firms, which need to acquire competencies and skills for the exploitation of their innovation potential abroad. China is a key destination market, but products and solutions have to be tailored to the needs, behaviours and habits of Chinese consumer and to the specificity of the market. The goals of HEART project are:to allow the formation of a team of 6 researchers, with a strong interdisciplinary attitude, integrating social science and humanities with high-end technical skills, creativity, innovation and entrepreneurial allure, with teamwork capabilities and ability to operate in the Chinese context for business in the domain of IoT and healthcare;to release a health integrated activity recognition platform able to detect activities from heterogeneous data, using scalable algorithms, while safeguarding the privacy of the persons. A priority for the Non Academic beneficiary’s competitiveness is to deliver wearable technology for health monitoring, primary dedicated to healthy people (of +40 age) to penetrate the Chinese market;to address the growing need of EU firms, for employees having the necessary skills (technical, legal and economic) in the IoT domain, thus increasing their international competitiveness." "De productie, functie en betekenis van Besloten Hofjes: een interdisciplinair onderzoek naar historische mixed media (1450-1600)" "Barbara Baert" "Onderzoeksgroep Kunstwetenschappen, Leuven" "The Enclosed Gardens are unique reliquaries of the sixteenth century, imagining the praised garden of the Song of Songs. Their wooden cases contain relics, polychrome statues, seals in wax or pipe clay, tinted glass beads, pilgrim badges and various silk flowers and plants. This garden decorum, composed of individual devotionalia, allows to uplift the viewer into higher immaterial realms. Some of these shrines can be closed with painted panels on which patrons and their saints are depicted. Seven of these mixed-media objects were preserved by the Onze-Lieve-Vrouw Gasthuiszusters of Mechelen and are currently the focus of a major restoration and conservation project (2014-2018).Up until now, the typology of the Enclosed Gardens has been mainly been studied from the perspective of the seven Mechelen Gardens and the female religious context in which these pieces are said to have been made and functioned. Local historians and scholars previously suggested these gardens were the result of the hospital sisters’ loving devotion to the making of silk flowers and assembling of the Besloten Hofjes. This romantic perception on the production circumstance and reception of these objects became the standard way to approach these mixed-media pieces. Other Enclosed Gardens, such as the ones found in various convents and beguinages in modern-day Belgium and Germany, were subjected to the same sentimental perception. In this research, however, the Besloten Hofjes will be studied from a broader perspective starting with the study of those Gardens that no longer exist today in archival sources and the less-known examples from Balen, Herentals, Diest, Geel, Antwerp, Sint-Lenaarts, Arras, Kalkar, Frechen, Bentlage and Ebstorf. Furthermore, this interdisciplinary research aims to analyse the Enclosed Gardens as testimonies of the developing privatisation of piety in the early modern period. Not only will these shrines be studied as a whole but also their mixed media character will be subjected to profound examination. " "Religie in niemandsland: een interdisciplinair onderzoek naar de rol van religieuze leiders in vredesprocessen: de case Bosnië-Herzegovina" "Lieven Boeve" "Onderzoekseenheid Systematische Theologie en Religiewetenschap, Leuvens Instituut voor Criminologie" "Dit project analyseert de rol van religie en religieuze leiders in het proces van conflicttransformatie, met een bijzondere focus op de situatie in Bosnië-Herzegovina. Religie wordt regelmatig bekritiseerd als één van de voornaamste oorzaken voor gewelddadige conflicten. Recente studies over overgangsrechtspraak en conflictresolutie benadrukken echter het belang van religie bij het bewerkstelligen en handhaven van vrede. Dit project analyseert in welke mate religieuze tradities effectief verandering kunnen teweegbrengen in pro-sociale waarden in situaties waarin traditionele politieke mechanismen daarin falen. Bijzondere aandacht gaat naar de rol van katholieke, moslim en orthodoxe leiders in Bosnië-Herzegovina, die de voornaamste morele autoriteiten en opiniemakers vormen in hun religieuze gemeenschappen. Het onderzoeksdoel is om te achterhalen hoe de voorgenoemde religieuze leiders conflicten percipiëren, evenals het oplossen van deze conflicten en de rol van religie in dit proces. De bevindingen zijn relevant aangezien ze een brug slaan tussen theorie over en de praktijk van religieus geïnspireerde vredesacties. Het project combineert theologische, sociologische en politieke perspectieven als leidraad. De uitvoering van het onderzoek bestaat uit diepte interviews die vervolgens getranscribeerd, geanalyseerd en kritisch becommentarieerd worden." "Interdisciplinair onderzoeksprogramma: traditie en natuurlijkheid van dierlijke producten binnen een maatschappelijke context van verandering." "Luc De Vuyst, Frédéric Leroy" "Brussels Platform voor Digital Humanities, Belgisch-Argentijns Onderzoeksconsortium voor Gefermenteerde Levensmiddelen en Dranken, Vlaams Onderzoeksconsortium voor Gefermenteerde Levensmiddelen en Dranken, Onderzoekcentrum Romeinse Samenleving, Business, Geschiedenis van sociale processen, History, Archeology, Arts, Philosophy and Ethics, Historisch Onderzoek naar Stedelijke Transformatieprocessen, Geschiedenis, Interdisciplinaire Historische Voedingsstudies, Toegepaste Biologische Wetenschappen, Industriële Microbiologie" "Het interdisciplinaire project (IRP) getiteld 'Traditie en natuurlijkheid van dierlijke producten in een maatschappelijke context van verandering' is een thematische voortzetting van een eerder IRP van de onderzoeksgroepen Industriële Microbiologie en Voedingsbiotechnologie en Social and Cultural Food Studies, getiteld 'Voedselkwaliteit, veiligheid en vertrouwen sinds 1950: maatschappelijke controverse en biotechnologische uitdagingen', op zijn beurt een follow-up van een eerder HOA-project (Horizontale Onderzoeksactie) getiteld 'Artisanale kwaliteit van gefermenteerde voedingsmiddelen: mythe, realiteit, percepties, en constructies '. Het huidige project verbindt de expertise van voedingstechnologen (onderzoeksgroep IMDO), communicatiewetenschappers (onderzoeksgroep MARK-BUSI) en voedingshistorici (onderzoeksgroepen FOST en HOST). Na eerder te hebben gekeken naar de technologische en historische complexiteit van artisanaliteit van voeding en de daarmee samenhangende aspecten van kwaliteit en veiligheid, richt het voorgestelde onderzoek zich nu op de begrippen 'traditie' en 'natuurlijkheid' van dierlijke producten in een dynamische omgeving van maatschappelijke verandering. Het onderzoeksthema is niet alleen van academische waarde, maar ook voor de samenleving van groot belang. De maatschappelijke relevantie ervan wordt weerspiegeld in het feit dat voedsel fungeert als het cement van samenlevingen en dat het ons dagelijkse leven niet alleen domineert vanwege zijn fysiologische maar ook vanwege zijn semiotische waarde. In periodes van grote maatschappelijke veranderingen, zoals we die momenteel ervaren met marktglobalisering en snelle technologische innovatie, fungeert het als een focuspunt voor identiteitsonderzoek en waardecreatie. Het voorgestelde IRP zal zich bezighouden met de specifieke categorie van dierlijke producten, waaraan verscheidene maatschappelijke uitdagingen (bijvoorbeeld problemen van duurzaamheid en ethische productie en verwerking) en verschillende betekenislagen gekoppeld zijn (bijvoorbeeld taboes en ceremoniële gebruiken). Ook is de productieketen van vlees gedurende de afgelopen drie eeuwen onderworpen aan intense transformaties, waaronder zware industrialisatie, verlenging en specialisatie van de keten en het verbergen in slachthuizen van de voor de menselijke psyche problematische doding van dieren. Ten slotte zijn de symptomatische concepten van 'traditie', 'oorsprong' en 'natuurlijkheid', die centraal zullen staan in dit IRP, van het grootste belang voor deze levensmiddelencategorie." "Assessment en bevordering van de psychosociale, linguïstische, en culturele ontwikkeling van jonge nieuwkomers: een tweefasig mixed-method interdisciplinair onderzoek" "Lucia De Haene" "Gezins- en Orthopedagogiek (OE), Interfacultair Instituut voor Familiale en Seksuologische Wetenschappen" "De toegenomen instroom van vluchtelingen en immigranten in de afgelopen jaren zetten Europese samenlevingen voor nieuwe maatschappelijke uitdagingen in het onthaal en de integratie van jonge nieuwkomers. Zowel pre-migratiestressoren, zoals ervaringen van collectief geweld en verlies, als stressoren tijdens en na de vlucht kunnen de ontwikkeling en sociale inbedding van jonge nieuwkomers sterk onder druk zetten. Nieuwkomers en hun gezinnen ervaren vaak hoge niveaus van familiale stress als gevolg van een opeenvolging van ingrijpende gebeurtenissen, veelvuldige verlieservaringen en sociale isolatie. Tegelijkertijd staan deze gezinnen voor de opdracht om een nieuw toekomstperspectief uit te bouwen binnen een gastsamenleving met, voor hen, nieuwe en onbekende institutionele structuren. De schoolcontext blijkt een belangrijke eerstelijns zorgcontext te zijn voor het ondersteunen van deze kinderen in deze ingewikkelde reeks aan ontwikkelings- en acculturatietaken. Binnen de school komen kinderen namelijk in contact met de taal en cultuur van de gastsamenleving, kunnen onderwijs- en leerprocessen hervat worden, kan verbondenheid binnen de schoolcontext sociale isolatie tegengaan, en kunnen processen van culturele identiteitsvorming tot ontwikkeling komen. Een innovatieve benadering in dit groeiende veld van school-gebaseerde interventies is School-gebaseerde interdisciplinaire Collaboratieve Zorg (SiCC). Dit systemische interventiemodel biedt een geïndividualiseerde, stepped-care benadering voor kwetsbare jonge nieuwkomers en hun gezin. Gespecialiseerde consultants werken samen met schoolse partners, familieleden en relevante professionals en vormen samen een duurzaam, interdisciplinair zorgnetwerk. Via gedeelde, interdisciplinaire beeldvorming proberen partners in het zorgnetwerk zo het psycho-sociaal en schools functioneren te begrijpen tegen de achtergrond van de gezins- en migratiegeschiedenis, culturele identificaties en huidige sociaal-maatschappelijke stressoren. Tegelijkertijd worden reeds bestaande hulp- en steunbronnen in het gezin geïdentificeerd en gemobiliseerd. Dit proces van gedeelde, collaboratieve beeldvorming maakt het ten slotte mogelijk om interventies op te zetten die inhaken op verschillende niveaus: op het niveau van de interactie tussen de gezinsleden en de school, het niveau van de klaspraktijk, het niveau van het schoolbeleid of op maatschappelijk niveau. Huidige onderzoeksbevindingen in verschillende wetenschappelijke disciplines bevestigen dat de ontwikkeling en sociale integratie van jonge nieuwkomers in Europese landen een belangrijke maatschappelijke uitdaging vormt; een veelheid aan studies schetst immers de risicovolle ontwikkeling van jonge nieuwkomers in specifieke ontwikkelings- en acculturatietaken: (i) psychosociaal welzijn, (ii) taalvaardigheid en (iii) culturele identiteit en verbondenheid. Verdere bevindingen over ontwikkelings- en acculturatieprocessen bij jongeren nieuwkomers benadrukken de ontwikkeling van een tweeledige conceptuele focus:Eerst betogen wetenschappers hoe een diepgaand, meer holistisch begrip van de ontwikkeling van jonge nieuwkomers een integratieve, interdisciplinaire benadering vereist die rekening houdt met de veelzijdige, multifactoriële aard van hun ontwikkeling. Deze literatuur benadrukt de noodzaak van het ontwikkelen van een relationele analyse die de wederzijds beïnvloedende relaties binnen verschillende ontwikkelingsdomeinen onderzoekt en deze relaties plaatst binnen meerdere nabije ecologische settings, waarbij de kindontwikkeling wordt gecontextualiseerd binnen gezinnen, peer-relaties, culturele overtuigings- en kennissystemen, linguïstische structuren, en interacties op school en de bredere gemeenschap.Ten tweede, gezien de veelvuldige migratie-specifieke stressoren in de primaire ecologische settings van jonge nieuwkomers, pleiten wetenschappers voor een focus op het identificeren van hulpbronnen voor positieve integratie, waarbij cruciale hulpbronnen in het netwerk van jonge nieuwkomers, zoals hun gezin, de school en de gemeenschap, kunnen worden ondersteund om de ontwikkeling van het kind te bevorderen. Deze doctoraatsstudie maakt deel uit van een interdisciplinair onderzoeksontwerp (OGOP PPW KU Leuven & CTO KU Leuven), gefinancierd door de Interne Fondsen van de universiteit, dat zich richt op beide conceptuele foci. Deze onderzoeksopzet bestaat uit twee opeenvolgende onderzoeksfasen:Studie I omvat een grootschalig, mixed-methods, cross-sectioneel onderzoek in onthaalklassen in het basisonderwijs in Vlaanderen. Studie I richt zich op een empirische verkenning van de psychosociale, linguïstische en culturele uitkomsten van jonge nieuwkomers en relevante verbanden met variabelen in de nabije ecologische settings, waaronder het gezin en de school.Studie II omvat een interventiefase waarin een grounded theory componentanalyse wordt gecombineerd met een verkennende, kleinschalige naturalistische mixed-methods case serie. Deze studie richt zich op het versterken van de voorlopige evidence-base voor SiCC door (i) kerninterventiecomponenten en -processen van SiCC te identificeren, (ii) de haalbaarheid en toegankelijkheid van SiCC te beoordelen door te focussen op de ervaringen van nieuwkomerouders en betrokken professionals, (iii) en SiCC-outcomes en werkingsmechanismen te beoordelen. Binnen deze studies wordt de doelgroep van jonge nieuwkomers afgebakend door te focussen op kinderen van 8 tot en met 12 jaar met een recente (gedwongen) migratiegeschiedenis, die maximaal vijf jaar in België hebben gewoond. Voor beide onderzoeksfasen (I/II) zal een mixed-methods ontwerp worden geïmplementeerd: een transcultureel valide kwantitatieve onderzoeksopzet, ingebed binnen een diepgaande kwalitatieve verkenning van ontwikkelings- en relationele processen binnen sociale en culturele praktijken. Deze mixed-method onderzoeksopzet is gebaseerd op actuele methodologische richtlijnen en wordt als bijzonder relevant beschouwd bij het beoordelen van de effectiviteit van interventies. Onderzoek met nieuwkomers wordt sterk gekenmerkt door complexe wervings- en beoordelingsprocedures. Deze complexiteit omvat verhoogde drempels bij het verkrijgen van toegang tot minderheidsgemeenschappen, langdurige processen in het opbouwen van vertrouwen en instemming bij deelnemers tijdens werving, complexe onderzoeksprocedures met tolken voor diverse culturele en linguïstische groepen, en een verhoogde focus op het voorkomen van uitval. Wetenschappers pleiten voor een collaboratieve aanpak in onderzoek met nieuwkomers, waarbij onderzoekers met een migratieachtergrond actief deelnemen aan diverse fasen in het onderzoeksproces. In beide studies van deze onderzoeksopzet zullen nieuwkomers actief betrokken worden als medeonderzoekers.Ten slotte benadrukken professionals en wetenschappers in het brede onderwijsveld de nood aan opleiding, expertise en concrete tools in het monitoren, beoordelen en bevorderen van school- en ontwikkelingstrajecten van jonge nieuwkomers. Deze noodzaak vormt een kernimpuls in het ontwerp van deze studie. De finale valorisatiedoelstellingen van deze studie hebben dan ook als doel om toegankelijke tools te ontwikkelen en expertise op vlak van beeldvorming en bevordering van school- en ontwikkelingstrajecten van nieuwkomers te versterken binnen het brede veld van onderwijs voor jonge nieuwkomers." "Een groter theoretisch en methodologisch bereik voor vertaal- en tolkwetenschap: naar interdisciplinair taalcontactonderzoek" "Gert De Sutter" "Vakgroep Vertalen, tolken en communicatie" "Hoewel vertaal- en tolkstudies (TIS) nog een jonge academische discipline is (het begon pas rond het midden van de 20e eeuw te ontwikkelen), heeft het ons begrip van deze zeer specifieke communicatiepraktijken al aanzienlijk vergroot. Zo is bijvoorbeeld gebleken dat fonologische, prosodische, lexicale, grammaticale, pragmatische en paralinguistische eigenschappen van de talen die bij vertaling en interpretatie worden geactiveerd, kunnen veranderen, wat kan leiden tot kleine, kortstondige verschillen in vergelijking met dezelfde taal in een eentalige situatie of grotere, structurele, stabiele veranderingen in taalstructuur en taalgebruik. TIS-onderzoekers zijn het er in het algemeen over eens dat het optreden van deze verschillen verband houdt met een complexe interactie van sociale, cognitieve, technologische en multimodaliteitsgebonden beperkingen. Onderzoek naar dergelijke taalcontact-geïnduceerde taalverschillen en hun onderliggende beperkingen worden niet alleen uitgevoerd in TIS, maar ook in gerelateerde (taal) disciplines die zich richten op andere soorten taalcontactinstellingen (bijv. Instellingen waarin taalleerders verwerven) een nieuwe vreemde taal; meertalige steden en landen waar verschillende (officiële) talen elkaars structuur en gebruik beïnvloeden). Gerelateerde disciplines die een overheersende focus hebben op taalverschijnselen in taalcontactinstellingen zijn (probabilistische) variatielinguïstiek van World Englishes, leerling-corpusonderzoek, contrastieve taalkunde, psycholinguïstisch tweetaligheidsonderzoek en vertaal- en tolktechnologie. Elk van deze disciplines heeft echter zijn eigen terminologische apparaat en zijn geprefereerde conceptuele en methodologische raamwerk. Onnodig te zeggen dat onderzoeksresultaten niet gemakkelijk hun weg vinden in TIS, en zelfs als ze dat wel doen, blijft het vergelijken van onderzoeksresultaten moeilijk. Als gevolg hiervan profiteert TIS nauwelijks van de inzichten van andere disciplines. Gezien het grote aantal beperkingen waarmee rekening moet worden gehouden, is een aanpak met meerdere methoden nodig met passende statistische toetsing, evenals een nieuw conceptueel kader, dat voortbouwt op de inzichten uit deze gerelateerde velden, om beter te beschrijven en uit te leggen en voorspel de taalkundige samenstelling van de vertaal- en tolkhandeling. Aangezien vertaling en interpretatie de samenleving doordringen op nieuwe en uitdagende manieren, wordt deze complexe realiteit in een veel grotere mate dan ooit in de geschiedenis, het begrijpen (en modelleren) steeds belangrijker voor de verdere ontwikkeling van TIS. In TIS beginnen al verschillende krachten in dezelfde richting te trekken - weerspiegeld door een toegenomen methodologisch bewustzijn, beter gearticuleerde theoretische onderbouwing en meer interdisciplinaire samenwerking - en consolidatie van deze krachten zou tot grote doorbraken kunnen leiden. Deze WOG is daarom bedoeld om belangrijke leden van de TIS-gemeenschap en vooraanstaande wetenschappers uit de bovengenoemde naburige disciplines samen te brengen, die complementaire methodologische en theoretische expertise hebben en die een grote interesse hebben in benaderingen met meerdere methoden, geavanceerde statistische tests en theorievorming . Het belangrijkste doel van deze WOG is het verbeteren en uitwisselen van wetenschappelijke kennis over de beperkingen die de aard van vertaalde, geïnterpreteerde en andere contactvariëteiten in onze sterk geglobaliseerde, gedigitaliseerde en multiculturele wereld beïnvloeden door het creëren van een netwerk van wetenschappers. Meer in het bijzonder zal dit netwerk: 1. Verspreid de huidige kennis over empirische studies van vertaling en tolken, evenals andere vormen van taalcontact door een website te creëren die fungeert als een centraal knooppunt voor referenties, tutorials en video-interviews met vooraanstaande wetenschappers. 2. Ontwikkelen, verspreiden en promoten van het gebruik van geavanceerde onderzoeksmethodologieën (met name benaderingen met meerdere methoden en geavanceerde statistische methoden) door middel van workshops, zomerscholen en kortdurende bezoeken, speciaal voor postdoc-onderzoekers. 3. Stimuleer het creëren van grotere en betere meertalige, contextgevoelige gegevensverzamelingen, door een platform (als onderdeel van de website) aan te bieden voor corpusconstructie, waar beste praktijken voor compilatie en ontwerp, annotatierichtlijnen en relevante metadata worden gedeeld (cf. . bijvoorbeeld Center for Open Science: https://osf.io/). 4. Integreer bestaande gegevensverzamelingen en streef naar convergentie van methodologische ontwerpen door onderzoekssamenwerkingen op te zetten tussen leden van het netwerk en gezamenlijke toepassingen voor (interdisciplinaire) onderzoeksprojecten. 5. Stimuleer het gebruik van empirische ontwerpen die gericht zijn op het verifiëren, aanpassen en vergroten van de verklarende kracht van bestaande theoretische modellen. Door middel van haar doelstellingen zal de WOG het veld zodanig hervormen dat de gegevensbronnen en bronnen en de resultaten van de empirische onderzoeken rechtstreeks vergelijkbaar zijn, waardoor een aanzienlijke sprong voorwaarts wordt gewekt in ons begrip van taalvariatie bij vertaling en tolken, evenals andere door contact veroorzaakte communicatie-instellingen. Het centrale verspreidingskanaal zal de website van de WOG zijn, die een openbaar beschikbare lijst met belangrijke publicaties, videohandleidingen en interviews zal bevatten, evenals technische rapporten over corpuscompilatie en ontwerpen met meerdere methoden. Naast de website zijn de volgende activiteiten gepland, gericht op het verspreiden van de WOG-resultaten, het stimuleren van gezamenlijke publicaties en (interdisciplinaire) projectvoorstellen, en het bevorderen van samenwerking tussen onderzoekseenheden en disciplines: 1. Een workshop in de tweede, derde en vierde jaar; deze zullen worden gewijd aan het gebruik van geavanceerde methodologische en analytische instrumenten om de aard van door contact veroorzaakte communicatieve handelingen adequaat te begrijpen, gebruikmakend van een uitgebreid theoretisch kader. Indien mogelijk worden de workshops back-to-back gehouden met internationale conferenties zoals EST of TiT (in de vorm van panels of pre-conference workshops). Internationale experts worden uitgenodigd om als spreker en recensent deel te nemen, om de kwaliteit van het werk van de WOG te beoordelen en te verankeren in de wetenschappelijke gemeenschap. 2. Wetenschappelijke publicaties, vooral in open-accesstijdschriften / -volumes (zoals Language Science Press): technische papers over corpuscompilatie en annotatie, multivariate statistiek en het combineren van product- en processtudies. 3. Afsluiting van de internationale workshop in het vijfde jaar, zowel voor WOG-deelnemers als voor andere wetenschappers: de prestaties van de WOG benadrukken; het bieden van een forum voor wetenschappers die onderzoek hebben gedaan volgens de methodologische, analytische of theoretische lijnen van de WOG, en het stimuleren van de voorbereiding van een gezamenlijke Horizon Europe-applicatie." "Gam(e)(a)ble: Interdisciplinair onderzoek naar de grensvervaging tussen gamen en gokken bij tieners" "Rozane De Cock" "Gezins- en Orthopedagogiek (OE), Onderzoekseenheid KU Leuven Centrum voor IT & IE Recht, Instituut voor Mediastudies (OE), Onderzoekseenheid Inter-Actions, Campus Genk" "Dit project focust op de toegenomen gemedieerde blootstelling van minderjarigen aan gokken.Videospellen met niet-monetaire elementen van gokken, zoals gratis casinogames maar ook in-appaankopen van lootboxes (schatkisten), en de vaak verdoken en minder afgebakende vormen vanonline gokken, zoals bv. skin betting en de persuasieve invloeden van influencers, opereren binneneen grijze zone gekenmerkt door een grensvervaging tussen (online) gamen en gokken.Studies naar gesimuleerd gokken in games zijn nog maar van recente datum en geen enkelestudie heeft jonge spelers kunnen opvolgen tijdens hun ontwikkelingsfase. Vroege blootstelling aangokelementen in games vergroot mogelijk de kans op gokken op latere leeftijd en de ontwikkelingvan problematisch gedrag. Vanuit deze bezorgdheid richt dit project zich op 4 grotemaatschappelijke bezorgdheden en onderzoeksnoden via een interdisciplinair, innovatiefonderzoeks- en valorisatie programma:- mediatechnologisch onderzoek om a) de classificatie- en labellingsystemen van gokelementen invideospellen die populair zijn bij tieners te herdefiniëren, en b) de relatie te ontrafelen tussen deblootstelling aan persuasieve media-inhouden over gokken (reclame, sponsoring, online socialinfluencers) en de attitude van tieners tov gokken en hun game- en gokgedrag;- een analyse van het bestaand wettelijk en (zelf)regulerend internationale kader en de definitie vaneen toekomstbestendig raamwerk om minderjarige consumenten te beschermen;- longitudinaal psychologisch ontwikkelingsonderzoek gefocust op gesimuleerd gokken bij jongeren,resulterend in adviesstrategieën en -instrumenten voor ouders en een meetinstrument voor hetopsporen van (f)actoren die leiden tot risicovol gokgedrag bij tieners;- onderzoek op het gebied van preventie, vroegtijdige interventie en sociale bijstand en het iteratiefontwikkelen en testen van toolkits en protocollen voor professionals, welzijns- en onderwijsactorenen voor jongeren en ouders." "Hoe kunnen we de grens vervagen tussen nieuwe muziek en artistieke popmuziek door co-creatie van interdisciplinair artistiek werk?" "Jeroen D'hoe" "Onderzoeksgroep Musicologie, Leuven, Computerwetenschappentechnologie, Campus Groep T Leuven" "Hoe kunnen we de grens vervagen tussen nieuwe muziek en artistieke popmuziek door co-creatie van interdisciplinair artistiek werk? Vanuit de artistieke praktijk gaat de celliste zelf aan de slag met live electronics en ligt de focus zowel op het fysieke en uitvoerende aspect alsook de intellectuele beleving. Bovendien is dit onderzoeksproject als een immersieve kosmos die discipline-overstijgend is, een gedeelde ruimte waarin iedere kunstenaar de eigen discipline meebrengt, bereid is de structuren die deze disciplines typeren te verlaten en een interdisciplinair transformatieproces op gang te brengen. Deze co-creatie leidt tot een beter inzicht in het complexe scheppingsproces van audiovisuele performances en composities. Een hypothese is dat het gebruik van videokunst het proces van vernieuwing in muzikale compositie en performance kan versterken. De combinaties analoog met digitaal, akoestisch met elektronisch, staan centraal en genereren een symbiose van elementen uit de hedendaagse klassieke muziek en de artistieke popmuziek. De audiovisuele conversatie tussen beeld en klank wil de karakteristieken en grenzen tussen performance, film, muziek en videoinstallatie bevragen en transformeren." "Spektakelcultuur. Een interdisciplinair platform voor historisch onderzoek naar film-, theater-, dans- en muziekopvoering." "Kurt Vanhoutte" "Onderzoekscentrum Visuele Poëtica" """Waarheen vandaag?"" Vroeger publiceerden kranten vaak dagelijks overzichten van attracties om de aandacht van het publiek vochten. Bioscopen, circussen, musichalls, theaters, concertzalen, opera's, variététheaters, volkshuizen en andere gelegenheden organiseerde live-entertainment of projecties. Ze maakten deel uit van een spektakelcultuur die kan bogen op een lange culturele traditie. Die spektakelcultuur boette aan belang in naarmate analoge en digitale media de huiskamer veroverden, maar is allerminst verdwenen. Elementen van deze spektakelcultuur vormen het voorwerp van historisch onderzoek dat wordt uitgevoerd door media- en cultuurhistorici, letterkundigen, theaterwetenschappers, filmwetenschappers, communicatiewetenschappers, muziekwetenschappers, danswetenschappers en erfgoedkundigen. Helaas blijft dergelijk onderzoek doorgaans disciplinegebonden. Dit leidt tot een wetenschappelijke onderschatting van de brede historische context, waarin de personen/instellingen die onderzocht worden, elkaars pad kruisten. Dit geldt niet alleen voor de ""performers"" (artiesten die zowel op podia als in films optraden of die operarollen afwisselden met variétéoptredens) en de personen die achter de schermen opereerden (regisseurs, scenaristen of choreografen die zich aan diverse artistieke disciplines waagden), maar ook voor het publiek, dat verscheidene vormen van #entertainment# combineerde en nu onterecht gereduceerd wordt tot #het# theaterpubliek, filmpubliek etc. Het gebrek aan interactie tussen de verschillende onderzoekseenheden is tevens een gemiste kans omdat men enerzijds vaak met vergelijkbaar bronmateriaal werkt, anderzijds te weinig overlegt over inhoudelijke, heuristische of methodologische vragen. De Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap (WOG) ""Spektakelcultuur"" wil ter zake een trendbreuk tot stand brengen. Wars van instellingen en disciplines, komen wetenschappers samen om hun lopend onderzoek naar spektakelcultuur inhoudelijk en methodologisch te vergelijken, om een stand van zaken te schetsen maar eveneens om nieuwe onderzoekshypotheses of -vragen te ontwikkelen. De focusperiode van deze WOG ligt op de periode van 1870 tot 1970, dus van de Belle Epoque tot de definitieve doorbraak van de televisie, met aandacht voor entertainment dat het publiek bereikte via podia en/of filmschermen. Deze afbakeningen zijn echter richtinggevend en niet restrictief."