Titel Promotor Affiliaties "Korte inhoud" "Verbetering van de arbeidsomstandigheden in de sociale dienstverlening." "Karolien Lenaerts" "Onderzoeksgroep Arbeid, Organisatie en Sociale Dialoog" "Het project beoogt de verbetering van de arbeidsomstandigheden in de sociale dienstverlening te ondersteunen door: (1) Het aanpakken van de belangrijkste kwesties die de arbeidsomstandigheden en aantrekkelijkheid van de sector beïnvloeden. Het project zal voorstellen ontwikkelen voor enkele van de belangrijkste kwesties die de aantrekkelijkheid van de sector beïnvloeden. Deze omvatten veiligheid en gezondheid op het werk (inclusief fysieke en psychologische gezondheidsrisico's), evenwicht tussen werk en privéleven, vaardigheden en opleiding, innovatie (bv. de digitale en groene transitie), diversiteit en genderperspectieven, vergrijzing, en andere. (2) Verdere opbouw van capaciteit voor sociale dialoog en werkgeversorganisaties voor sociale diensten. Dit zal gebeuren door het organiseren en uitvoeren van studiebezoeken en het opstellen van een gids over hoe doeltreffende werkgeversorganisaties in de sociale dienstverlening kunnen worden opgebouwd en beheerd. De studiebezoeken zijn bedoeld om werkgevers in de sociale dienstverlening in staat te stellen van elkaar te leren, hun kennis en ervaringen te delen, hun activiteiten verder te ontwikkelen en hun netwerken uit te breiden. Organisaties die momenteel bezig zijn met het ontwikkelen van werkgeversorganisaties in hun land zijn een specifieke doelgroep. De studiebezoeken zullen gevolgd worden door het opstellen van de gids. Alle projectresultaten kunnen worden gebruikt in het kader van de sectorale sociale dialoog van de EU in de sociale dienstverlening." "Expertartikel over de gevolgen voor de veiligheid en gezondheid op het werk (VGW) van gezondheids- en sociale zorg via digitale arbeidsplatforms" "Karolien Lenaerts" "Onderzoeksgroep Arbeid, Organisatie en Sociale Dialoog" "Dit deskundigenartikel is bedoeld om bewijsmateriaal te verzamelen en beschikbaar te maken over de OSH-risico's en -kansen van werk op digitale platforms in de gezondheids- en sociale zorgsector, om beleidsmakers en digitale arbeidsplatforms te helpen de OSH-behoeften onder deze werknemers te beheren en hen te helpen de vruchten ervan te plukken. De specifieke doelstellingen van het project zijn (i) In kaart brengen van arbeidsomstandigheden, gezondheids- en veiligheidsrisico's op het werk en gezondheidsresultaten die worden teweeggebracht door digitaal platformwerk, en in mindere mate door platformisering van werkplekken en banen, met de nadruk op de uitdagingen en kansen binnen de gezondheids- en sociale zorgsector. (ii) Identificeer en evalueer relevant beleid en relevante praktijken om de OSH-risico's van werknemers van digitale platforms te voorkomen en te beheren. (iii) Identificeer en presenteer voorbeelden van goede praktijken/interventies (op nationaal niveau, op regionaal niveau of op bedrijfsniveau) voor het beheer van veiligheid en gezondheid op het werk in digitale platformbedrijven in de sector sociale en gezondheidszorg." "Risico's overbruggen naar een inclusieve digitale en groene toekomst door de vaardigheden van het personeel te verbeteren voor industrie 5.0" "Huib Huyse" "Leuvense Internationale en Europese Studies (LINES) (OE), Onderzoeksgroep Arbeid, Organisatie en Sociale Dialoog" "BRIDGES 5.0 bridges risks to an inclusive digital and green future by enhancing workforce skills for Industry 5.0. To achieve this ambition, four objectives are central: (1) Quantitatively map how jobs are transforming and what new green and digital jobs are emerging in Industry 4.0; and qualitatively understand Industry 5.0 requirements (human- and socio-centric, sustainable and resilience) for these jobs and company practices; (2) Map Industry 5.0 skills and skill gaps at the EU-level and five EU-institutional contexts for emerging green and digital jobs; and enable monitoring of skill gaps using skills taxonomies/standards; (3) Set up learning trajectories and training pathways, using the enriched Teaching and Learning Factories concepts, and experiment with these interventions to reduce skill gaps for four target groups, i.e. managers, employees, jobseekers and students; (4) Engage a range of industry and related stakeholders at regional, national and EU levels and co-produce a web platform called Industry 5.0 Platform. The platform facilitates social innovation in the learning field and provides these stakeholders and target groups with recommendations and instruments for new learning and training systems.The outcomes contribute to the right supply of skilled workers who will enable companies to optimise the gains from digital technology and the right skills to deal with the digital and green transition to achieve a sustainable, resilient and fairer future for Europe.Stakeholders commitment is crucial to the success of Industry 5.0 and BRIDGES 5.0 creates a unique consortium collaboration between researchers, 8 EU-industrial companies, 9 Industry 4.0 ecosystems and the main EU social partners. An interactive process is created between stakeholders to align with their differing interests and the research results, produced in 7 steps, will be a vital resource for the stakeholders. A business plan supports the sustainability of the Industry 5.0 Platform." "VIONA Kwaliteit van Werk" "Huib Huyse" "Leuvense Internationale en Europese Studies (LINES) (OE)" "Kwaliteit van het werk is een belangrijke uitdaging die aan urgentie wint en breder is dan het debat rond werkbaar werk. Vanuit medisch perspectief wordt gewezen op de belangrijke impact van werkgerelateerde factoren op de groeiende problematiek van gezondheidsklachten zoals stress, burn-out en musculoskeletale aandoeningen, alsook de gevolgen daarvan op arbeidsparticipatie. Vanuit economisch perspectief wordt gewezen op het belang van kwalitatieve jobs voor het bevorderen van de productiviteit; een economie gestoeld op creativiteit en innovatie heeft nood aan werknemers die zich goed in hun vel voelen en zich voluit engageren. Elementen zoals intrinsieke (of autonome) arbeidsmotivatie, taakautonomie en ook leerkansen zijn in dit kader essentieel. De aandacht voor ‘werkbaar werk’ volgt uit het debat over de veroudering van de bevolking en de verhoging van de pensioenleeftijd, waarbij werknemers door ‘sociale duurzaamheid’ in staat zouden moeten zijn om langer te werken. " "Strategieën van Europese instellingen: presentatie van de resultaten en academisch eindrapport" "Monique Ramioul" "Onderzoeksgroep Arbeid, Organisatie en Sociale Dialoog" "Ten behoeve van het EZA-werkprogramma voor sociale dialoog 2021/22 richt dit rapport zich op de sociaaleconomische governance van de EU en het institutionele beheer van drie belangrijke politieke projecten: de Europese pijler van sociale rechten (EPSR), de Europese Green Deal (EGD) en de herstel- en veerkrachtplannen (RRP) die in de lidstaten moeten worden uitgevoerd in de nasleep van de pandemie van het coronavirus. Op basis van deze politieke achtergrond probeert het rapport de mogelijkheden en belemmeringen voor betrokkenheid bij de sociale dialoog en vakbondsdeelname vast te stellen. Deze aanpak maakt het mogelijk om aanbevolen acties te ontwikkelen die door werknemersorganisaties als onderdeel van de sociale dialoog kunnen worden gebruikt om duurzame effectieve acties in het Europese governancekader na te streven en om met hun kennis en ervaring een strategische bijdrage te leveren aan de hierboven vermelde belangrijke politieke projecten." "De Europese sociale economie in kaart brengen: werkgelegenheid, sociale dialoog en de Europese pijler van sociale rechten" "Monique Ramioul" "Centrum voor Sociologisch Onderzoek (OE), Onderzoeksgroep Arbeid, Organisatie en Sociale Dialoog" "In veel landen voeren ondernemingen van de sociale economie een vorm van ""sociale dialoog"", waarbij zij discussiëren en vaak onderhandelen over werkgelegenheidskwesties zoals lonen, arbeidsvoorwaarden en opleiding. Organisaties van de sociale economie gelden echter slechts zelden als formele sociale partners, ondanks het grote aantal sociale ondernemingen en werknemers die in de sector actief zijn. Het MESMER+-project beoogt de activiteiten en de vertegenwoordiging van de actoren van de sociale economie - zowel van werkgevers- als van werknemerszijde - binnen de instellingen van de sociale dialoog grondig in kaart te brengen. werknemerszijde - binnen instellingen voor sociale dialoog en verschillende verbanden tussen werkgevers en werknemers in negen landen: België, Bulgarije, Frankrijk, Italië, Ierland, Noord-Macedonië, Polen, Spanje en Zweden. Deze inventarisatie omvat verschillende dimensies, waaronder instellingen, actoren praktijken en processen. Naast het in kaart brengen van de situatie en het formuleren van beleidsaanbevelingen zijn de belangrijkste activiteiten van het MESMER + project: drie Europese workshops en negen nationale beleidslabs. Niet alleen de voortdurende verspreidingsactiviteiten op sociale media, maar ook evenementen, zoals het lanceringsevenement en een slotconferentie, zorgen voor een ruime verspreiding van de doelstellingen en resultaten van het project. Het project en zijn partners zetten zich in voor de beginselen die zijn vastgelegd in de Europese pijler van sociale rechten (EPSR) en dragen bij aan de uitvoering van de pijler. aan de uitvoering van de pijler." "Verbetering van collectieve onderhandelingen in de Europese Unie. Vergelijking van verschillende arbeidsverhoudingen" "Monique Ramioul" "Onderzoeksgroep Arbeid, Organisatie en Sociale Dialoog" "Het project ImproCollBar, gecoördineerd door CITUB, heeft tot doel de expertise op het gebied van arbeidsverhoudingen in 7 EU-lidstaten (België, Bulgarije, Kroatië, Frankrijk, Griekenland, Italië en Roemenië) te bevorderen, door middel van vergelijkend onderzoek naar de factoren en mechanismen die de reikwijdte en dekking van collectieve onderhandelingen in verschillende stelsels van arbeidsverhoudingen verbeteren in de context van de voorgestelde Europese richtlijn voor minimumlonen en de Covid-19-pandemie. De analyse van en het onderzoek naar collectieve onderhandelingen op EU-niveau zullen plaatsvinden in vergelijkende termen door cross-case analyse van 7 EU-lidstaten uit diverse Europese regio's in de context van het EU-initiatief inzake adequate minimumlonen voor alle werknemers, in het licht van het voorstel van de Commissie voor een richtlijn inzake minimumlonen die in 2020 wordt aangenomen. Daarnaast heeft het project tot doel bij te dragen aan en de uitwisseling van informatie, ervaring en kennis te bevorderen tussen de belangrijkste actoren die betrokken zijn bij de arbeidsverhoudingen (sociale partners) om betere arbeidsverhoudingen in Europa te ontwikkelen en te versterken, in het bijzonder met betrekking tot het functioneren en de effecten van de coördinatie van collectieve onderhandelingen op verschillende niveaus en in verschillende gebieden. De resultaten van het project zullen bijdragen tot een heroverweging van de strategieën van de nationale vakbonden met betrekking tot de verbetering van de collectieve onderhandelingen in het algemeen. Het project zal verschillende onderzoeksactiviteiten omvatten, het verzamelen van grootschalige gegevens over stelsels van arbeidsverhoudingen, verslagen van casestudies en vergelijkende analyses, het uitvoeren van vergelijkende analyses. rapporten en vergelijkende analyses, de uitvoering van twee Europese evenementen - een rondetafelconferentie en een slotconferentie. De resultaten zullen worden verspreid via publicaties van alle onderzoeks- en analysedocumenten - 5 landenverslagen, een vergelijkend verslag en een overzicht van succesvolle praktijken op het gebied van collectieve onderhandelingen. succesvolle praktijken van collectieve onderhandelingen, de websites van de begunstigde en de geassocieerde organisaties. De belangrijkste doelgroepen zijn werknemers, vakbonden en werkgeversorganisaties op nationaal en EU-niveau en nationale en EU-beleidsmakers" "GDPiRAVG: gegevensverwerking op de werkplek beheren via arbeidsverhoudingen" "Monique Ramioul" "Centrum voor Sociologisch Onderzoek (OE), Onderzoeksgroep Arbeid, Organisatie en Sociale Dialoog" "GDPiR: Beheer van gegevensverwerking op de werkplek door middel van arbeidsverhoudingen. Het projectidee is vakbondsleden te voorzien van adequate informatie en opleiding om de dynamiek in verband met de gegevensverwerking van werknemers en de gegevensverwerking op de werkplek in ruime zin. Het doel is de werknemersorganisaties de nodige vaardigheden en kennis bij te brengen om met een proactieve houding het potentieel van kleine en grote gegevens in hun optreden te benutten. Terwijl de analyse van gegevens op de werkplek gewoonlijk wordt beheerd door de werkgever om bedrijfsbeslissingen te onderbouwen, kunnen vakbonden een rol spelen in deze processen en het potentieel van gegevens benutten ook voor de verbetering van de omstandigheden van werknemers (d.w.z. met betrekking tot lonen, werkorganisatie en gezondheid en veiligheid). Bovendien zijn dezelfde vaardigheden en kennis van fundamenteel belang om de werknemersorganisaties in staat te stellen de werknemers te beschermen tegen de verwachte risico's van de dataficatie (d.w.z. intensiever toezicht op het werk en de werknemers; besluitvorming op basis van gegevens). GDPiR beoogt de collectieve onderhandelingen en de sociale dialoog op dit gebied en het bevorderen van collectieve oplossingen voor de bescherming van de rechten van werknemers te midden van van technologische bewaking en een duurzame digitale transformatie. Terwijl andere uit dit begrotingsonderdeel gefinancierde actiesbedoeld waren om de rol van de arbeidsverhoudingen bij het beheer van de digitale overgang te bevorderen, zou dit de eerste actie zijn die dit onderwerp aanpakt vanuit het specifieke perspectief van gegevensverwerking in de EU. " "Psychosociale risico's op het werk: analyse van de Europese arbeidsomstandighedenenquête editie 2021" "Karolien Lenaerts" "Onderzoeksgroep Arbeid, Organisatie en Sociale Dialoog" "Tegen de achtergrond van een veranderende arbeidswereld en de huidige Europese economische, maatschappelijke en beleidscontext, beoogt dit project de prevalentie van psychosociale risico's onder werknemers vanuit een vergelijkend perspectief te beoordelen, waarbij sectoren, beroepen en de categorieën werknemers die het meeste risico lopen worden geïdentificeerd. Het project is daarnaast gericht op het analyseren van de oorzaken van psychosociale risico's, waarbij de nadruk ligt op een verscheidenheid aan arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden, en hun verband met de gezondheid en het welzijn van werknemers. Daartoe zal het team statistische analyses uitvoeren met behulp van gegevens uit de 2021 golf van de Europese enquête naar de arbeidsomstandigheden (EWCtS), alsook data uit eerdere EWCS-golven en uit de e-surveys over wonen, werken en COVID-19. Uitgaande van het model voor de vraag naar arbeidskrachten zal de statistische analyse zich richten op recente veranderingen in de arbeidswereld, bijvoorbeeld met betrekking tot de waargenomen werkzekerheid die mogelijk wordt beïnvloed door de onzekerheden en verstoringen als gevolg van de COVID-19-pandemie, de veranderende locatie van het werk en het toenemende gebruik van ICT's op de werkplek.  " "Diversiteit van het personeelsbestand en platformwerk: implicaties voor preventie van VGW-risico's" "Geert Van Hootegem" "Centrum voor Sociologisch Onderzoek (OE), Onderzoeksgroep Arbeid, Organisatie en Sociale Dialoog" "Deze studie over platformwerk is een vervolg op een onlangs afgeronde studie van EU-OSHA die een overzicht biedt van VGW-beleid, -onderzoek en -praktijken in de EU in de context van platformwerk, op basis van een overzicht van bestaande gegevens en informatie, veldwerkonderzoek en beleidsanalyse. Uit de in die studie verzamelde gegevens blijkt dat specifieke groepen van platformwerkerss bijzonder kwetsbaar zijn en een groot risico lopen om in de platformeconomie terecht te komen in banen van slechte kwaliteit met de hoogste risico's voor veiligheid en gezondheid op het werk. Hieronder vallen personen met een migrantenachtergrond, personen met een laag opleidingsniveau en andere groepen. Er is echter ook een opkomende literatuur die wijst op de kansen van platformwerk, bijvoorbeeld door het verlagen van de drempels voor toetreding tot de arbeidsmarkt of het creëren van mogelijkheden voor ondernemerschap, met name voor meer kwetsbare groepen. Het overkoepelende onderwerp van deze studie is diversiteit van platformwerkers en platformwerk. Wat de doelgroepen van platformwerknemers betreft, richt het onderzoek zich in de eerste plaats op migranten. Studies naar platformwerk in de EU hebben aangetoond dat jonge mannelijke migranten een grote groep vormen onder de platformwerkers en dit lijkt vooral te gelden voor laaggeschoold platformwerk op locatie (bv. taxi- en bezorgingsdiensten). Ook andere groepen, waaronder personen met een handicap of chronische ziekte en vrouwen, komen in de studie aan bod. Wat betreft de soorten platformwerk die in aanmerking worden genomen, is de studie breed opgezet (laaggeschoold en hooggeschoold platformwerk; op locatie en online platformwerk, platformwerk waarbij het arbeidsplatform lage/middelhoge/hoge niveaus van controle uitoefent), voortbouwend op de definities en typologie die in recente EU-OSHA-studies zijn ontwikkeld. Het project identificeert ook relevante beleidsmaatregelen en praktijken op het gebied van VGW bij migranten en andere kwetsbare groepen die platformwerk verrichten, met verwijzing naar de COVID-19 crisis."