Project
Het goederenrechtelijke statuut van zoet water: duurzaam watergebruik in België, Frankrijk en Nederland
Het nieuwe Wetboek Goederenrecht treedt in werking op 1 september 2021. Opvallend is het nieuwe artikel 3.43 over gemene voorwerpen en goederen zonder eigenaar. Het stelt in zijn eerste lid: 'De gemene voorwerpen kunnen niet in hun totaliteit worden toegeëigend. Zij behoren aan niemand toe en worden gebruikt in het algemeen belang, met inbegrip van het belang van toekomstige generaties. Het gebruik ervan is aan allen gemeen en wordt door bijzondere wetten geregeld.' Doorheen zijn allusie op de leer van 'the commons' in het internationaal recht en de (milieu)wetenschappen, meer in het bijzonder het transgenerationele belang van bepaalde goederen, toont het artikel zijn potentieel voor de bevordering van duurzaamheidsgedachten in het Belgische goederenrecht. In die zin zou men kunnen denken dat het artikel een bewuste keuze van de wetgever weerspiegelt, maar de parlementaire voorbereiding doet anders vermoeden. Het artikel was een onverwachte aanwezige bij de geboorte van het nieuwe goederenrecht. Dat roept onmiddellijk de vraag op in hoeverre het artikel afdwingbare, wettelijke gevolgen zal krijgen en wat de meerwaarde van zijn invoeging is. De zoektocht naar een duurzaam goederenrecht vormt vandaag een grote uitdaging, niet alleen in België, maar wereldwijd. Een studie naar gemene goederen vereist dan ook een rechtsvergelijkende benadering. Daarnaast zal het vraagstuk niet door juristen alleen beantwoord kunnen worden. Een tweede methodologische 'must' is dan ook een openheid naar andere wetenschappen toe.