< Terug naar vorige pagina
Publicatie
Vier jaar later: de oogst van corona
Tijdschriftbijdrage - Tijdschriftartikel
Korte inhoud:Ineens werd alles anders. In het voorjaar van 2020 kon een virus doen wat oorlog noch klimaatcrisis voor elkaar kregen. De wereld was in de ban van de coronapandemie en van China tot Amerika werd het sociale leven stilgelegd, restaurants gesloten, thuiswerk verplicht. In een groot deel van de wereld werd een epidemische noodtoestand afgekondigd. De pandemie bracht lijden en ellende: de sterftepieken vielen niet te ontkennen, net zomin als het verdriet, de angst en onzekerheid van zij die een dierbare verloren, of geen afscheid konden nemen van hun dierbaren. Eén ding was zeker: de maatschappij zou er totaal anders uitzien. De eersten om dat te bevestigen, waren de historici die verhalen brachten over de Zwarte Dood, de cholera en de Spaanse griep. Zij vertelden hoe pandemieën ook in het verleden niet alleen voor ontwrichting, maar ook voor grote maatschappelijke veranderingen hadden gezorgd. Pandemieën werden uitgeroepen tot grote gelijkmakers of veroorzaakten de ondergang van hele beschavingen. Al waren daar natuurlijk onmiddellijk ook andere historici om uit te leggen dat het toch allemaal wel iets complexer was, en dat de vergelijkbaarheid al bij al beperkt bleef, gezien de evolutie van de medische wetenschap én de samenleving. Maar dat pandemieën een lange geschiedenis kennen, en dat ons ‘pandemisch geheugen’ schromelijk tekortschoot, daar was iedereen het over eens. En dan… werd corona geschiedenis. Wanneer dat gebeurde, weten we niet. Na de eerste golf kwam de tweede, de derde, de vierde, en de zoveelste. Vaccins kwamen en boden bescherming, maar niet zo abrupt als verhoopt. Het virus paste zich aan, en het zag ernaar uit dat het niet meteen weg zou gaan. Coronavirussen voegden zich bij griepvirussen als seizoensgebonden ziektemakers. Tijd dus om een stand van zaken op te maken. Wat heeft corona ons nagelaten? Dat probleem legden we voor aan historici, maar ook aan erfgoedonderzoekers, historisch demografen en literatuurwetenschappers. Twee concrete vragen stonden daarbij voorop. Allereerst vroegen we ons af of we nu door corona anders kijken naar het verleden én de geschiedwetenschap. Doken nieuwe thema’s op en verdwenen andere naar de achtergrond? Verscheen er spraakmakend onderzoek dat direct door de pandemie geïnspireerd was? Of zijn we oude debatten met hernieuwde blik gaan bekijken? Natuurlijk was er plots aandacht voor de geschiedenis van pandemieën, maar bleef het daarbij? Leidden de coronalockdowns tot de definitieve doorbraak van digitale onderzoeks- en onderwijsmethoden? Of zorgde corona ook op andere domeinen voor een nieuwe dynamiek? Daarnaast vroegen we ons af of een historisch perspectief ook onze kijk op corona kan veranderen. Misschien toonde de pandemie wel aan dat een historisch perspectief noodzakelijk is om complexe actuele problemen te begrijpen. Maar hoe verliep dat dan? Is de vergelijking met historische pandemieën belangrijk? Kun je die wel vergelijken? Moeten we op zoek gaan naar terugkerende patronen, of zijn die patronen vooral imaginair, maar daarom niet minder essentieel? Hoe belangrijk is het om het collectief geheugen van pandemieën te versterken om toekomstige ziektes de baas te kunnen? De rijke oogst aan bijdragen hebben we uiteindelijk gegroepeerd in drie clusters, rond respectievelijk de rol van historici en geschiedenis bij het begrijpen van pandemieën; de pandemie als venster op de samenleving; en de noodzaak om de pandemie te documenteren en uiteindelijk te historiseren.
Gepubliceerd in: Tijdschrift voor geschiedenis
ISSN: 0040-7518
Volume: 137
Pagina's: 121 - 126
Jaar van publicatie:2024
Trefwoorden:History
Toegankelijkheid:Closed