Project
Onderzoek naar de wetenschappelijke methodologie en kwaliteitscontrole in het Belgisch forensisch- en strafrechtelijk onderzoek.
Het forensisch onderzoek is technisch onderzoek van bewijsmateriaal ten behoeve van het strafrechtelijk onderzoek. De aura van de wetenschap geeft het vaak een bijzonder gewicht in de ogen van speurders en rechters. Dergelijk onderzoek is echter niet onfeilbaar en in het buitenland hebben fouten geleid tot talrijke bewezen gerechtelijke dwalingen. In het National Research Council (NRC) rapport “Strengthening Forensic Science in the US: A Path Forward” in 2009 en het rapport van President’s Council of Advisors on Science and Technology (PCAST) in 2016 zijn de forensische subdisciplines kritisch onder de loep genomen. Ze stelden ernstige tekortkomingen vast: 1. Het ontbreekt verschillende subdisciplines nog steeds aan wetenschappelijke methodiek en statistische interpretatie (vb. Vingerafdrukanalyse, wapenanalyse, handschriftanalyse, …). 2. De kwaliteit is onvoldoende gewaarborgd omdat de analyses en de deskundigen zelf niet of onvoldoende worden gemonitord en geaudit. 3. In strafzaken wordt forensisch bewijsmateriaal met toelichting door een deskundige voorgelegd aan leken in de materie (juryleden, onderzoeksrechters, parketmagistraten en advocaten). De beperkte kennis van deze actoren zorgt voor een gebrek aan kritische interpretatie van de conclusies van de deskundige. De doctoraatstudent zal onderzoeken of deze 3 factoren ook spelen in de Belgische strafrechtsketen, vanaf het verzamelen van de sporen op de plaats delict door de politie en deskundigen tot aan de getuigenis tijdens het strafproces. Daarbij zal ze vooral oog hebben voor de technisch wetenschappelijke kant van het onderzoek en voor de kwaliteitscontrole erop. Hoe gaan de verschillende spelers in de strafrechtketen met forensisch bewijs om en welke waarde hechten ze eraan? Ook zal worden geëvalueerd waarom en wanneer forensisch bewijsmateriaal uitgesloten wordt in strafzaken. Aan de hand van vermeende gerechtelijke dwalingen kunnen dan risicofactoren van de tekortkomingen geïdentificeerd worden en vervolgens kunnen wetenschappelijk verantwoorde verbeteringsvoorstellen geformuleerd worden.