Sabbatperiode Kathleen Abraham: Slavernij in de oudheid vanuit het perspectief van de spijkerschriftbronnen: Uitdagingen en nieuwe mogelijkheden

Onderzoeksherbronning: Ik wil de sabbatperiode gebruiken om het onderzoek naar slavernij in Babylonië een nieuwe richting in te sturen. Het centrale idee is om een studie op te starten die de focus legt bij de handelbaarheid (agency) en geleefde ervaring van Babylonische slaven en  eventueel gelijkaardige, ondergeschikte lagen in de maatschappij, zgn “subalterns”). Hierin verschilt het van eerdere studies die de nadruk leggen op het instituut slavernij en het economisch en juridisch afbakenen van de slavenstatus waarbij slaven hoofdzakelijk gezien worden als passieve objecten van overheersing en uitbuiting. De nieuwe aanpak is niet zonder moeilijkheden gezien de aard van het Babylonische bronnenmateriaal, maar recente studies over slavernij in de Grieks-Romeinse wereld, en onderzoeksmethodes die ontwikkeld werden voor de studie van Europa's koloniaal verleden bieden mogelijke uitwegen.
Onderzoek ter plaatse voor analyse van primaire bronnen: Om primaire bronnen over Babylonische slavernij te verzamelen en opnieuw te evalueren, is het essentieel dat ik toegang heb tot eersteklas bibliotheken en de musea en collecties waar deze bronnen te vinden zijn. Dit verklaart mijn keuze voor Wenen en Israël als verblijfplaatsen gedurende de sabbatperiode. Ik zal hoogstwaarschijnlijk ook een kort studiebezoek moeten brengen aan onder andere het British Museum in Londen.
Internationale samenwerkingsverbanden: Ik heb een lange geschiedenis van samenwerking met collega's uit Wenen en Israël, waaronder het Nabucco-onlineproject (Wenen), mijn 25-jarige docentschap aan de Bar-llan Universiteit (1987-2012) en frequente zomerstudiebezoeken aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem in de afgelopen jaren, verankerd in gezamenlijke publicaties en lezingen. Ik wil deze contacten onderhouden en verdiepen, niet in de laatste plaats voor de uitbreiding van het Nabucco-project, maar ook voor de ontwikkeling van eventueel andere gezamenlijke en gerelateerde onderzoeksprojecten.