Project
Impact van klimaatverandering op nectar-microbiomen en interacties tussen bestuivers
Ongeveer 35% van alle gewassen is voor de zaad- of vruchtzetting en opbrengst afhankelijk van bestuivende insecten. Deze bestuivers worden door verschillende plantgerelateerde signalen, waaronder bloemmorfologie, kleur en vluchtige stoffen, naar bloemen gelokt. Als beloning krijgen ze stuifmeel en nectar. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat bloemennectar een microbioom herbergt dat ook vluchtige stoffen afgeeft en de aantrekkingskracht op bestuivers beïnvloedt. Dit suggereert dat de opbrengst van gewassen afhankelijk is van een driehoeksverhouding tussen bloemen, nectarmicroben en bestuivers. Deze fijn afgestemde relaties worden echter steeds meer bedreigd door klimaatverandering, met name hittegolven en droogte, die microbiële gemeenschappen en bestuivingsprocessen kunnen verstoren en uiteindelijk de landbouwproductiviteit in gevaar kunnen brengen. Toch is hierover nog maar weinig bekend. In dit doctoraatsproject zullen we de impact van hitte- en droogtestress op de interactie tussen nectar en nectarbewonende microben, en vervolgens op bestuivers, onderzoeken aan de hand van koolzaad (Brassica napus) en hommels (Bombus terrestris) als studiesysteem. We zullen met name onderzoeken hoe deze stressfactoren de taxonomische samenstelling en functionele eigenschappen van microbiële gemeenschappen in nectar beïnvloeden, met bijzondere aandacht voor de productie van vluchtige stoffen om bestuivers aan te trekken. Vervolgens zullen we beoordelen hoe veranderingen in nectar-microbiomen het gedrag van bestuivers beïnvloeden, waarbij we zowel robotbloemen als echte koolzaadplanten gebruiken.