< Terug naar vorige pagina
Project
Schimmen van competence creep. EU-grondrechten voorbij bevoegdheidstoedeling en nationale soevereiniteit? (FWOTM1315)
Grondrechten hebben steeds een bijzondere plaats ingenomen in de EU-rechtsorde. Ze ontbraken in
de oorspronkelijke verdragen van de jaren 1950 en werden slechts impliciet beschermd door het Hof
van Justitie (HvJ) als algemene rechtsbeginselen. Dat veranderde in 2009, toen het Handvest van de
Grondrechten juridisch bindend werd. Dat proces verliep niet zonder de nodige complicaties. Reeds
tijdens de redactie van het Handvest vreesden lidstaten dat het HvJ het Handvest zou aanwenden
om hun nationale bevoegdheden uit te hollen. Om een dergelijke 'competence creep' te voorkomen,
introduceerden ze clausules die de toepassing van EU-grondrechten op nationale maatregelen
moesten beperken. De vraag rijst evenwel of en zo ja hoe deze clausules het toepassingsgebied van
het Handvest daadwerkelijk hebben beperkt. Zijn de lidstaten erin geslaagd om ‘competence creep’
in te perken of werden hun clausules omzeild? Om daarop een antwoord te bieden, beoogt dit
onderzoek een definitie van ‘competence creep’ te formuleren die het concept geschikt maakt voor
juridische toetsing. De juridische beginselen van bevoegdheidstoedeling en nationale soevereiniteit
worden hiertoe geoperationaliseerd. Verder poogt dit project een typologie van nationale
maatregelen aan te reiken om de reikwijdte van het Handvest in kaart te brengen. Die werkwijze zal
niet enkel de constitutionele impact van EU-grondrechten blootleggen, maar ook een praktische
leidraad bieden voor nationale rechters en praktijkjuristen.
de oorspronkelijke verdragen van de jaren 1950 en werden slechts impliciet beschermd door het Hof
van Justitie (HvJ) als algemene rechtsbeginselen. Dat veranderde in 2009, toen het Handvest van de
Grondrechten juridisch bindend werd. Dat proces verliep niet zonder de nodige complicaties. Reeds
tijdens de redactie van het Handvest vreesden lidstaten dat het HvJ het Handvest zou aanwenden
om hun nationale bevoegdheden uit te hollen. Om een dergelijke 'competence creep' te voorkomen,
introduceerden ze clausules die de toepassing van EU-grondrechten op nationale maatregelen
moesten beperken. De vraag rijst evenwel of en zo ja hoe deze clausules het toepassingsgebied van
het Handvest daadwerkelijk hebben beperkt. Zijn de lidstaten erin geslaagd om ‘competence creep’
in te perken of werden hun clausules omzeild? Om daarop een antwoord te bieden, beoogt dit
onderzoek een definitie van ‘competence creep’ te formuleren die het concept geschikt maakt voor
juridische toetsing. De juridische beginselen van bevoegdheidstoedeling en nationale soevereiniteit
worden hiertoe geoperationaliseerd. Verder poogt dit project een typologie van nationale
maatregelen aan te reiken om de reikwijdte van het Handvest in kaart te brengen. Die werkwijze zal
niet enkel de constitutionele impact van EU-grondrechten blootleggen, maar ook een praktische
leidraad bieden voor nationale rechters en praktijkjuristen.
Datum:1 nov 2025 → Heden
Trefwoorden:Bevoegdheidsverdeling, Grondrechten in de EU, Nationale soevereiniteit
Disciplines:Europees recht, Constitutioneel recht