Op gelijke voet met Parijs? Naar een multipolaire geschiedenis van de negentiende-eeuwse kunst in België, ca. 1850-1890.

Dit project poogt het onderzoek naar de negentiende-eeuwse kunst in België te herdenken volgens een nieuw geografisch en methodologisch model. Traditioneel wordt de negentiende-eeuwse kunstproductie in Belgiën benaderd vanuit een centrum/periferie perspectief, waarbij vooral de relatie ervan met Franse kunst wordt onderzocht. Zulke kunsthistorische narratieve constructie verdraait de werkelijkheid echter. In de eerste plaats negeert zij het feit dat relaties tussen wat we nu zien als periferieën (België en de meeste andere regio's) even productief waren als relaties met het leidende artistieke centrum (Parijs). In de tweede plaats benadert het centrum/periferie model kunst in de zogenaamd universele categorieën van het centrum, zodat het de impact op de artistieke productie van plaats, identiteit en transfers negeert, evenals de lokale, sociale, culturele en economische omstandigheden erachter. Dit project poogt de Belgische kunstproductie te onderzoeken buiten de traditionele, Franse categorieën. Het stelt een meer dynamisch model voor, waarin Belgische kunst gesitueerd wordt op een kruispunt van niet twee maar een veelheid van geografische assen. Dit gebeurt op basis van drie casestudies, die betrekking hebben op uitwisselingen met andere artistieke 'periferieën': Engeland, Duitsland en de Verenigde Staten. Het project focust in het bijzonder op de rol van kunsthandelaars en tentoonstellingsmakers in het omgaan met lokale smaak, artistieke uitwisseling en de lokale omstandigheden waarvan deze afhankelijk zijn.

Trefwoorden:Nineteenth-century Belgian art, The nineteenth-century art market, Art historiography

Disciplines:Kunststudies en -wetenschappen