< Terug naar vorige pagina

Project

Extinctie, Vermijding en Generalisatie in het Ontstaan en de Behandeling van Angst

Individuen verschillen in hun kwetsbaarheid voor angststoornissen en in hoe ze op behandeling reageren. Waar de één na een beangstigende ervaring snel symptomen ontwikkelt, blijft de ander vrij van klachten. En waar de één baat heeft bij therapie, slaat die bij de ander minder goed aan of resulteert die in herval. De mechanismen achter deze individuele verschillen begrijpen we echter nog maar gedeeltelijk. Waar traditioneel vooral laboratoriummodellen van angstverwerving worden gebruikt om angst te bestuderen, suggereren recente studies dat andere leerprocessen, zoals extinctie, vermijding en generalisatie, mogelijk beter verklaren waarom sommigen minder vatbaar zijn voor angst dan anderen en waarom behandelingen bij de sommigen meer effect hebben dan bij anderen. Onderzoek naar deze processen is tot nu toe echter nog vrij beperkt, en bestaande studies richten zich doorgaans op één proces tegelijk in plaats van ze in samenhang te bekijken.

Om die leemte op te vullen, onderzoekt het eerste deel van dit proefschrift in hoeverre laboratoriummaten van angstacquisitie, extinctie, vermijding en generalisatie individuele verschillen in de ontwikkeling (Hoofdstuk 1) en behandeling (Hoofdstuk 2) van angst kunnen voorspellen. In de prospectieve studies in Hoofdstuk 1 en 2 worden deze processen zowel afzonderlijk als in combinatie geëvalueerd om hun potentieel als voorspellers van toekomstige angstsymptomen te beoordelen. Hoofdstuk 3 kijkt verder dan deze processen en onderzoekt intolerantie voor onzekerheid als mogelijke voorspeller van behandeluitkomsten.

Het tweede deel van dit proefschrift richt zich op een mogelijke klinische implicatie van de bevindingen uit deel 1. Het onderzoekt hoe behandelresultaten verbeterd kunnen worden door een sterkere focus op het overwinnen van vermijding, specifiek door het bevorderen van toenaderingsgedrag waarmee mensen actief de confrontatie aangaan met hun angsten. Hoofdstuk 4 introduceert dit thema en vormt de basis voor twee studies die de effectiviteit en onderliggende mechanismen van deze strategie onderzoeken. Hoofdstuk 5 beoordeelt de impact van toenaderingsgedrag op resultaten van angstextinctie in een gecontroleerde laboratoriumsetting en onderzoekt bijkomende mechanismen, zoals versterkte verwachtingsdisconfirmatie, veranderde stimulusvalentie en veranderde actieneigingen (“action tendencies”). Hoofdstuk 6 past deze strategie toe in een exposureprotocol voor deelnemers met spinnenangst, waarbij zowel korte- als langetermijneffecten op angst en vermijding worden beoordeeld, evenals mogelijke mechanismen; in dit geval verwachtingsdisconfirmatie, stimulusvalentie en zelfeffectiviteit.

Tot slot worden in de algemene discussie de bevindingen uit de voorgaande hoofdstukken samengebracht en besproken in relatie tot zowel wetenschappelijk angstonderzoek als de klinische praktijk.

Datum:1 okt 2020 →  6 mrt 2025
Trefwoorden:anxiety, depression, fear conditioning, extinction, avoidance, generalization
Disciplines:Psychopathologie, Psychotherapie
Project type:PhD project