< Terug naar vorige pagina

Publicatie

Parental investment in a changing world

Boek - Dissertatie

Ondertitel:how the optimal reproductive strategy is affected by the social and ecological environment
In de dierenwereld moeten ouders zich aanpassen aan hun omgeving om zoveel mogelijk nageslacht te produceren. In deze thesis heb ik mij gefocust op hoe de Kleine Mantelmeeuw (Larus Fuscus), een zeevogelsoort waarin beide ouders voor de jongen zorgen, haar ouderlijk gedrag aanpast aan de sociale en ecologische omstandigheden van de omgeving. Ik heb onderzocht hoe ouderparen de zorg voor hun nageslacht samen coördineerden en hoe zij de taken onderling verdeelden om te achterhalen wat de optimale ouderlijke strategie is. Hiertoe heb ik eerst onderzocht hoe partners een veelvoorkomende ouderlijke taak verdeelden tijdens de initiële fase van de voortplanting, namelijk het incuberen van eieren, en onderzocht of ouderlijke samenwerking werd gefaciliteerd door communicatie op het moment dat de partners elkaar aflossen op het nest. Vervolgens bestudeerde ik hoe de ouderparen samenwerkten tijdens het grootbrengen van de kuikens en of individuen dan hun investering in de nakomelingen aanpasten aan die van de partner. In tegenstelling tot de incubatiefase hebben beide ouders dan al substantiële investeringen gedaan in het nageslacht en is er een vertrouwensband opgebouwd. Gedurende beide fases van dit onderzoek investeerden partners gelijkwaardig in hun nageslacht, wat suggereert dat ze hun mate van investering actief aan elkaar aanpassen. Ouders wachtten telkens op de terugkeer van hun partner voordat ze het nest verlieten om te foerageren, hetgeen wijst naar een coördinatie van het foerageergedrag. Hoewel ouders tijdens het afwisselen mogelijk informatie vergaren over de ouderlijke investering van de partner, was er geen blijk van dat zij deze informatie gebruikten om hun eigen investering aan te passen. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat een onderhandeling over de ouderlijke investering reeds heeft plaatsgevonden tijdens de communicatiemomenten in de incubatiefase. In aanvulling hierop heb ik bestudeerd hoe veranderingen in het landschap van invloed kan zijn op het aanleveren van voedsel aan het nageslacht. De Kleine Mantelmeeuwen in deze studie broeden en foerageren in een antropogeen landschap en worden derhalve continu onderworpen aan een veranderende omgeving. Na de destructie van hun broedomgeving paste een gedeelte van de meeuwen zich aan door te verplaatsen naar een nabijgelegen kolonie. Ze bleven echter voornamelijk foerageren op plekken waar zij eerder waren geweest, ook al waren deze plekken ver weg en had deze standvastigheid negatieve gevolgen voor hun nageslacht. Aangezien het landschap door toedoen van de mens in rap tempo blijft veranderen, zou meer flexibel, opportunistisch foerageergedrag steeds belangrijker kunnen worden voor een succesvolle voortplanting.
Aantal pagina's: 157
Jaar van publicatie:2020
Trefwoorden:Doctoral thesis
Toegankelijkheid:Open