Het recht op wonen herdenken vanuit persoonlijk en buurtperspectief: Een focus op het ruimtelijk in kaart brengen en analyseren van de gebouwde ruimte

De overgang van sociale of sociale woningbouw naar gesubsidieerde betaalbare woningen wordt gekenmerkt door de verzwakking van de sociale woningbouwsector en de opkomst van verschillende nieuwe huisvestingsinitiatieven van het maatschappelijk middenveld, actiegroepen en woningbouwbewegingen die worden geconfronteerd met de aanhoudende huisvestingscrisis en de achteruitgang van de sociale huisvestingssystemen. De kern van dit doctoraatonderzoek betreft de analyse en het onderzoek naar de manier waarop het recht op huisvesting wordt gegarandeerd of teruggevorderd in de verschillende huisvestingsoplossingen (huisvestingsstrategieën en -initiatieven) met als doel het aanbieden van betaalbare huisvesting. Dit doctoraat heeft tot doel bij te dragen aan een beter begrip en een nieuwe definitie van het recht op huisvesting alsook licht te werpen op de legitimiteit van betaalbare woonoplossingen. Verder wil dit onderzoek inzicht krijgen in hoe het recht op huisvesting zich uitwerkt op persoonlijk en buurtniveau. De uitputtende studie van twee wijken in Brussel (Kureghem wijk) en Antwerpen (Merksem wijk) is voorzien, met het gebruik van ruimtelijke mapping en analyse van bebouwde ruimtes als voornaamste onderzoeksmethoden. In meer detail zal als eerste stap een overzicht van de bestaande internationale literatuur over huisvestingsstudies worden nagestreefd om tot een theoretisch raamwerk van betaalbare huisvestingsoplossingen te komen. Als tweede stap, na het identificeren van de belangrijkste bepalingen van de huisvestingscode en de belangrijkste regelgevende kaders die te maken hebben met het aanbod van betaalbare woningen in Brussel en Antwerpen, zal getracht worden de ruimtelijke verdeling uitgebreid in kaart te brengen. Er is ook voorzien in een taxonomie van de patronen van nieuwe huisvestingspraktijken en -projecten voor elke wijk, op basis van bestaande inventarissen en ruimtelijke gegevens verkregen van huisvestingsinitiatieven en gemeentelijke (en regionale) autoriteiten. Indien nodig wordt het onderzoek aangevuld met on-site vragenlijsten; het in kaart brengen van de verspreiding, bereikbaarheid en het gebruik van buurt- en stedelijke voorzieningen en openbare diensten die beschikbaar zijn voor bewoners, op basis van bestaande gegevens en informatie verkregen uit interviews met belanghebbenden en bewoners. Als derde stap zal worden gestreefd naar het in kaart brengen van 3 – 5 woningbouwprojecten en initiatieven per wijk voor een diepgaande analyse.