< Terug naar vorige pagina

Project

Androcentrisme en gendergelijkheid: Individuele verschillen, contextuele invloed en gevolgen

Androcentrisme verwijst naar de neiging om de samenleving te centreren rond mannen en de ervaringen, behoeften en waarden van mannen, terwijl vrouwen en andere geslachten worden gemarginaliseerd (Bem, 1993). Categorisering biedt een theoretisch kader voor het conceptualiseren van androcentrisme als een vooroordeel om mannen te zien als meer representatief voor bredere categorieën, zoals 'persoon', dan andere seksen (d.w.z. androcentrische bias; Bailey, LaFrance & Dovidio, 2019; Hegarty, 2006). Hoewel genderongelijkheid uitgebreid is onderzocht in de sociale psychologie, heeft androcentrisme, dat is ingebed in het patriarchaat en genderhiërarchieën in stand houdt, relatief weinig aandacht gekregen (Bailey, et al., 2019). Eerder onderzoek heeft gewezen op de prevalentie van androcentrisme op macroniveau in domeinen zoals media en literatuur (Carroll, 2014; Fitzpatrick & McPherson, 2010). Er is weinig bekend over hoe androcentrische bias varieert tussen individuen. In dit promotieonderzoek richt ik me op drie doelstellingen: 1) het identificeren en begrijpen van individuele factoren die een rol spelen bij androcentrische bias, 2) het begrijpen van contextuele factoren die androcentrische bias beïnvloeden, en 3) het begrijpen wanneer en waarom individuen zich meer of minder bewust kunnen zijn van androcentrisme en het verkennen van strategieën om het verminderen van androcentrisme te bevorderen.

Om deze doelen te bereiken, ontwikkelen we drie onderzoekslijnen. In onderzoekslijn 1 begonnen we met correlationele studies in België (een WEIRD-context) en China (een niet-WEIRD-context), waarbij we onderzochten hoe individuele verschillen in attitudes en overtuigingen ten opzichte van gendergelijkheid samenhangen met androcentrische vooroordelen, waarbij we zowel impliciete als expliciete maten gebruikten. Daarnaast onderzochten we ook contextuele verschillen en hun relatie met androcentrisme en de gevolgen van androcentrische vooringenomenheid voor gedrag. In Lijn 2, om beter te begrijpen hoe individuele androcentrische vooroordelen worden beïnvloed door de context, onderzoeken we hoe deze vooroordelen kunnen evolueren in reactie op maatschappelijke veranderingen, waaronder gendergerelateerde bedreigingen. We onderzoeken ook potentiële moderatoren en mediatoren, waaronder individuele verschillen in gendergerelateerde ideologie en overtuigingen, en waargenomen bedreigingen om de mechanismen bloot te leggen die androcentrische vooroordelen aanwakkeren of afzwakken. In Lijn 3 onderzoeken we waarom sommige individuen androcentrische vooroordelen eerder herkennen en in welke mate dergelijke factoren van invloed zijn op de vraag of individuen deze vooroordelen in hun dagelijks leven confronteren als ze zich er eenmaal van bewust zijn.

Datum:1 okt 2022 →  Heden
Trefwoorden:Androcentrism, Cross-culture, Individual differences
Disciplines:Groeps- en interpersoonlijke processen
Project type:PhD project