< Terug naar vorige pagina

Project

Cochleaire implantaten en hoorapparaten afstemmen op individuele hersenen.

In de huidige klinische praktijk is er een actieve medewerking van de patiënt vereist voor de instelling van een hoortoestel. De belangrijkste parameters die worden gebruikt voor deze instelling zijn gerelateerd aan luidheid. Het doel van dit doctoraat was om een neurale correlaat te vinden van luidheid, op basis van de "40-Hz auditory steady-state response" (ASSR). Dit is een specifieke hersenpotentiaal die wordt opgewekt door auditieve stimuli en die men kan registreren in het elektro-encefalogram (EEG). De responsen kunnen volledig objectief, niet-invasief en frequentiespecifiek worden opgemeten met behulp van hoofdelektroden. Dit heeft potentieel om hoortoestellen in de toekomst op een meer objectieve, automatische en geïndividualiseerde manier in te stellen. In deze thesis worden drie delen besproken: luidheidsadaptatie, luidheidsaangroei en luidheidsbalancering.

In het eerste deel worden twee studies besproken die te maken hebben met luidheidsadaptatie. In hoofdstuk 2 vonden we dat luidheidsadaptatie kan optreden met gemoduleerde stimuli, die veelvuldig gebruikt worden om ASSRs te registreren, wanneer deze stimuli worden aangeboden op lage intensiteiten en hoge draagfrequenties. We vonden dat stimuli met een mix van amplitudemodulatie en frequentiemodulatie meer luidheidsadaptatie veroorzaken dan stimuli met enkel een sinusoidale amplitudemodulatie. We vonden echter in hoofdstuk 3 dat als we deze stimuli, die luidheidsadaptatie veroorzaken, aanbieden om ASSRs op te wekken, de ASSR-amplituden wel stabiel blijven in de tijd.

In het tweede deel werd gedragsmatig luidheidsaangroei opgemeten met twee verschillende luidheidsschalen en werden 40-Hz ASSR-amplitudegroeicurves opgemeten in één oor. De gedragsmatige luidheidsaangroeicurves vertoonden een goede match met de 40-Hz ASSR-amplitudegroeicurves voor alle deelnemers. In hoofdstuk 4 testten we zowel normaalhorende als slechthorende deelnemers, die horen met akoestische stimulatie. In hoofdstuk 5 testten we deelnemers die horen met elektrische stimulatie aan de hand van een cochleair implantaat.

In het derde deel werd luidheidsbalancering onderzocht. In hoofdstuk 6 vergeleken we twee procedures om de gebalanceerde luidheid tussen de twee oren te vinden, namelijk een aanpassings- en een adaptieve procedure. Beide procedures gaven gelijkaardige resultaten als de aanpassingsprocedure tweemaal werd uitgevoerd, startende van tegenovergestelde lateralisaties in het hoofd. In de laatste hoofdstukken gebruikten we 40-Hz ASSR-amplituden om de luidheidsbalans tussen de twee oren te vinden in een groep normaalhorende deelnemers (hoofdstuk 7) en een groep deelnemers met een asymmetrisch gehoor (hoofdstuk 8). Deze laatste groep bestond uit deelnemers met een akoestisch asymmetrisch gehoor alsook uit deelnemers die bimodaal horen en dus elektrisch horen aan de hand van een cochleair implantaat en akoestisch horen in het niet-geïmplanteerde oor. Hoewel er individuele variabiliteit was, was de mediaan van de ratio tussen de amplitudes van het linker- en rechteroor dicht bij 1 voor alle groepen.

Kort samengevat tonen we in deze doctoraatsthesis aan dat luidheidsadapatatie niet gereflecteerd wordt door de 40-Hz ASSR, maar dat de responsamplituden een correspondentie vertonen met luidheidsaangroei en dat ze de gebalanceerde luidheid kunnen voorspellen in de meeste deelnemers, hoewel er ook variabiliteit tussen de deelnemers werd geobserveerd.

Datum:1 okt 2013 →  21 mrt 2018
Trefwoorden:Hearing aids, evoked potentials, EEG measurements, cochlear implants, objective measures, bimodal hearing, individual hearing care, binaural hearing
Disciplines:Neurowetenschappen, Biologische en fysiologische psychologie, Cognitieve wetenschappen en intelligente systemen, Ontwikkelingspsychologie en veroudering
Project type:PhD project