< Terug naar vorige pagina

Project

Herdenken van het paradigma van de nevelstad door het verkennen van strategische knooppunten van zijn ruimtelijke netwerken. Ontwerpstrategieën op de intermediaire schaal voor de volgende stedelijke constellatie.

Verspreide verstedelijking wordt doorgaans beschouwd als een ongewenst resultaat van het verstedelijkingsproces. Verspreiding heeft ongetwijfeld een negatief effect. In de binaire tegenstelling tussen land en stad toont dispersie tegelijkertijd een gebrek aan stedelijke kwaliteiten en een verlies aan agrarische, landschappelijke en ecologische waarden. In het huidige discours, zowel in de praktijk als in de academische wereld, heerst het idee van de tegenstelling tussen de 'goede' stad versus de 'slechte' sprawl/verspreiding. Het is echter een territoriale conditie (met positieve en negatieve elementen) dat men niet kan negeren noch uitwissen.

Het is pas recent dat een aantal auteurs op het gebied van architectuur en stedenbouw ‘verspreide verstedelijking’ zijn gaan interpreteren als een derde conditie, een structuur die verder gaat dan de tweedeling tussen stad en platteland, een territorium als "(...) een soort hybride megalopolitische ruimtelijke organisatie die gekenmerkt wordt door de aanwezigheid van bepaalde stedelijke kenmerken bij afwezigheid van andere". (Viganò, 2012, p. 664) 

Een kritiek punt is echter bereikt (Dehaene, 2018). Het landelijk substraat (land) is niet langer in staat om de voortgaande verstedelijking (stad) op een duurzame manier te ondersteunen, wat leidt tot tal van ongewenste effecten zoals verkeersopstoppingen, ecologische achteruitgang, overstromingen, droogte, ... Deze verstoringen hebben een aanzienlijke impact op onze gebouwde omgeving. Het biedt bijzondere architecturale uitdagingen die tot handelen noodzaken. Daarom bouwt dit onderzoek voort op de hypothese van Bernardo Secchi- die stelt dat er een nood is aan het heruitvinden van de dialoog tussen mens en natuur in verspreide verstedelijking. Zowel de condities van sprawl als ecologische achteruitgang worden voornamelijk vanuit een stedenbouwkundig perspectief bestudeerd. In dit onderzoek ligt de focus op de uitdagingen die deze condities met zich meebrengen voor architectuur- of, hoe het aanpakken van de kleine en intermediaire schaal nieuwe perspectieven kan bieden voor een passende verstedelijking.

Het onderzoek richt zich op een relevante regionale case: de regio van de Eurometropool, een transnationaal gebied dat Lille, Doornik en Kortrijk omvat. Gebieden van verspreide verstedelijking worden gekenmerkt door natuurlijke en menselijke netwerken (mobiliteit, ecologie, water, sociale netwerken …) en door de interactie ervan. Specifiek de knooppunten van interactie tussen deze netwerken toont niet alleen de uitdagingen, maar ook de mogelijkheden door hun wederkerigheid. Ze zijn strategische punten om de nieuwe huidige sociaal-economische, ecologische en ruimtelijke uitdagingen aan te pakken en om nieuwe stedelijke vragen te verkennen door middel van ontwerpend onderzoek. De ontwerpstrategieën worden getoond op de intermediaire schaal als architecturale interventies die de mogelijkheden bieden om de aansluiting tussen stad en land te construeren door te fungeren als een schakel op strategische knooppunten.

Datum:1 mrt 2020 →  Heden
Trefwoorden:intermediate scale, dispersed territories, urban transformation, infrastructure networks
Disciplines:Duurzaam design, Urbanisme en regionale planning, Architecturaal design niet elders geclassificeerd, Landschapsontwerp
Project type:PhD project