Het potentieel van onbeheerde bossen voor het verhogen van de koolstofopslag en de bodembiodiversiteit in de Europese bossen.

Bossen beschikken over het potentieel om de netto uitstoot van broeikasgassen te verminderen, dit kan door de hoeveelheid opgeslagen koolstof te behouden en te vergroten. In de context van de huidige klimaatverandering is het bovendien van cruciaal belang om ook de biodiversiteit en de daarmee samenhangende veerkracht van het ecosysteem te behouden. Dit mitigatiepotentieel van bossen staat centraal in recente onderzoeksprojecten zoals de Horizon Europe projecten INFORMA en WILDCARD. Een vaak gesuggereerde aanpak om dit mitigatiepotentieel aan te wenden is het stopzetten van bosbeheer in voorheen beheerde bossen. De langetermijneffecten van het stopzetten van bosbeheer op de koolstofvoorraden en de biodiversiteit in Europese bossen blijven echter onzeker. Tijdens dit doctoraat zullen de resultaten van chemische en fysische analyses van bodemstalen gebruikt worden om het potentieel van onbeheerde bossen om koolstof vast te leggen te bestuderen. Deze stalen zullen in de context van het INFORMA en WILDCARD project genomen worden in verschillende Europese bossen. De belangrijkste doelstellingen van dit deel van het onderzoek zijn: (i) het vergelijken van het waargenomen vermogen van bossen om koolstof op te slaan en de effectieve opslag van koolstof in onbeheerde bossen met resultaten uit andere projecten en relevante wetenschappelijke literatuur, en (ii) het zoeken van verbanden tussen bovengrondse parameters van het bos (bijv. soortensamenstelling, kwaliteit van het strooisel, hoeveelheid dood hout) en opbouwprocessen van ondergrondse koolstof. Van de bodemstalen die tijdens het WILDCARD project worden verzameld, wordt environmental DNA (eDNA) geëxtraheerd. Metabarcoding van deze eDNA stalen zal worden gebruikt om het effect van het stopzetten van bosbeheer op het bodemleven in te schatten. De drie belangrijkste doelstellingen van dit deel van het onderzoek zijn: (i) het onderzoeken van het potentieel van eDNA-metabarcoding voor het bestuderen van de biodiversiteit in de bosbodem en het strooisel, (ii) het zoeken van verbanden tussen bovengrondse parameters van het bos en de genetische diversiteit van bodemorganismen en (iii) het analyseren van verschillen in soortenrijkdom en -samenstelling in de minerale bosbodem en soortenrijkdom en -samenstelling in het strooisel. Ten slotte zullen lange termijn vegetatieontwikkelingen bestudeerd worden door vegetatieopnames uit beheerde en onbeheerde percelen in Meerdaalwoud, die sinds 1954 gemonitord worden, te vergelijken. Op het eind van dit doctoraatsonderzoek moet het mogelijk zijn om een objectief advies te geven of het stopzetten van bosbeheer een geschikte strategie is voor het verminderen van broeikasgassen in de atmosfeer, rekening houdend met de effecten op de biodiversiteit.