< Terug naar vorige pagina

Project

Tussen grondwettelijke en nationale identiteit: de Belgische case als proeftuin voor de rol van collectieve identiteit in het Europees recht

Nationale en grondwettelijke identiteit hebben recent aan belang gewonnen in de rechtspraak van Europese grondwettelijke hoven, waar deze concepten gebruikt worden om vermeende nationale waarden te beschermen tegen de invoering van Europese rechtsnormen. Die evolutie is echter problematisch omdat de concepten in kwestie ondergedefinieerd zijn en hun juridische statuut ambigu is. Het doel van ons project is om, met een interdisciplinaire methodologie, de normatieve en juridische geldigheid van de concepten “nationale identiteit” en “constitutionele identiteit” in de Europese context te onderzoeken. Dit onderzoek bestaat uit vijf stappen. Ten eerste brengen we het gebruik van deze concepten in het academische en juridische debat in kaart. Ten tweede verduidelijken we de filosofische betekenis van deze concepten en onderzoeken we de morele waarden waarop ze gebaseerd zijn. Ten derde bekijken we wat de precieze plaats kan zijn van deze concepten in het ruimere kader van het Europees recht, wat het verband is met andere juridische concepten en hoe ze zich verhouden tot de notie soevereiniteit in het (con)federale EU-model. Ten vierde testen we de bruikbaarheid van nationale en grondwettelijke identiteit aan de hand van een concrete casus: we bestuderen de dynamiek tussen grondwet en collectieve identiteit in België van 1830 tot vandaag. Tot slot formuleren we praktische aanbevelingen formuleren voor het gebruik van  nationale en grondwettelijke identiteit in het Europees recht.

Datum:1 jan 2020 →  31 dec 2023
Trefwoorden:National and constitutional identity, Belgium, European law, collective identity
Disciplines:Constitutioneel recht, Europees recht, Rechtsfilosofie, Sociale en politieke filosofie, Politieke geschiedenis