< Terug naar vorige pagina

Publicatie

The secret face of empire : espionage, governance and the Habsburg archives under Charles V, 1525-1550

Boek - Dissertatie

Korte inhoud:In de afgelopen jaren heeft het wetenschappelijk onderzoek naar spionage in de vroegmoderne tijd steeds meer aandacht gekregen. Toch blijft het een uitdaging om de geheime informatieverzameling binnen het samengestelde Habsburgse rijk van keizer Karel V te doorgronden, mede doordat deze vaak decentraal werd georganiseerd. Deze doctoraatsverhandeling stelt dat de ontstaanscontext van de staatsarchieven uit deze periode, hun latere geschiedenis en de manier waarop de documenten in deze archieven werden geordend, de historiografie over de keizer diepgaand hebben beïnvloed. In het bijzonder heeft de archivalische context bijgedragen aan een teleologische interpretatie van Karels regeerperiode, waarbij de Spaanse politieke invloeden op de keizer vaak te sterk werden benadrukt. Dit heeft historici belemmerd om kwesties van geheimhouding en informatieverzameling binnen het keizerlijke besluitvormingsproces volledig te onderzoeken. Door een nieuwe analyse van de overvloedig beschikbare primaire bronnen van staatssecretarissen en ministers, verspreid over archieven in heel Europa (voornamelijk in Wenen, Brussel, Simancas, Madrid, Parijs, Besançon en Rijsel), en door zowel te bestuderen wat verloren is gegaan als hoe dit ons begrip van het staatsbestel heeft gevormd, toont de verhandeling allereerst de cruciale rol aan van Karels Bourgondische ministers binnen zijn kabinet. De dominante invloed van eerste raadsheer Nicolas Perrenot de Granvelle bij het beheren en analyseren van de enorme informatiestroom die dagelijks het hof bereikte, wordt hierbij geherwaardeerd. Vervolgens wordt vanuit geopolitiek perspectief het respectieve aandeel van de verschillende Habsburgse gebieden in de organisatie van informatiegaring voor de keizer onderzocht. Daarbij krijgt het regionale bestuur van de Bourgondische Nederlanden bijzondere aandacht, aangezien het niet alleen een spil vormde in het verzamelen van nieuws en geheime correspondentie voor de keizer, maar ook een centrale rol speelde in de coördinatie van Habsburgse spionageactiviteiten in grote delen van West-Europa. Specifiek wordt ingegaan op het kenmerkende beleid van gouverneur-generaal Maria van Hongarije in de Nederlanden. Daarnaast omvat het doctoraat diverse casestudy’s over de plaats van postnetwerken en cryptografische praktijken in de Habsburgse besluitvorming, de geheime netwerken in Frankrijk onder leiding van koningin Eleonora van Oostenrijk (de oudste zus van Karel V), de groep van informanten van de keizerlijke ambassadeurs in Frankrijk, de lokale spionagenetwerken van de adel in grensprovincies zoals Artois, en de inzetbaarheid van handelaars en huurlingen bij geheime staatsopdrachten. Tot slot worden meerdere contraspionagemaatregelen besproken, waaruit blijkt hoe beperkt de Habsburgse controle was over vijandelijke geheime operaties. Deze casestudy’s benadrukken een van de kernargumenten van de doctoraatsverhandeling: de blijvende invloed van de Bourgondische erfenis op de keizerlijke politiek in de eerste helft van de zestiende eeuw.
Pagina's: XVI, p.
Jaar van publicatie:2025
Toegankelijkheid:Closed